zondag, oktober 20, 2013

Liesa Van der Aa en Love Like Birds, STUK, 8/3/2012. Ga gewoon zelf kijken.

Liesa Van der Aa is zo verdomd goed dat je het gewoon zou willen houden op: ga zelf kijken. Maar als ik het goed voorheb hoort dit niet helemaal tot de geplogenheden bij muziekrecensenten. En bovendien heb ik nu toch de moeite gedaan om te gaan en aandachtig te luisteren.

Als voorprogramma had Liesa Love Like Birds meegebracht, een project van de Gentse Elke De Mey. Als je als ‘slaapkamerfolk’ en ‘fluisterpop’ omschreven wordt, dan spitsen we onze oren. Elke vangt aan met twee nummers op haar gitaar, en wordt vanaf het derde nummers vergezeld van Bente op bas en Jinte op viool en percussie. De groep gebruikt ook loops, hetgeen tot een verrassend doch ontspannen moment leidt als blijkt dat de groep tot drie maal toe blijft haperen op Sailor Boy. Alhoewel, sinds we weten dat zelfs de versprekingen in Blind Date op voorhand afgesproken waren, kunnen we ons afvragen in hoeverre ook dit geen doorgestoken kaart was. Hoe dan ook, een heel optreden lang wist Love Like Birds het publiek in de ban te houden, in die mate dat je een speld kon horen vallen. Lang leve de nieuwe geluidsnormen!

Liesa Van der Aa heeft zonet een indrukwekkend debuut afgeleverd: Troops. Ze heeft bijna alles op haar eentje opgenomen met haar ‘poor little violin’, al leek de samenwerking met producer Boris Wilsdorf, de vaste producer van Einstürzende Neubauten, wel bijzonder constructief te zijn. Ze brengt Troops in eigen beheer uit, dus zonder steun van een grote muziekinternational, en toch lijkt iedereen lovend over haar cd. Hoezeer ik het ook haat om aan één of andere vorm van ‘unanimiteit’ deel te nemen, ook ik moet bekennen dat dit uiterst originele debuut één van de beste zaken is die de Belgische muziek de afgelopen jaren overkomen zijn.

Het was natuurlijk de vraag wat hier live van overeind ging blijven. Met Visitor toont Liesa aan dat je met een paar eenvoudige klanken kan beginnen, en aan de hand van loops je geluid kan vermenigvuldigen en uitbouwen om je nummer verrassende wendingen te geven. Ze zal het trucje met de loops op elk nummer herhalen, zoals Mothers’ Tears of de Iggy Pop-cover Nightclubbing (met een vleugje No Diggity). Vanaf Birds in Berlin komen nog drie andere muzikanten ten tonele: Arne Leurentop, Pieter Jan De Smet en Epraim Cielen. Ze leveren aanvankelijk achtergrondzang, maar zullen voor Our Place overschakelen naar een klassiek rockinstrumentarium. Op louisa’s Bolero spelen ze alle drie percussie en op My Love allemaal gitaar. We moeten hierbij vermelden dat de live-uitvoeringen steviger rocken en danig verschillen van de originele versies op de cd.

‘Als dit al gewaagd is, dan vind ik ons een slappe generatie’, zei Liesa onlangs in de Standaard. Over die generatie kunnen we het snel eens worden, maar je ontkomt gewoon niet aan haar talent en creativiteit. Ze heeft elke klank die ze uit haar viool kan krijgen bestudeerd en speelt behendig met loops en effecten. Er zijn misschien nog muzikanten die dit nastreven, haar bijdrage is desalniettemin van zeldzaam niveau. ‘Ik ben mijn eigen platenmaatschappij’, vermeldt ze nog voor ze aan haar afsluiter Troops begint. Ik vermoed dat ze na het optreden heel wat cd’s verkocht heeft. Niet mis voor een caférevolutionaire.

Liesa Van der Aa

Geen opmerkingen: