zaterdag, februari 17, 2024

Goethes Erben + The Arch: Een reis doorheen de tijd

Goethes Erben kwam, zag en overwon, en dit in België, meer bepaald in Waregem. De groep was erg succesvol in de jaren negentig, maar leek intussen wat vergeten te zijn. Op het laatste optreden van Goethes Erben in België, op het Black Easter festival in 2019, speelden ze voor amper een honderdtal mensen. Daarna leken toekomstige optredens in ons land onwaarschijnlijk. Maar kijk, plots herinnert iedereen zich de legendarische groep rond Oswald Henke, die ons dan ook trakteerde op een tijdsreis doorheen zijn werk.

Het was een moeilijke tocht richting Waregem, want een Leuvenaar moet daarvoor over de Brusselse ring, en daar verlies je altijd veel tijd mee. En zelfs al hou je daar rekening mee, het is altijd nog erger dan verwacht. We komen dus net op tijd de zaal van CC De Schakel binnen om het begin van het voorprogramma mee te pikken. En dat wilden we niet missen, want het Breendonkse The Arch heeft net een nieuwe plaat uit, en die vonden we zeer goed.

The Arch had aangekondigd heel wat uit die nieuwe ‘Sanctuary Rat’ te spelen, en daar houden ze zich aan. In wezen kunnen we het optreden in twee helften delen. In de eerste helft komen de nummers uit ‘Sanctuary Rat’ aan bod, waaronder prachtnummers als ‘Clear Fields’, het titelnummer, of de opener ‘Devil’s Breed’, die vanuit een zacht pianodeuntje evolueert naar orkestrale bombast. In de tweede helft komt dan ouder werk aan bod, met uiteraard wat nummers uit voorganger ‘XII’ uit 2019, maar ook en vooral oude klassiekers als ‘Babsi Ist Tod’, ‘Stay Lay’ en ‘Ribdancer’. 

Want The Arch gaat al mee sinds 1986, en het is verrassend hoe fit de groep er nog steeds uitziet. Vooral zanger Gerd Van Geel lijkt het elixir voor de eeuwige jeugd gevonden te hebben, en zingt in elegante poses zijn ziel tentoon. Ian Lambert vuurt in zijn lange leren jas uit de jaren tachtig giftige beats van achter zijn toetsenbord, en de gitaristen Ivan Moons en Pieter De Clercq voegen venijnige gitaren toe. Het optreden wordt geweldig ontvangen door het publiek, en achteraf hoor ik verschillende lovende commentaren over het voorprogramma, dat in deze korte tournee van drie dagen mee zal reizen met Goethes Erben.

Dan is het wachten op het hoofdgerecht. Als de lichten uitgaan, komen de muzikanten het podium op, en spelen ze een uitgestrekte bastoon, gaandeweg aangevuld met meditatieve geluiden. Als zanger Oswald Henke achter de micro plaatsneemt, oreert hij: “Das Sterben ist ästhetisch bunt …” De eerste zin en de titel van de eerste plaat van Goethes Erben, die begin 1992 uitkwam. Goethes Erben was toen een sensatie in wat men wat ongelukkig de ‘Neue Deutsche Todeskunst’ had genoemd. Ongelukkig, want haast iedereen die onder die noemer viel, haastte zich om zich ervan te distantiëren.

U kunt zich voorstellen dat new wave en gothic in de jaren tachtig erg populair waren in Duitsland, en dan vooral in West-Duitsland, dat overspoeld werd door Neue Deutsche Welle. Het was de koude oorlog, en de Deutsche Demokratische Republik (DDR) – het communistische Oost-Duitsland – liep altijd al een paar jaar achter op het westen (al werden daar ook zeer interessante dingen gemaakt). Toen in 1989 de muur viel, kwam er een heel reservoir aan jonge mensen vrij, waarvan alvast een deel zich in het zwart begon te tooien en zou zorgen voor de grootste gothicscene ter wereld.

Goethes Erben ziet het levenslicht in Bayreuth in 1989, en had de ambitie om muziek en theater te combineren. En ja, de mix van expressieve zwarte poëzie op onheilspellende synthtonen, die geïntroduceerd was door Goethes Erben, werd er populair en kreeg zelfs veel navolging. Die stijl wordt ook goed weergegeven in ‘Die Form’ uit 1995. Wie had trouwens gedacht dat Goethes meteen in huis ging vallen met zo’n oude nummers? We worden terug vervoerd naar de jaren negentig, waarin we inderdaad drommen afzakten om helden als Goethes Erben, Das Ich, Lacrimosa, Project Pitchfork, The Eternal Afflict, Canva Y Nada en Love Like Blood aan het werk te zien, of om naar fuiven te gaan waar die muziek gespeeld werd. ’s Ochtends trok die stoet aan zwarte jassen en gewaden weer richting station om de eerste trein huiswaarts te nemen.

Oswald Henke heeft voor het concert een ‘Kiste der Erinnerungen’ mee op het podium. “We zullen eens zien wat daar allemaal in zit.” De soldatenjas uit de achttiende eeuw kondigt natuurlijk ‘Zinnsoldaten’ aan, en de adellijke witte jas ‘Märchenprinzen’. Die attributen gaan al mee van in de beginjaren. Oswald springt nog steeds als een bezetene het podium rond, maar lijkt toch verrast te zijn dat het publiek zo enthousiast reageert. Het optreden is nu al een succes, terwijl de groep nog niet zo lang geleden afgeschreven leek in België.

Een deel van het succes heeft wellicht te maken met de locatie. Waregem was jarenlang het mekka van de Belgische gothicscene. Eind 1992 begon vzw The Invitation hier gothicfuiven te organiseren, waar mensen van heinde en ver naartoe kwamen om de nacht onder gelijkgezinden door te brengen. Het waren ook echt magische nachten. Ik herinner me de eerste keer dat ik The Steeple in Waregem bezocht. Mijn mond viel letterlijk open. Hoe bleef die mensen hun haar omhoog staan? Dit was voor mij het paradijs. Hanekammen van twee meter hoog, Curekraaiennesten, extravagante make-up, strakke leren pakjes … Je kon het zo gek niet bedenken, of iemand liep hier zo rond.

Na een aantal succesvolle fuiven begon The Invitation ook concerten te organiseren in Waregem, in The Steeple of in ’t Gaverke. Voor de vele Duitse groepen die ik daarnet opnoemde was België vaak het eerste buitenlandse optreden, en ja, ze konden hier op heel wat aandacht trekken. Er bestond een reëel enthousiasme rond deze scene, en die werkte aanstekelijk. Ook elders in België begonnen mensen dingen te organiseren. Zoals in Sint-Niklaas, waar behalve fuiven vanaf 1994 ook het magazine Dark Entries verscheen, dat dit zwart volkje op de hoogte moest houden van de nieuwigheden in de scene. (En misschien heeft het succes van dit optreden ook te maken met de onlangs opgerichte facebookgroep ‘The Steeple Memories’, waar mensen herinneringen aan deze mooie tijd delen.)

Het concert vervolgt met ‘5 Jahre’, een verhaal over een psychiatrisch patiënt. Oswald heeft korte tijd als psychiatrisch verpleegkundige gewerkt, en heeft daar duidelijk veel inspiratie opgedaan voor zijn vaak lange, complexe en vooral erg zwartgallige teksten. ‘Stadt der Träume’ is eigenlijk geen nummer van Goethes Erben, maar van Artwork, een project van Jochen Schoberth die verschillende zangers uitnodigde om met hem te werken. Het nummer werd evenwel klassiek, en wordt al een tijdje opgevoerd op concerten van Goethes Erben. Het is fijn om te zien hoe elke muzikant creatief probeert bij te dragen aan de feeërieke atmosfeer van het nummer.

Intussen heeft iedereen begrepen dat Goethes Erben een soort overzicht zal geven van zijn werk in min of meer chronologische volgorde. We maken nu een sprong in de tijd, naar 2001. Na de tegenvallende verkoop van ‘Schach ist nicht das Leben’ – een plaat die geproducet was door FM Einheit, en die in Vlaanderen nog vrij goed ontvangen werd – sloeg Goethes Erben terug met zijn meest succesvolle plaat ooit: ‘Nichts bleibt wie es war’. En hier blijkt weer dat Goethes het publiek wil verwennen, want er wordt veel uit gespeeld: ‘Der Eissturm’, het titelnummer (dat eigenlijk een Duitse vertaling is van ‘Shockwaved’ van Still Silent, waar Peter Spilles van Project Pitchfork op meezong), ‘Himmelgrau’ en ‘Vermisster Traum’ (waar de obligate rode pop voor uit de doos komt).

Met ‘Lebend lohnt es’ krijgen we nog een stuk uit ‘Dazwichen’ uit 2005. De cd is gebaseerd op het muziektheaterstuk ‘Schattendenken’, want Goethes Erben heeft de ambitie om theater te brengen nooit opgegeven, en heeft vaak zijn frustratie geuit over het feit dat het toch meer als een muziekgroep gezien werd. In 2007 kondigt het duo – van 1990 tot dan bestaand uit Oswald Henke en Mindy Kumbalek – aan om voor onbepaalde tijd in pauze te gaan, na een aantal uitverkochte afscheidsconcerten.

Oswald Henke richt in 2007 fetisch:Mensch op, dat erop gericht is op te treden, maar zeker geen platen wil uitbrengen. In 2009 omringt hij zich met jonge mensen voor de groep ‘Henke’, dat eigenlijk een rockgroep wil zijn zonder het theatrale aspect. De groep speelt vanavond trouwens verschillende nummers van Henke, want met de poëtische spreekzang van Oswald blijft de muziek toch altijd een beetje als Goethes Erben klinken. Met Henke speelde Oswald live trouwens ook nummers van Goethes Erben, en er waren zelfs speciale ‘Henke spielt Goethes Erben’-concerten.

Het lag dus in de lijn der verwachtingen dat Goethes Erben heropgericht zou worden. Dat gebeurt in 2015, en het eerste wapenfeit is een gemeenschappelijke single met gothicoon Sara Noxx. Goethes Erben is vanaf dan enkel nog Oswald Henke. Mindy Kumbalek laat weten zich definitief uit de muziek terug te trekken. Het eerste grote project is ‘Menschenstille’, een muziektheaterstuk over zelfmoord uit 2015 waarvoor Oswald met verschillende componisten samenwerkt. Al snel steekt Tobias Schäfer, de toetsenist van Henke, er bovenuit, en hij schrijft de muziek voor ‘Am Abgrund’ uit 2018, waaruit we vanavond ‘Lazarus’ en ‘Darwins Jünger’ voorgeschoteld krijgen.

“Toen we de set voor deze avond samenstelden, zag ik dat we niets uit ‘X’ hadden voorzien. We hebben voor jullie het bijzonder vrolijke ‘Xenomelie’ uitgekozen.” ‘X’ uit 2023 is de tiende studioplaat van Goethes Erben. Tenzij Oswald natuurlijk nog van mening verandert, is het ook de laatste studioplaat. Ik ben benieuwd wat er zal volgen, want de groep is de afgelopen jaren bijzonder creatief geweest. Misschien denken ze eerder aan liveplaten of andere formaten om muziek uit te brengen.

De muziek voor ‘X’ werd alweer geschreven door Tobias Schäfer, maar die verliet de groep nog voor het einde van de tournee. De groep moest dus nieuwe leden zoeken, en dat is goed gelukt. Drummer Markus Köstner is trouwens helemaal niet nieuw, maar gaat al mee van in de jaren negentig. Tom Rödel speelde ook mee in de tournee van ‘X’, maar mag nu van gitaar naar toetsen overschakelen. Gitarist Dome is evenwel een totale nieuwkomer, en je voelt dat hij nog wat onwennig is. En dan is er nog cellist Benni Cellini, die eerder al meespeelde in het ‘kamermuziekensemble’ Goethes Erben, waar ik later nog op terugkom.

Afsluiten doen Goethes Erben met ‘Sitz der Gnade’ uit 1997, dat eigenlijk een Duitse vertaling is van ‘The Mercy Seat’ van Nick Cave. Tekst en muziek klinken evenwel zo origineel dat het eigenlijk een nummer op zichzelf geworden is. Oswald kon misschien klagen over de verkoopcijfers van ‘Schach ist nicht das Leben’, dat gelijktijdig uitkwam, maar hier had hij een hit beet, en de manier waarop het vanavond gebracht wordt is subliem: startend met zacht tromgeroffel en gitaargetokkel, en dan steeds verder uitdeinend. Als de band in chaos uitbarst, maakt Oswald een diepe buiging en verdwijnt, niet snel erna gevolgd door zijn muzikanten.

Nu goed, het publiek blijft applaudisseren tot Oswald en zijn bende terugkomt en ‘Verstümmelung’ speelt. Het nummer is nog niet gedaan, of Oswald declameert: “Wenn das Meer sich blutrot färbt …” Het publiek reciteert mee: “… der Himmel von schwarzen Wolken bedeckt ist, und die Vögel aufgehört haben zu singen …” Yep, Das Ende was de apocalyptische hit op de zwarte dansvloeren van de jaren negentig, en doet hier nog steeds de haren rechtkomen. Dansen maar, want morgen vergaat de wereld! Daarna verlaat de groep opnieuw het podium.

Als het aanhoudend applaus hem nogmaals op het podium dwingt, kan Oswald het niet laten om even met onze leeftijd te spotten: “Jullie zijn toch moe, of niet?” Er volgt een heerlijk romantisch intermezzo met ‘Seelenschatten’, een nummer uit 2020 van het eerder vermeldde kamermuziekensemble Goethes Erben, waarin Oswald zich liet begeleiden door de klassiek geschoolde pianist Sebastian Boettcher en cellist Benni Cellini. Ik had niet verwacht dat Goethes vanavond zou spelen uit de pracht-cd ‘Flüchtige Küsse’ van dit ensemble, en laat het me des te meer welgevallen.

Goethes Erben heeft ons een overzicht gegeven van heel hun carrière, en deed er duidelijk alles aan om het publiek te bekoren, zonder evenwel de eigenzinnigheid te vergeten die altijd karakteristiek is geweest voor de groep. Nadat de groep nog ‘Mensch sein’ speelt uit de succesplaat ‘Nichts bleibt wie es war’, windt Oswald er geen doekjes rond: “Jullie zijn een betoverend enthousiast publiek. Ik denk niet dat het de laatste keer is dat we in België spelen. En nu zijn jullie allemaal moe, dus ga alsjeblieft naar huis.”

Foto’s: Luc ‘Who Cares’ Luyten

Setlist The Arch: Clear Fields / 9,81 / Sanctuary Rat / Devil’s Breed / Cocks Populi / Babsi Ist Tod / Joan’s In Prison / Stay Lay / Ribdancer / Eyes Wide Open

Setlist Goethes Erben: Das Sterben ist ästhetisch bunt / Die Form / Zinnsoldaten / Märchenprinzen / 5 Jahre / Stadt der Träume / Der Eissturm / Nichts bleibt wie es war / Himmelgrau / Vermisster Traum / An jedem Haar / Lebend lohnt es / Wer mich liebt / Lazarus / Darwins Jünger / Xenomelie / Sitz der Gnade

Bis 1: Verstümmelung / Das Ende

Bis 2: Seelenschatten / Mensch sein



donderdag, december 28, 2023

BG+ Symfonia, Trixxo Arena, 22/12/2023: Op zijn zeventigste is Boris Grebenshikov nog lang niet uitgezongen.

Toen ik in 2015 de kans kreeg om Boris Grebenshikov in Antwerpen te zien, schreef ik dat ik nooit gedacht had dat hij in België zou spelen. De man mag immers wereldberoemd zijn in Rusland, Oost-Europa en andere ex-Sovjetstaten, maar hij is in West-Europa enkel bij een paar knettergekke ‘kenners’ bekend, als de legendarische rockster aan het hoofd van de in Rusland ontzettend populaire groep Åquarium, en als de man die zich graag naar zijn initialen BG laat noemen.

Åquarium werd in 1972 gesticht in de toenmalige Sovjet-Unie. In de jaren tachtig werden ze steeds populairder. Ze waren een van de kerngroepen van de Leningrad Rock Club, zowat het epicentrum van de toenmalige Russische rockscene, en namen op in de pioniersstudio van Andrei Tropillo, waar een hoop klassiekers uit de Russische rock opgenomen werden. In de perestrojka rees de rockscene uit zijn dak en trad Åquarium in stadions op. Nadat Grebenshikov ook in de jaren negentig een resem prachtige platen afleverde, was zijn status als rocklegende verzekerd.

In 2015 kwam er veel volk opdagen in Antwerpen, net als op de vele andere concerten die ik al zag van Grebenshikov, maar dat publiek kwam voornamelijk uit de Russische diaspora. Het was zelfs verrassend hoeveel Russen overal kwamen opdagen op de meest uiteenlopende plaatsen. Ik heb Grebenshikov intussen al aan het werk gezien in Antwerpen, Genève, Parijs, Keulen en vooral Dublin, waar ik kon genieten van een optreden van Åquarium International, met een twintigtal muzikanten van over de hele wereld.

Sindsdien is er veel gebeurd. In 2019 verhuisde Grebenshikov naar Londen, maar dat verhinderde hem niet om nog in Rusland te toeren. Grebenshikov was zelfs op tournee in Rusland in februari 2022, maar zei dat hij al daags voor de start van de grootschalige aanval op Oekraïne het gevoel had in het Duitsland van de jaren dertig op te treden.

Na de invasie nam Grebenshikov een video op op sociale media: “De oorlog tussen Rusland en Oekraïne is waanzin, en de mensen die het gestart hebben, zijn een schande voor Rusland.” Het was snel duidelijk dat de tournee afgebroken moest worden. De nog openstaande data werden afgelast, en Grebenshikov keerde terug naar Londen. Later verklaarde hij dat zijn leven in gevaar was in Rusland.

Sindsdien kan Grebenshikov niet terugkeren naar zijn geboorteland. Hij toert door de vrije wereld, soms op zijn eentje, soms vergezeld van andere muzikanten. Zijn groep Åquarium werd tijdelijk op non-actief gezet, in afwachting van betere tijden, en vervangen door BG+. Grebenshikov en vrienden, zeg maar, al verschilt dat niet zoveel van Åquarium, zeker aangezien verschillende Åquariummuzikanten vanavond mee op het podium staan.

Op het programma staat een nieuwe en aangevulde versie van BG Symfonia. In 2016 ondernam Grebenshikov al een grootse tournee door Rusland en omstreken met symfonische versies van zijn werk. Dit resulteerde in 2017 in een mooie cd die gewoon de naam ‘Symphonia БГ’ meekreeg. Maar er werd ons beloofd dat er vanavond ook nieuwe nummers aan het orkestrale repertoire toegevoegd zouden worden. We zijn benieuwd.

Bij het binnentreden vreesde ik een beetje dat er evenveel mensen op het podium als voor het podium zouden staan, want de zaal was verre van uitverkocht. Dat was gelukkig overdreven, maar ik kan me niet ontdoen van het gevoel dat het optreden met deze lage opkomst niet winstgevend is. Om het evenwicht wat terug te brengen, heb ik belachelijk veel geld uitgegeven aan de veel te dure merchandise stand, en daar heb ik geen spijt van. Gelukkig gaat het concert gewoon door, wat ik ook verwacht had van Grebenshikov.

Eerst komen de muzikanten van het orkest op het podium, dan die van BG+, met uitzondering van de voorman. Zij brengen het instrumentale ‘Interludia’ ten beste. Dan komt de geweldige BG zelf aantreden. Hij lijkt wat onwennig en opgewonden, met zijn bandana, lang zwart hemd, lange baard en zonnebril, als een klein kind van zeventig jaar. Want ja, de man werd een tweetal weken voor dit optreden zeventig. Een gezegende leeftijd, zeg maar.

Grebenshikov neemt zijn gitaar in de handen, en start met wat recentere nummers als ‘Небо цвета дождя (De hemel kleurt als de regen)’ en ‘Вечное Возвращение (de eeuwige terugkeer)’. ‘Нога Судьбы (Voet van het lot)’ komt uit zeer experimentele periode waarin Grebenshikov elektronica en symfonische arrangementen probeerde te vermengen rond de eeuwwisseling. ‘Stella Maris’ kenden we gelukkig van de ‘BG Symfonia’-cd, al krijgt het hier een uitvoering zonder kinderkoor.

‘Last Of The Stars’ is eigenlijk een compositie van Brian Finnegan, de man met de toverfluit die Grebenshikov al sinds 2008 begeleid, als een uitvloeisel van het eerder vermeldde Åquarium International. Dat hij een eigen nummer mag spelen, bewijst hoezeer Grebenshikov aan hem gehecht is, al is het spijtig dat BG’s gitaar even uitvalt omdat hij even over een kabel struikelt. Het blijkt gelukkig het enige incident in een anders feilloos concert.

Het lijkt even of Grebenshikov vooral recenter werk wil spelen, maar die indruk verandert als hij ‘Моей Звезде (Mijn ster)’, inzet, een nummer uit de jaren zeventig dat begin jaren tachtig – toen Åquarium eindelijk de luxe had om in een studio op te nemen – heropgenomen werd, en sindsdien een klassieker is. ‘Дело Мастера Бо (Het project van meester Bo)’ stamt uit 1984, toen de groep definitief doorbrak. Meester Bo refereert natuurlijk naar Bob Dylan, die Grebenshikov in zijn begindagen erg beïnvloed heeft. Maar het zal Grebenshikov niet ontgaan zijn dat Bo ook naar Boris kan verwijzen, en zelfs dat BG naar ‘бог’ zou kunnen verwijzen, het Russische woord voor God. Je vraagt je soms af of onze Boris wel de ‘kunst om bescheiden te zijn’ kent.

‘Фавн (Fauna)’ was ten tijde van de eerste Symfonia BG-tournee in 2016 nog een nieuw lied, maar mag nog steeds deel uitmaken van de setlist, met zijn calypsogetinte blazersarrangementen. Het sluit het eerste deel van het concert af, waarin Grebenshikov vooral minder bekend werk speelde, met een paar onsterfelijke hits als tussendoortje. De belofte om ook nieuwe nummers te brengen, die nog geen deel uitmaakten van de symfonische set, heeft BG alvast gehouden. En de belofte om hartverwarmende, helende muziek te spelen eigenlijk ook, want de uitvoeringen waren zonder meer magistraal.

Er komt gelukkig meer bekend werk aan bod in het tweede deel. Ons hart bloeit open als we het ‘Не Могу Оторвать Глаз От Тебя (Ik kan mijn ogen niet van je afhouden)’ horen, een prachtig liefdeslied uit 2005, toen Grebenshikov met wereldmuziek experimenteerde. De titel van het nummer is natuurlijk een verwijzing naar de wereldhit ‘Can't Take My Eyes Off You’. Eigenlijk zijn de teksten van Grebenshikov al jaren een spel van verwijzingen naar van alles en nog wat, van literatuur, mystiek, tot rock en traditionele Russische cultuur.

Met ‘Навигатор (Navigator)’ keert Grebenshikov helemaal terug naar zijn gloriedagen in de jaren negentig, met het titelnummer van een van de best verkopende cd’s uit de Russische muziekgeschiedenis. De plaat kwam midden jaren negentig uit, en sloot aan bij de weemoedige sfeer in het land. De fansite Bodhisattvas of Babylon schreef: “Het is geen vrolijke plaat, maar alle ellende zou even mooi moeten klinken.” En zo is het ook.

Met ‘Ржавый Жбан Судьбы (De roestige kruik van het lot)’ krijgen we nog een nummer uit de roemrijke jaren negentig, maar dan uit een plaat die Grebenshikov zag wegdrijven van de populaire walsen die hij jarenlang geschreven had. Op de plaat ‘Гиперборея (Hiperboria)’ ging hij immers richting experimentele folk, waarbij dit zelfs een deel is van een achtdelige compositie. De piepjonge maar uiterst getalenteerde toetsenist Konstantin Tumanov krijgt een glansrol, en op het einde van de uitgesponnen orkestraties kijkt Boris gewoon toe zonder mee te spelen.

Ook in het tweede deel krijgen we recenter werk met ‘Из Хрустального Захолустья (Uit de crystalholte)’ en vooral ‘Минск Пинск и Северодвинск (Minsk, Pinsk en Severodvinsk)’. Dat laatste is afkomstig uit de gloednieuwe ep ‘Богрукиног (Bogrukinov)’, en is een uitgebreid symfonisch stuk dat volgens mij definitief bewijst dat een oude zak van zeventig nog grensverleggende muziek kan schrijven. Volgens mij zal Grebenshikov muziek blijven maken tot hij erbij neervalt, en als het van dit niveau is, is dat een prachtig geschenk aan de wereld.

‘Дубровский (Dubrovski)’ is alweer een klassieker. Het nummer stamt eigenlijk van begin jaren negentig, toen Grebenshikov Åquarium op het hoogtepunt van zijn succes had ontbonden en hij met de BG Band verder ging, maar het werd pas officieel uitgebracht in 1996, op een nieuw succesvol hoogtepunt van het weer verenigde Åquarium. ‘Сокол (Adelaar)’ is ook een bekend nummer, uit het experimentele meesterwerk ‘Лошадь Белая (Wit paard) uit 2008. De tweede set wordt afgesloten met alweer een uitgestrekt symfonisch stuk uit 2018: ‘Крестовый Поход Птиц (Vogelkruisvaart)’.

Grebenshikov en zijn groepsleden verlaten het podium, maar het orkest blijft zitten, want er komt natuurlijk meer. Als hij terugkeert, laat Grebenshikov het orkest even links zitten. Hij zet ‘Сидя На Красивом Холме (Zittend op een mooie heuvel)’ in, afkomstig van ‘День Серебра (De dag van zilver)’, dat Grebenshikov ooit de essentiële Åquariumplaat uit de jaren tachtig noemde. Het publiek reageert uitbundig.

De groepsleden vallen enthousiast in. Daar horen de reeds vermeldde fluitist Brian Finnegan en toetsenist Konstantin Tumanov bij, alsook de reeds een paar jaar aanwezige drummer Liam Bradley. Violist Andrei Surotdinov, die nu rechtveert terwijl hij heel het optreden gewoon tussen de strijkers zat, speelt al sinds het midden van de jaren negentig mee, en bassist Alexander Titov was zelfs al bassist in de roemrijke jaren tachtig, en speelt sinds meer dan een decennium opnieuw met Grebenshikov.

Er is een nummer van Åquarium dat iedereen in Rusland kent. Zelfs mijn Russische ex, die een hekel heeft aan Grebenshikov, kent de tekst vanbuiten. Maar Grebenshikov weigerde lange tijd om het te spelen, en dat is wel begrijpelijk omdat het nummer eigenlijk niet van hem is. Het heet ‘Город Золотой (De stad van goud)’. Het heeft zijn succes te danken aan een succesfilm uit de perestrojka: ‘Асса (Assa)’, waarvoor Grebenshikov het grootste deel van de muziek schreef. Sinds hij niet meer naar Rusland terug kan, speelt Grebenshikov het op elk concert, al was het maar om het publiek eraan te herinneren hoezeer hij de Russische cultuur heeft beïnvloed.

De zaal werd muisstil tijdens het gevoelige nummer, maar kan daarna volledig uit de bol gaan op ‘Стаканы (Glazen)’, een opgewekt drinklied dat de set met enkel de BG+-groepsleden afsluit. Het optreden wordt plechtig afgesloten met ‘День Радости (De dag van vreugde)’. Het nummer stamt ook uit de overgangsperiode van begin jaren negentig, maar werd in 2010 opnieuw opgenomen met de toverfluit van Brian Finnegan. De ijzersterke compositie, de zang van Grebenshikov, de orkestrale arrangementen en de fluit van Finnegan maken het een prachtige afsluiter van een prachtig optreden.

Conclusie: Boris Grebenshikov heeft een overzicht gegeven uit alle periodes van zijn carrière van intussen meer dan vijftig jaar lang, en heeft bewezen op zeventig jaar nog lang niet uitgezongen te zijn. Het optreden was ook zeer gevarieerd, met zowel een hele resem melancholische folk, als invloeden van wereldmuziek, opgewekte meezingliederen, en meer experimentele stukken. Er kwamen veel nummers uit het afgelopen decennium aan bod, maar dat zet me enkel aan om me nog verder in te verdiepen in deze periode, want het was net als het hele optreden van een ontwapenende schoonheid.

Setlist deel 1: Interludia / Небо цвета дождя (De hemel kleurt als de regen) / Вечное Возвращение (De eeuwige terugkeer) / Нога Судьбы (Voet van het lot) / Stella Maris / Last Of The Stars / Моей Звезде (Mijn ster) / Дело Мастера Бо (Het project van meester Bo) / Фавн (Fauna)

Deel 2: Не Могу Оторвать Глаз От Тебя (Ik kan mijn ogen niet van je afhouden) / Навигатор (Navigator) / Ржавый Жбан Судьбы (De roestige kruik van het lot) / Из Хрустального Захолустья (Uit de crystalholte) / Минск Пинск и Северодвинск (Minsk, Pinsk en Severodvinsk) / Дубровский (Dubrovski) / Сокол (Adelaar) / Крестовый Поход Птиц (Vogelkruisvaart)

Encore: Сидя На Красивом Холме (Zittend op een mooie heuvel) / Город Золотой (De stad van goud) / Стаканы (Glazen) /День Радости (De dag van vreugde)

Lees hier ons interview met Boris Grebenshikov

Video: Дубровский (Dubrovski)

Video: День Радости (De dag van vreugde)

Boris Grebenshikov: We waren nooit vrienden met het Kremlin.

Boris Grebenshikov mag een nobele onbekende zijn voor vele West-Europeanen, in Rusland en omstreken is hij een legendarische rockster. Toen de eerste Russische rockgroepen opkwamen, begin jaren tachtig, was Boris met zijn groep Åquarium meteen een van de meest populaire groepen, en hij heeft dat succes bestendigd door in de loop der jaren hopen uitstekende muziek te schrijven. Sinds hij de huidige oorlog in Oekraïne scherp veroordeeld heeft, kan hij evenwel niet terug naar Rusland, en daarom is hij nu op tournee door West-Europa. We hadden het privilege hem aan een paar vragen te mogen onderwerpen.

Beste Boris, bedankt voor deze gelegenheid om je te interviewen. Je doet momenteel een Europese tournee door het Westen en speelt symfonische versies van je werk in Wenen, Parijs, Zürich, Berlijn, Praag en zelfs in het Belgische Hasselt. Wat is het doel van deze nieuwe tour?

Om deze muziek te laten leven. Om het met mensen te delen, zodat het hen kan helpen.

Kunnen we teruggaan in de geschiedenis? We weten dat jij en je band Åquarium een lange geschiedenis hebben. De band werd opgericht in 1972, maar werd pas echt succesvol in de jaren tachtig. Ik ben vooral benieuwd naar de Leningrad Rock Club, waarvan jij in 1981 een van de oprichters was. Kun je vertellen hoe de club is ontstaan?

Gedurende de jaren zeventig waren er ongeveer zeventien pogingen om een rockclub te organiseren: een plek waar we onze muziek konden spelen zonder te worden tegengehouden door de politie. Al deze pogingen mislukten omdat ze door de autoriteiten werden geweigerd. Ik heb zelfs deelgenomen aan een van de pogingen. Dus toen de Rock Club kwam en we hoorden dat het eindelijk mogelijk was, stroomde iedereen daarheen.

Het is nog steeds een discussie hoe groot de invloed van de geheime politie KGB was in de Leningrad Rock Club. U was destijds aanwezig en had contacten met alle actoren, inclusief KGB-agenten. Kunt u ons vertellen wat hun rol was?

Er wordt gezegd dat de KGB groen licht gaf voor de oprichting van de Leningrad Rock Club, zodat ze alle gebruikelijke verdachten op één plek konden hebben. Ze probeerden roekeloos iedereen onder controle te houden, maar dat bleek onmogelijk. Muziek werd oncontroleerbaar.

Als je dus kijkt naar wat er eind jaren tachtig gebeurde, blijkt duidelijk dat kunst sterker is dan politiek.

Åquarium, en de hele Russische rockscene, kenden een fenomenaal succes tijdens de perestrojkatijd. We weten zeker dat er een einde is gekomen aan de censuur en dat je eindelijk een echt inkomen hebt kunnen verdienen met het maken van muziek. Hoe heb jij de perestrojka-jaren ervaren?

Het was leuk. Eind jaren tachtig moesten we in stadions spelen, omdat we anders in elke stad acht tot tien concerten moesten geven. Godzijdank hebben we in 1991 de band opgesplitst en zijn we op kleinere plaatsen begonnen onder de alias BG Band. In 1992 werd de band weer Åquarium. Wat het geld betreft, we hadden net genoeg om verder te gaan. En ook dat was leuk.

Nog succesvoller was je in de jaren negentig, met albums als het ‘Russische album’ en ‘Navigator’. Waarom denk je dat dergelijke albums zo succesvol waren en nog steeds worden beschouwd als klassiekers van de Russische rockmuziek?

Omdat mensen ernaar verlangden iets te horen dat authentiek aansloot bij hun natuur, en ‘Russisch Album’ en ‘Navigator’ waren precies dat. Iemand noemde ‘Navigator’ de ‘Sgt. Pepper van het Russische platteland’. Ik weet niet hoe succesvol ze statistisch gezien werkelijk waren, maar ze zijn nog steeds dierbaar voor vele mensen.

Wat mezelf betreft, ik deed het niet bewust – destijds was het alles wat ik wilde schrijven.

Na het succes van ‘Sneeuwleeuw’ in 1996 koos je er echter voor om meer experimentele muziek te maken. Je integreerde elektronische muziek, wereldmuziek en allerlei invloeden in een reeks zeer eclectische albums. Wat dreef jou tot dit eclecticisme?

Zo waren we altijd. Åquarium is eigenlijk een incarnatie van Herman Hesse’s ‘Het kralenspel’. alleen hadden we in de jaren tachtig geen technische mogelijkheid om dit te doen.

Toen Rusland in 2022 zijn ‘speciale militaire operatie’ tegen Oekraïne afkondigde, was u een van de eerste persoonlijkheden die de oorlog veroordeelde. U ontvluchtte het land en verklaarde zelfs dat uw leven in Rusland in gevaar was. Kunt u ons meer vertellen over de redenen die u ertoe brachten Rusland te verlaten?

Eigenlijk is het woord ‘gevlucht’ niet van toepassing. Ik verhuisde in 2019, lang voor de oorlog, naar Londen. Het liefst werk ik daar. En twee jaar lang woonde ik in Londen en speelde ik concerten in Rusland.

Ik ben om een heel simpele reden naar Londen verhuisd: het is gemakkelijker om vanuit Chelsea naar de studio in Richmond te gaan dan vanuit St. Petersburg. Het draaide allemaal om muziek.

Maar ik kon vóór de oorlog nog steeds door Rusland toeren. Na 24 februari 2022 werd dat onmogelijk. Toeren is een beetje lastig als je concerten afgelast worden en elke politieagent je kan arresteren.

Ik ben behoorlijk impopulair bij de jongens in de Doema. Ik kan mijn mond niet houden.

Je werd door de Russische overheid uitgeroepen tot ‘buitenlands agent’, net als veel muzikanten waaronder Zemfira, Noize MC en je goede vriend Andrej Makarevitsj van Masjina Vremeni. Hoe komt het dat Rusland zijn muzikale helden zo slecht behandelt? Is rockmuziek gevaarlijk voor de huidige machthebbers in Rusland?

De waarheid is altijd een doorn in het oog van degenen die aan de macht zijn. Maar we waren nooit vrienden met het Kremlin.

Boris Grebenshikov brengt op 22 december 2023 het programma ‘BG Symfonia’ in de Trixxo Arena in Hasselt.

Chaigidel & Neraterræ: Lamaŝtu

Italië is uiteraard bekend om zonneschijn, pizza en charmezangers, maar liefhebbers van wave en goth weten al langer dat hier heel wat schatten van de obscure muzikale nachtzijde verborgen liggen. In het bijzonder geldt Italië als een referentie in de dark ambient, en daar zijn de groepen die we vandaag onder handen nemen niet vreemd aan.

Neraterræ hadden we in 2020 al leren kennen, met de plaat ‘Scenes From The Sublime’, waarin Alessio Antoni verschillende meesterwerken uit de schilderkunst muzikaal vertolkte aan de hand van slepende en atmosferische geluiden. Een uitzonderlijk werk, vonden we toen, dat ons deed uitkijken naar meer.

Chaigidel mocht dan al voor ons een nobele onbekende zijn, enig zoekwerk leert ons dat dit project van Mattia Giovanni Accinni in 2020 al een eerste plaat uitgaf, die erg aansloeg bij fans van death industrial: ‘Entrails Of The Earth’. Verder vermoeden we dat de man ook met klassieke muziek en met metal bezig is, en dat is steeds een meerwaarde.

De heren vertonen genoeg raakvlakken om samen te werken, en eigenlijk vinden we dergelijke samenwerkingen bijzonder boeiend. Want bij dark ambient is het essentieel om eentonigheid te vermijden, en dat werkt soms beter als je twee gelijkgezinde zielen samen laat werken en ideeën laat delen.

Hoewel de muziek hier natuurlijk traag en slepend is, zoals het een goede darkambientplaat betaamt, is deze plaat enorm rijk aan geluiden: mantra’s, keelzang, klokken, klankschalen, verschillende soorten exotische percussie en fluiten, maar wellicht even goed metalen platen en andere geïmproviseerde instrumenten.

Hun inspiratie hebben Antoni en Accinni gezocht in de figuur van ‘Lamaŝtu’, een Mesopotamische demon of halfgodin, dochter van de hemelgod Anu, die kinderen ontvoerde om op hun beenderen te kauwen en hun bloed op te drinken. Er zijn vast leukere onderwerpen op een familie-etentje, maar voor een darkambientplaat is dit natuurlijk een gedroomd uitgangspunt.

U kunt er best zelf uw oor aan lenen, maar wij zijn erg onder de indruk van deze slepende muziek vol variatie en oriëntaalse invloeden, die uitmondt in acht uitgestrekte experimentele en rituele nummers. U kunt trachten te letten op elk detail, en dat zijn er veel, of u gewoon laten meeslepen door een vloed aan geluidsgolven. In beide gevallen wensen we u een uitmuntende luisterervaring toe.

The Arch: Door Covid werden we gedwongen tot een nieuwe manier van werken: ieder jamde in isolatie van thuis uit, waarna de nummers groeiden door uitwisseling en interactie.

The Arch brengt met ‘Sanctuary Rat’ zijn zesde langspeelplaat uit, en wij raden iedereen aan om ernaar te luisteren. Waarom? In de eerste plaats omdat het weer aan de wonderbaarlijke kwaliteit van een The Arch-plaat voldoet, maar ook omdat de groep het ook deze keer niet nalaat om zichzelf te vernieuwen. En om daar meer over te weten, legden we een paar vragen voor aan de heren.

De nieuwe plaat ‘Sanctuary Rat’ is in september uitgekomen. Ik vind hem zeer geslaagd, en zelfs verrassend omdat jullie zich wederom weten te vernieuwen. Hoe zien jullie ‘Sanctuary Rat’ – intussen al jullie zesde langspeelplaat – in het zicht van jullie vorig werk?

U weze bedankt voor het compliment. Door de Covidparalysie en de ‘Blijf in je kot’-verordeningen, konden we niet meer samenkomen om gezellig nummers te maken in ons repetitiehol. Repeteren was er helemaal niet meer bij, want optreden was taboe. Alzo werden we gedwongen tot een nieuwe manier van werken: ieder jamde in isolatie van thuis uit, waarna de nummers groeiden door uitwisseling en interactie vanop afstand: via internet. Wellicht daardoor zijn het klankpallet en de aard van de songs breder geworden, van organisch naar mathematisch, van warm naar koud. Volgens ons bescheiden oordeel zit er meer variatie tussen de tracks onderling. En afwisseling van spijs doet (hopelijk) eten.

De vorige plaat ‘XII’ was een experiment waarbij jullie op twaalf maanden evenveel nummers zouden componeren, die bovendien elke keer door een video vergezeld zouden worden. Was er ook een experimentele insteek bij het schrijven van deze plaat, of zijn jullie terug op een meer ‘klassieke’ wijze gaan componeren?

Hier moeten we andermaal verwijzen naar het Coviddecor, een sociale kramp die iedereen aan den lijve heeft moeten ondergaan. Daardoor hebben veel groepen moeten componeren in een systeem waarbij de leden van thuis uit hun bijdragen leverden en internet de highway vormde om de nummers te laten groeien. Een nieuwigheid was wel de mixing: daar waar die vroeger steeds door externen zoals Ludo Camberlin of Kenny (KGB van Simi Nah) verzorgd werd, is deze plaat afgemixt door onze eigenste Mr. Pierre. Daar is veel tijd en energie in gekropen, maar het was een erg leerzaam proces dat veel voldoening gaf. Mixen is een interessante en plezante stiel, met een creatieve dimensie.

De vorige plaat ‘XII’ had – net omdat het de druk om snel te componeren strak had gezet – voor spanningen binnen de groep gezorgd. Zijn die spanningen opnieuw gerezen tijdens de opnames van de nieuwe plaat, of was er meer consensus over de te volgen werkwijze?

Het was allemaal meer ontspannen. Er waren geen deadlines en ieder van ons werkte thuis naar believen, naargelang het uitkwam. Werken onder druk, zoals tijdens ‘XII’, heeft voordelen en nadelen. Het zal vooruit gaan, maar het kan leiden tot een verstikkende werkdruk en een sluimerend gevoel van “het had misschien beter gekund”.

Jullie zijn een groep met twee gitaristen, Mr Pierre en Ivan DC, maar bij de nieuwe opnames lijkt het geluid vooral elektronisch te zijn, met gitaren die meer spaarzaam en afgemeten gebruikt worden. Is dat ook jullie gevoel, en zo ja, was dat een bewuste keuze?

Wij speuren altijd naar een evenwicht tussen elektronika enerzijds en gitaarpartijen anderzijds. Het was geenszins een bewuste keuze om deze keer minder gitaarlijnen in de nummers te plaatsen. Eigenlijk zijn dat zaken die zo gekristalliseerd zijn, tijdens het distilleren van de songs.

‘Sanctuary Rat’ valt ook op door de mooie hoes, ontworpen door Vincent Fourrel. Werd het werk speciaal voor jullie gemaakt? Wat is de diepere betekenis achter de hoes?

Ja, het beeld werd specifiek voor ons gemaakt en is geïnspireerd door de tekst van ‘Sanctuary Rat’, over een hooggeplaatste smeerlap, the mighty mister misty minister, die mettertijd zoveel zelfvertrouwen heeft dat ie denkt dat hij ongenaakbaar is. Maar het staat in de sterren geschreven: hoogmoed komt voor de val. En die neergang kan getriggerd worden vanuit een compleet onverwachte hoek. ‘The sanctuary rat’ blijkt uiteindelijk ‘an ordinary rat’ te zijn.

Het bijzonder mooie ‘Laments Of An Icarus’ is gebaseerd op een gedicht van Baudelaire, die met zijn bundel ‘Les fleurs du mal’ natuurlijk een klassieker is van de zwarte romantiek. Wat heeft jullie aangezet zijn gedicht op muziek te zetten?

Eigenlijk ligt het voor de hand om zo’n betoverend gedicht te consumeren als songtekst. In dit geval paste het volgens ons ‘gesluierd mooi’ bij de muziek. En wat meegenomen is: op die tekst rust geen betalend auteursrecht. Nederig bedanken en gedenken wij de grootmeester.

Ook voor andere liedjes hebben jullie gebruik gemaakt van teksten die door derden geschreven zijn. Hoe zijn jullie daartoe gekomen?

Wij krijgen regelmatig teksten gepresenteerd door confraters en vrienden, met de vraag om ze eens te proberen als lyrics voor onze songs. Wat ons betreft, hoe meer hoe liever. Dat geeft een bredere input en meer variatie.

‘Sanctuary Rat’ komt uit op Dryland Records, het label van Goethes Erben. Was het gemakkelijk voor jullie om dit label te vinden na de stopzetting van het zeer betreurde Wool-E Discs?

We hebben hen ontmoet op een festival in Duitsland. We begonnen te praten met elkaar, we werden vrienden en van het één kwam het ander. De samenwerking verloopt zoals het hoort en we zijn ook erg tevreden over hun promotie. Het is een huis waar we goed verzorgd worden. Dat is ooit anders geweest.

The Arch: bandcamp / Facebook

N.E.L & J.P: Als we samen dromen, wordt de wereld misschien wakker.

We mogen stilaan van een sensatie spreken. Zowat iedereen lijkt enthousiast over N.E.L & J.P, het project van Nel Mertens en Jean Paul De Brabander. Je moest er maar op komen. Scherp geschreven punkpoëzie in het Nederlands combineren met industriële elektronica ... N.E.L & J.P deden het, en ze worden zowat overal gevraagd om op te treden. Wij vroegen dat ook, want op 23 december nodigen we het duo uit op de eerste Dark Entries Night nieuwe stijl, dat nog steeds gratis doorgaat in de Gentse Kinky Star. We keken even na of de twee nog de voeten op de grond kunnen houden bij het succes.

Dag N.E.L & J.P. Zoals jullie weten, zijn we bij Dark Entries erg enthousiast over jullie debuut-ep ‘Honger’. Zijn jullie zelf tevreden, en hadden jullie deze positieve ontvangst verwacht?

Nel: Ik kon het helemaal niet inschatten … De positieve reacties – vanaf onze eerste single ‘Zelfbeeld Van Den Aldie’ – en vooral de vele optredens die meteen volgden, had ik alvast niet verwacht. JP had wel meteen een vermoeden dat het zou ‘aanslaan’. Met zijn muzikale ervaring, weet hij of iets zal ‘pakken’ bij een publiek of niet, maar dan nog was het spannend afwachten of ons werk opgepikt zou worden. En uiteraard ben ik zelf heel blij met het resultaat. Het spreekt vanzelf dat JP en ik alleen dingen zullen uitbrengen waar we allebei enthousiast van worden.

JP: Ik ben persoonlijk heel tevreden over de ep. Het geeft een goed beeld van waar we mee bezig zijn, en dat er ook veel mogelijk is qua sound, teksten etc. Het is echt een beetje een ontdekkingsreis voor ons, en we staan aan het begin. (lacht)

Hoe mensen je muziek ontvangen is echt moeilijk op voorhand in te schatten, en iets waar ik tijdens het schrijven totaal niet mee bezig wil zijn. Ik denk dat het gezondste uitgangspunt altijd is: probeer muzikaal dingen uit die je ‘kiekevel’ geven, en tekstueel zaken te verwoorden die voor je belangrijk zijn. En dan ziet ge wel of daar een publiek voor is. Maar natuurlijk vind ik het bijzonder leuk dat onze muziek zo goed ontvangen wordt.

Als ik het goed begrepen heb, is jullie samenwerking voortgevloeid uit een eenmalige samenwerking tussen Nel en de groep van JP, This Can Hurt. Kunnen jullie vertellen hoe dat juist in zijn werk gegaan is?

Nel: Ik kende de heren van This Can Hurt al een beetje van op concerten en interviews die ik met hen deed. Maar met JP had ik eigenlijk het minst van al contact gehad.

Sven, frontman van This Can Hurt contacteerde me op een bepaald moment. Ze hadden hun semi-akoestische ep ‘A Deeper Shade Of Blue’ bijna klaar, met een instrumentale track als afsluiter, waarmee ze graag iets met poëzie wouden doen. Een gezamenlijke vriend vertelde hen dat ik – naast muziekreviews – ook poëzie schreef en zo kwamen ze bij mij terecht. Ik schreef een tekst bij hun track en sprak die in.

JP: Dat beviel ons zo goed, dat ik voorstelde om nog enkele nummers samen uit te werken. We waren vertrokken! In enkele weken tijd hadden we een paar nummers opgenomen. Toen vroeg de Gentse newwaveband Fragments ons om het voorprogramma op hun ep-release te spelen. We zijn nogal impulsief en zeggen graag ‘ja’ op alles, dus dat was snel geregeld. Op de affiche werden we aangekondigd als ‘punkpoëzie in droomkamers’. Nel schrijft punky. Maar de nummers die we samen maakten, klonken nog niet punky! Lichte paniek. We gooiden alles in de vuilbak en schreven nieuwe nummers, nieuwe teksten op zes weken tijd. Net gepast om met een electropunk-set te kunnen openen voor Fragments in een uitverkocht Trefpunt!

JP, jij hebt zoals gezegd in het verleden vooral opzien gebaard met This Can Hurt, waarvan jullie het geluid als ‘industrial postwave’ bestempelen. Heb jij nog andere projecten? Ben je niet bang dat het succes van N.E.L & J.P een schaduw zal werpen op je werk bij This Can Hurt?

JP: Ik heb net het dubbel album van Villa Voortman afgewerkt, dat op 15 december in de Handelsbeurs wordt voorgesteld. 28 tracks op een dubbele vinyl, gaande van drum ‘n bass, punk, kleinkunst ... Kortom: een bijzonder eclectische soep. (lacht) Met Nel ben ik bezig met de preproductie van ons debuutalbum voorzien in het voorjaar … en met This Can Hurt ben ik een pak nummers aan het herwerken die voorzien zijn voor de derde plaat … Dus handen en agenda vol! Aangezien er zoveel verschil is qua stijl en werkwijze, is het niet echt een probleem alles naast elkaar te laten bestaan. Alleen die agenda’s …

Er gaat een heel verhaal schuil achter de titel van jullie ep: ‘Honger’. Mogen we daar meer over weten?

Nel: Honger kan je eigenlijk als rode draad doorheen alle tracks op de ep herkennen. Alles behalve de meest concrete, letterlijke betekenis van het woord, als de basisbehoefte naar eten. Het gaat eerder wat in de huidige maatschappij als ‘basisbehoeften’ benoemd wordt … en dat is soms positief, als het om honger in de zin van ‘goesting’ gaat. Zo hebben we het verlangen, de honger naar écht contact in ‘Huidhonger’. Want als we samen dromen, wordt de wereld misschien wakker. Of het mooie toegeven van breekbaarheid, het missen van een oude liefde, het mooie terugdenken daaraan, het stiekeme verlangen naar een weerzien, in ‘Ik Beken’.

Maar soms – of meestal – is die ‘moderne honger’ ook negatief, als het gaat om de drang naar méér. ‘Traan’ gaat over het nog zwaarder in de verf willen zetten van moeilijke emoties, dan ze werkelijk zijn. In een leven gebeuren vaak echt moeilijke dingen, lopen relaties niet af zoals we verwacht hadden. Maar wat ‘moeilijk’ is voor de één is dat niet voor de ander. Soms is het nodig om persoonlijke miserie toch even te relativeren … De meest besproken tekst is die van ‘Zelfbeeld Van Denaldie’. Omdat hij heel simpel is wellicht, en erg herkenbaar, over de drang naar het overconsumeren als compensatie voor persoonlijke leegtes. Ook ‘Hamartia’ gaat over negatieve honger, over machthebbers met gigantische ego’s en een nog grotere drang naar macht, en welke invloed dat heeft op maatschappijen. En de hoop dat we ons daar toch blijven tegen verweren en voor óns leven blijven kiezen.

Nel, jij behandelt in je teksten een hele resem belangrijke thema’s: emotionele kwetsbaarheid, liefde, erotiek, maar ook bredere maatschappelijke beschouwingen. Het lijkt soms of je je teksten in een soort van roes schrijf. Klopt dat? Hoe zet je je aan het werk, en waar haal je inspiratie uit?

Nel: Wel, eigenlijk gebeurt dat net helemaal niet in een roes! (lacht) Ik heb overal kleine boekjes met een balpen bij. In iedere kamer in huis, in mijn handtas, boekentas, op toilet, in mijn bureau op het werk … Vaak ‘passeren’ er mooie woorden en gedachten door mijn hoofd, geïnspireerd door dagelijkse situaties die ik meemaak, die ik daarin ergens noteer. Op een ‘vrij’ momentje, meestal ‘s nachts ergens, verzamel ik al die schrijfsels in een schrift en cluster ze al een beetje. Op thema of op samenhang.

Om daar dan een tekst van te maken, plan ik echt schrijftijd ’s nachts in. Als de wereld slaapt, is er genoeg rust in mijn wereld om tot teksten te komen. Die komen dus vooral door vrije associatie tot stand. Flarden die samen horen, woorden die mooi samen klinken, passages waarin de ritmiek vanzelf goed zit … boetseer ik tot een tekst. Zolang het maar niet rijmt. Ik hou niet van gerijm.

JP, ik neem aan dat de gedichten van Nel het uitgangspunt zijn bij de composities. Of gebruik je soms muziek die los van de tekst gecomponeerd werd? Hoe gemakkelijk of hoe moeilijk is het om muziek te zetten op gedichten van iemand anders?

JP: Zoals Nel net vertelde, zijn de eerste zes tot zeven tracks waar we aan werkten uiteindelijk bijna allemaal in de vuilbak beland … Eigenlijk is het beetje een muzikale zetel of kader creëren, waarbinnen Nel haar vocal en teksten werken. Ik herinner me nog vrij goed het moment van “Yes, ik weet wat ik voor haar wil schrijven! ”. Het Eurekamoment … Sindsdien is het bijzonder gemakkelijk te bepalen welke ideeën zullen werken.

Nel, we kennen jou als een bezige bij. Schooldirectrice, moeder, muziekjournaliste, dichteres, en nu ook zangeres. Lukt het om alles te combineren?

Nel: Ja! Ik ben gelukkig iemand die erg weinig slaap nodig heeft. Al deze zaken zorgen er voor dat ik de tijd die ik heb als de rest van de wereld slaapt, zinvol en creatief kan gebruiken. Dat is niet altijd het geval geweest en dan leek ik te vervallen in negatievere gedachten en gedrag.

Uiteraard vraagt dit alles een strakke planning en een dosis energie, want het zijn ook intense bezigheden. Maar ze geven me ook zo veel energie!

En op een podium staan, blijkt – naast mijn dagelijkse danssessietje met mijn zoon – toch wel één van de enige manieren te zijn voor mij om de ‘energievreters’ en de ‘waan van de dag’ ineens helemaal los te kunnen laten. De ideale tegenhanger voor de drukte en stress die soms met mijn job gepaard gaat.

De optredens volgen elkaar snel op. We waren heel blij jullie te kunnen strikken voor de eerste Dark Entries Night nieuwe stijl, op 23 december, maar we zien gewoon dat jullie in gestaag tempo nieuwe optredens aankondigen. Ik heb jullie live kunnen bewonderen, en ik vond het een heel mooi optreden. Hoe kijken jullie naar jullie live concerten? Waar hechten jullie aandacht aan bij een optreden?

Nel: Ik vind de sfeer in de zaal erg belangrijk. En goed geluid. Mijn doel is zo snel mogelijk van mijn ‘boekske’ af te geraken. In principe zitten die teksten in mijn hoofd, maar in mijn zwarte boekje op het podium staat naast de tekst vooral ook een ritmische partituur. Ik blijf toch zo onzeker dat ik ergens de mist zou gaan. Maar liefst van al, wil ik dat ding van het podium, want ik voél een veel fijnere dynamiek en interactie met het publiek als ik hen kan aankijken.

Jullie beloven een volledige plaat in 2024. Dat gaat snel, zeker als we bedenken dat ‘Honger’ pas aan het einde van 2023 verscheen. Hoe vorderen de werkzaamheden aan de volledige plaat?

JP: We werken momenteel de drie laatste nummers af - misschien nog een vierde - en dan is die in principe klaar om naar de perserij te sturen.

N.E.L & J.P: facebookbandcamp

23 december 2023: Dark Entries Night met N.E.L & J.P en Such Beautiful Flowers, Kinky Star, gratis inkom

Lees hier de Dark Entries review van de ep "Honger"

Concertclip van Lacrimosa om nieuwe liveplaat te promoten

U hebt misschien gehoord dat Lacrimosa een nieuwe liveplaat uitgebracht heeft: 'Nachts'. Het is intussen de vijfde live-cd van de Zwitsers, maar Gerry Croon verzekerde ons in zijn recensie dat het een aangename luisterervaring vormt, zowel voor doorwinterde Lacrimosa fans als voor nieuwkomers. En om zeker te zijn dat u naar de plaat zult luisteren, komt nu ook een clip uit van één van de nummers uit de plaat. 'Liebe über Leben' is één van de vijf nummers uit de laatste studioplaat 'Leidenschaft' die ook op deze live-cd staan. Verwacht echter nog niet meteen een nieuwe tournee van Lacrimosa. Tilo Wolff en zijn gevolg zijn net terug uit Latijns-Amerika, waar ze steevast enorme zalen uitverkopen, en zullen zich eerst concentreren op een nieuwe plaat. Daar wensen we hen veel succes bij, maar hey Tilo, vergeet niet om daarna nog eens naar België te komen, hé ...

Lees de recensie van 'Nachts' door Gerry Croon.

Lees het interview van Tilo Wolff naar aanleiding van 'Leidenschaft' door Xavier Kruth (voorlopig enkel in het Engels).

Porta Nigra Autumn Edition 2023: Een sfeer van weemoed, maar ook van troost voor mensen die moeten zien te overleven in een trieste wereld die zijn ondergang tegemoet gaat.

Wilt u weten waarom we altijd proberen aanwezig te zijn op de optredens van Porta Nigra? Wel, omdat ze steeds met geweldig originele en gewaagde affiches van hoge kwaliteit komen. Dat was zaterdag niet anders, op de herfsteditie die traditioneel focust op neofolk en industrial. Vier groepen stonden er geprogrammeerd, en we kregen dan ook vier uitstekende optredens voorgeschoteld.

Ik werd wel geconfronteerd met een kleine teleurstelling toen opener Witch of None een drietal dagen voor hun optreden moest afzeggen. Zangeres Sophie Drakenvleugels – nog steeds een van de zusjes achter het geweldige droompopproject Dark Poem – lijdt immers aan een zware hernia en kan niet optreden. Gelukkig werd er snel een alternatief gevonden toen Peter De Koning – het andere deel van Witch of None – een optreden met Sandy ‘Magthea’ Nijs van Hybryds op stapel zette, waarin de vocalen van Sophie verwerkt zouden worden.

Omdat ik toch vind dat u Witch of None moet kennen, stel ik de groep even voor. Het is een verbond tussen de bovengenoemde Sophie en Peter. Samen brengen ze heerlijk originele muziek die het midden houdt tussen chaotische industrial en zweverige droompop. Hun enige wapenfeit tot nu toe is de single ‘Virtue of Salvation’ uit 2020, dat u absoluut moet beluisteren. Sindsdien heeft de groep nog meer gecomponeerd, werk dat volgens Peter harder is, en waar we uiterst benieuwd naar zijn.

Maar goed, in de plaats van Witch of None, krijgen we eigenlijk een lange improvisatie van Hybryds, ten minste als we Peter met zijn alterego TraumaSutra als een deel van Hybryds mogen beschouwen. Dat begint atmosferisch, met Sandy die achter de knoppen wat samples op het publiek loslaat, en Peter die geknield geluiden uit allerlei voorwerpen haalt en die vervolgens vervormt.

Na verloop van tijd worden de ritmes strakker, waarbij Peter overstapt naar darboeka, wat resulteert in harde techno in de stijl van Rabbits Wear Boots, een ander project van Sandy. Ik ben evenwel blij als Peter terug neerknielt en we verder darkambientachtige geluidsvelden krijgen, die weliswaar opnieuw uitmonden in donderende ritmes en extatische percussie. Best intens, maar intussen blijf ik benieuwd naar dat eerste optreden van Witch of None.

Apoptose speelt vanavond zijn eerste optreden in België. Dat is verwonderlijk, want het project uit Leipzig is al sinds eind jaren negentig actief en heeft een behoorlijke reputatie. Ik hoor zelfs bezoekers zeggen dat ze speciaal voor Apoptose komen. Het project vermengt atmosferische dark ambient met industrial, en verwerkt daarin ook motieven uit klassieke muziek en volksmuziek. Oorspronkelijk was het een eenmansproject van een zekere Rüdiger, maar deze wordt al lang bijgestaan door een zangeres, die na een instrumentale intro haar intrede doet. De combinatie van een warme vrouwenstem met knetterende ritmes en sfeervolle synths werkt bijna magisch.

Het duo mikt hoog met uitvoeringen van ‘What Power Art Thou? (Cold Song)’ – een nummer van Henry Purcell dat erg bekend is in de uitvoering van Klaus Nomi – en ‘Maria durch ein Dornwald ging’ – een kerstlied uit de Renaissance. Helaas hebben we het gevoel dat de zangeres het niet helemaal aankan, hoewel de begeleiding nog steeds subliem is. Apopstose sluit af met een nieuwe compositie – de eerste in vijf jaren – dat hier voor het eerst opgevoerd wordt. ‘Broken World’ is een reflectie op de mentale gezondheidsproblemen die razen door deze gebroken wereld. Een pakkend einde van een sterk optreden.

Het optreden van Rome wordt aangekondigd door ‘Hey, plyve kacha’, een prachtig Oekraïens volkslied. Dat is geen toeval, want de laatste plaat van Rome – ‘Gates of Europe’ – is volledig gewijd aan de huidige oorlog in Oekraïne. Ik voel me daar zelf ook bij betrokken. Door mijn interesse in Centraal en Oost-Europa – inclusief reizen en heel wat artikels die ik geschreven heb – ben ik er net als Rome van overtuigd dat de Russische dictatuur een barbaarse imperialistische oorlog voert, terwijl Oekraïne niet enkel voor haar eigen overleven vecht, maar ook voor het democratische Europa.

Het mag dan ook niet verwonderen dat Rome heel wat nummers uit ‘Gates of Europe’ speelt, zeker in de eerste helft van het optreden. Meesterbrein Jérôme Reuter wordt vergezeld door percussionist Yann Dalscheid, al zijn er ook heel wat elektronische achtergrondgeluiden en melodieën in de muziek verwerkt. Reuter zelf wisselt een heel optreden lang tussen folkgitaar en percussie. De emotionele uitvoering en de thematiek van de oorlog maken er een emotioneel beladen concert van.

Uiteraard is er ook plaats voor oudere klassiekers. ‘Sons of Aeeth’ komt uit ‘Die Æsthetik Der Herrschaftsfreiheit’, een ambitieuze trilogie over anarchistische opstanden, die in 2011 uitkwam. Op het nummer volgt een gefluitmelodie die we kennen van voorganger ‘Nos chants perdus’, maar helaas wordt niets uit dit meesterwerk over het linkse ondergrondse in Frankrijk gespeeld, net zomin als uit het nog betere ‘Flowers From Exile’, dat over vluchtelingen uit de Spaanse burgeroorlog ging. Dergelijke platen maakten Rome wel zeer geliefd, vooral bij fans van neofolk die blij waren met een groep waarbij uitzonderlijk geen vermoedens van foute rechtse sympathieën waren.

Die vermoedens kwamen er later wel, vooral vanaf ‘Le Ceneri Di Heliodoro’ uit 2019, waaruit meezingers als ‘Who Only Europe Knows’ en afsluiter ‘One Lion’s Roar’ komen. Rome ging zich steeds meer in Europa als wieg van de beschaving interesseren, met best wat fout gekozen leuzes die ze in hun liederen verwerkten. Maar ik geloof dat dit – net zoals bij Reuters grote helden Death In June – een bewuste strategie is om mensen op het foute been te zetten. Uit de feiten – onder meer uit een weigering om met een extreemrechtse Italiaanse groep op te treden in 2013 – valt duidelijk af te leiden dat Reuter geen nazi is.

Dat kunnen we ook afleiden uit Reuters reactie als een aantal Oekraïeners een Oekraïense vlag heisen tijdens ‘Going Back to Kyiv’. Op zich geen probleem, ware het niet dat de vlag ook een aantal symbolen bevat die wij als extreemrechts beschouwen: een wolfsangel, een zwarte zon, en een verwijzing naar Azov, dus wellicht naar het Azovbataillon dat sommigen beschuldigen van nazisme. Hoewel hij tot dan amper gesproken heeft tussen de nummers, stelt Reuter ons gerust: ‘Wees niet gechokeerd door deze symbolen. Wij nemen geen aanstoot aan deze vlag, omdat we weten dat het geen nazi-ding is. Jullie weten waar we staan. De wereld is ingewikkelder dan dat.’

Interessant is ook dat Reuter teruggaat naar de begindagen van zijn projecten, naar de dagen dat hij op het legendarische label Cold Meat Industry zat, met nummers als ‘Neue Erinnerung’ en ‘Der Wolfsmantel’. Maar het meest indrukwekkend vond ik het eerste bisnummer: ‘The Ballad Of Mariupol’, alweer uit de laatste worp ‘Gates of Europe’ en wat mij betreft het mooiste Rome-nummer ooit, gebaseerd op kwetsbaar getokkel en een zeer emotionele melodie. ‘Dit gaat over de mensen die de fascistische indringer bevochten hebben’, licht Reuter het nummer toe. Dan volgt ‘One Fire’ uit ‘A Passage to Rhodesia’ uit 2014, een conceptplaat over de onafhankelijkheidsstrijd van Zimbabwe. Alweer een meezinger dat een indrukwekkend optreden afsluit.

Wie absoluut nooit van politiek foute sympathieën verdacht werd, is Kim Larsen van :Of The Wand And The Moon:. Toegegeven, hij heeft een gitaar met een sticker met runen op. Je kunt er lezen: ‘This machine kills time’. Dat is een verwijzing naar Woody Guthrie, die op zijn gitaar ‘This machine kills fascist’ had staan. Blijkbaar werd daar in gevangenissen ‘This machine kills time’ van gemaakt, en Larsen vond dat een mooie leuze om ook zijn muziek mee vorm te geven. Maar verder is er niets politieks aan zijn composities.

Ook Larsen heeft een nieuwe plaat onder de arm: ‘Your Love Can’t Hold This Wreath Of Sorrow’. Nu ja, zo nieuw is de plaat niet. Hij kwam in 2021 uit, en sindsdien kwam nog een nieuwere plaat uit, met enkel dark ambient soundscapes: ‘Behold The Trees’. Maar het is onmiskenbaar ‘Your Love Can’t Hold This Wreath Of Sorrow’ dat vanavond in de kijker staat, want meer dan de helft van de plaat wordt gespeeld. Al hebben we ook hier recht op een première: ‘Megin Runar’ wordt vanavond voor het eerst live gespeeld, ook al dateert het nummer eigenlijk al uit 2003.

:Of The Wand And The Moon: speelt vandaag in volledige bezetting, dus met een elektrische gitarist, bassist en toetsenist die Larsen, die zelf natuurlijk folkgitaar speelt, ondersteunen. Dat is best een meerwaarde, want de nummers zijn vaak op eenvoudige gitaarakkoorden gebaseerd, en de arrangementen met andere instrumenten zijn de noodzakelijke kruiden die de smaak van de muziek bepalen. Bovenop de groep worden trouwens nog tal van percussie- en andere instrumenten in de backing track afgespeeld. Zo zou ‘Whispers of the Past’ nooit zo goed klinken zonder de vooraf opgenomen strijkers.

Eigenlijk is de grote kracht van :Of The Wand And The Moon: het scheppen van een sfeer. Een sfeer van weemoed, maar ook van troost voor mensen die moeten zien te overleven in een trieste wereld die zijn ondergang tegemoet gaat. Je zou van minder beginnen drinken, en dat is ook wat Larsen op het podium doet. Al zal hij daarvoor zijn nummers niet onderbreken. Larsen is ook een romanticus die om de haverklap witte rozen in het publiek gooit. Ik noteer ook mooie gitaarsolo’s door de gitarist, en zeer passende melodica door de toetsenist op sommige nummers. Larsen speelt nummers uit al zijn platen, en sluit af met heel oudere nummers als ‘Lucifer’ en ‘I Crave for You’.

Dat was het alweer voor deze uitstekende editie van Porta Nigra. Achteraf mag dj The Black Widow het volk nog aanmanen om de dansvloer te betreden, maar met mijn afgeladen vol weekend maak ik me snel uit de voeten. Met een aantal mooie herinneringen aan buitengewoon geslaagde concerten, dat wel. En met het voornemen om in de toekomst nog naar Porta Nigra te komen, want zo’n uniek festival dien je nu eenmaal te koesteren.

Setlist Apoptose: Die Zukunft / Meer der Ruhe / Hexenring / Time-lapse City / Nidstång / Violet Creed / What Power Art Thou? (Cold Song) / Maria durch ein Dornwald ging / Broken World

Setlist Rome: Intro / The Death of a Lifetime / Families of Eden / Eagles of the Trident / Our Lady of the Legion / Céline in Jerusalem / Sons of Aeeth / Solar Ceasar / Neue Erinnerung / Kali Yuga über alles / No Second Troy / Ächtung Baby / Der Wolfsmantel / Going Back to Kyiv / Uropia o Morte / One Lion’s Roar // The Ballad of Mariupol / One Fire

Setlist :Of The Wand And The Moon: Intro / Your Love Can’t Hold This Wreath Of Sorrow / Let’s Take a Ride (My Love) / Tear It Apart / Twilight Halo / Megin Runar / Immer vorwärts / Lost in Emptiness / Whispers of the Past / My Black Faith / Viper Soul / Sunspot / I Called Your Name / Nothing for Me Here / A Tomb of Seasoned Dye / Barbs of Time // Lucifer / I Crave for You

Intussen is ook de volgende editie van Porta Nigra bekend. Het wordt een EBM-editie met een dubbele headliner van twee klassiekers uit het genre: Front 242 en Nitzer Ebb. De twee openers moeten bewijzen dat België nog steeds topacts in het genre kan leveren met The Juggernauts en Mirexxx. Het feestje gaat op 1 maart 2024 door in de Stadsfeestzaal van Aarschot, en we raden u aan om tijdig uw ticket te kopen.

Laibach: Love Is Still Alive, Nieuwe Nor, Heerlen

Het lijkt wel of Laibach met verschillende tournees tegelijkertijd bezig is. Onlangs zagen we een magistrale vertoning van ‘Alamut’ in Frankfurt, en amper twee weken later hebben we een ticket geboekt voor een uitvoering van de ‘Love Is Still Alive’-tour in Heerlen. In Nederland, maar lekker dicht bij de Belgische grens. Intussen heeft de Sloveense avantgardegroep ook nog een ‘Opus Dei’-tour aangekondigd waar al een paar data van bekend zijn, en die ik ook graag zou bijwonen.

Love Is Still Alive’ is een ep die begin 2023 uitgekomen is, en die gebaseerd is op een nummer dat Laibach opnam voor de film ‘Iron Sky II: The Coming Race’. Dat wordt het uitgangspunt voor het eerste deel van het optreden.

Marina Mårtensson – een dame die rond 2020 de aartsmoeilijke opdracht kreeg om de prachtige Mina Špiler te vervangen, die al een decennium lang een vaste waarde was bij Laibach-optredens – treedt alleen het podium op, vergezeld van een folkgitaar. Als een ware singer-songwriter slaat ze een paar eenvoudige akkoorden aan, terwijl de andere muzikanten opkomen.

Dan krijgen we de officiële countryversie van ‘Love Is Still Alive’, uiteraard gebaseerd op dezelfde eenvoudige akkoorden. Milan Fras komt in een glittervestje en met een gigantische witte cowboyhoed het podium op, en zingt: ‘My English is no heaven / My German's even worse / But I can drive the spaceship / Across the universe’, met zijn bekende gorgelende grafstem. Het is duidelijk dat Laibach weer de spot drijft met zichzelf, wat mogelijk ook gewoon de bedoeling was van de deelname aan de twee ‘Iron Sky’-films.

De gedachte achter de ‘Love Is Stille Alive’-ep is om het nummer in verschillende muzikale uitvoeringen te brengen, altijd gebaseerd op het eenvoudige akkoordenschema van het nummer. Milan blijft nog even op het podium met zijn hoofd meeknikken op het ritme van de tweede versie van het nummer, dat eigenlijk een instrumentele versie is van het origineel, maar verlaat dan het podium.

Marina blijft nog wat achtergrondzang leveren en tamboerijn spelen bij de derde, techno-achtige versie. Luka Jamnik, de man van de elektronische effecten, mag de vervormde robotachtige stem leveren die regelmatig ‘across the universe’ herhaalt. Nadat ook Marina het podium verlaten heeft, gaat de vierkoppige groep instrumentaal verder, met versies van het nummer die eerst naar trance neigen, en dan naar lounge (met een mooie knipoog naar ‘Shine On You Crazy Diamond’).

Als gitarist Vitja Balžalorsky naar zijn strijkstok grijpt om de ambientversie te beginnen, komt Marina terug het podium op om het nummer van ijle engelenzang te voorzien. Later komt Milan ook terug, om mee te zingen op een trage versie met tonnen tromgeroffel en achtergrondzang.

Ik had voor het optreden wat twijfels over het idee om de ‘Love Is Still Alive’-ep integraal te brengen, omdat ik deze plaat eerder als een tussendoortje zag dan als een ernstige Laibach-plaat. Maar eigenlijk is het idee uitstekend, vooral omdat het als een uitgerekt nummer wordt voorgesteld dat de luisteraars op een korte tijd doorheen heel verschillende sferen loodst, dit alles uitmuntend gebracht door de groep.

Er volgt een intermezzo van exact vijftien minuten, met aftelklok. De titel ‘We’ll Be Back’ verschijnt, samen met beelden van de indiaan Winnetou die op zijn paard door de bergen rijdt. Winnetou is een personage van de 19e eeuwse Duitse schrijver Karl May, en veroorzaakte een tijd geleden ophef in Duitsland omdat twee Winnetou-boeken uit de handel genomen werden wegens racisme en culturele toeëigening, gepaard met de verontwaardiging over zoveel wokewaanzin en cancel culture. Ik neem aan dat het feit dat sommige Winnetou-films in Joegoslavië opgenomen werden, ook meegespeeld heeft in de keuze voor de beelden.

Het tweede deel begint met nummers van ‘Wir sind das Volk’, dat misschien wel mijn favoriete Laibach-plaat is van de afgelopen jaren. De plaat is gemaakt voor een toneeluitvoering gebaseerd op teksten van de Duitse schrijver Heiner Müller, bekend om zijn scherpe observaties van het 20ste eeuwse Duitsland, en ik heb er nog steeds spijt van dat ik hier geen opvoering van heb kunnen bijwonen.

‘Ordnung und Disziplin’ en ‘Ich bin der Engel der Verzweiflung’ zijn twee nummers uit die plaat, gebaseerd op dissonante geluiden en tegendraadse ritmes, die meer typisch zijn voor de zuivere industrialstijl die Laibach over de jaren ontwikkeld heeft. Er komen mooie achtergrondbeelden bij kijken, die het werk zijn van Laibach hoofdideoloog Ivan Novak, al is het een raadsel of de man vandaag ook aanwezig is.

Aansluitend krijgen we twee nummers uit een andere plaat die Laibach maakte voor een toneeluitvoering: ‘Also sprach Zarathustra’, dat mogelijk ook mijn favoriete Laibach plaat is uit de afgelopen jaren. In ‘Das Nachtlied I’ declameert Milan Fras hoe donker het land is, en met ‘Als Geist’ gaat op hetzelfde donkere en getormenteerde elan verder.

Laibach wilt duidelijk nummers spelen uit de uitstekende laatste platen, want het gaat verder met twee nummers uit het fantastische ‘Sketches of the Red District’, dat begin dit jaar uitkwam en wellicht mijn favoriete Laibach-plaat is van de laatste jaren. De plaat verwijst naar de beginjaren van Laibach in het industriële communistische bolwerk Trbovlje.

De plaat handelt over de strijd tussen communisten en fascisten in Trbovlje, maar ook naar het eerste verboden optreden van Laibach in hun heimatstad in 1980. De muziek keert weer naar de industriële muziek die Laibach begin jaren tachtig produceerde, en de nummers ‘Glück Auf!’ en ‘Lepo – Krasno’ (Mooi – wonderbaarlijk) worden wederom vergezeld van mooie beelden van vallende hamers en rood-witte films van Trbovlje.

We vervolgen met nog meer verwijzingen naar de begindagen, zijnde nummers uit de eerste twee platen van Laibach uit 1985 en 1986, maar wel in de ‘Revisited’-versie die in 2020 uitkwamen, en die zeker hoort bij mijn favoriete Laibach-platen uit de afgelopen jaren. De eerste plaat kwam in 1985 naamloos uit omdat de naam Laibach destijds verboden was in Slovenië, als gevolg van verschillende schandaaloptredens van de groep. (Het volledige verhaal leest u hier.)

De nummers beginnen met pure noise en pianochaos, wat uitmondt in een uitstekende en meer gestructureerde versie van ‘Smrt za Smrt’ (Dood om dood). Hier valt op dat niet Marina gevraagd wordt om achtergrondzang te leveren, maar dat nog steeds gebruik wordt gemaakt van opnames van Mina Špilers zang, die door merg en been snijdt. Mina valt ook in achtergrondbeelden te zien. We vragen ons af of ze ooit nog op het podium te zien zal zijn met Laibach, want in wezen had ze gewoon een pauze genomen om een kindje te maken, en lijkt ze nog goede contacten te hebben met de groep.

We duiken dieper de duisternis in met ‘Krvava gruda - plodna zemlja’ (Bloedige grond - vruchtbaar land), met een Duitstalige speech aan soldaten als intro, en later een engelenkoor waar alweer Mina in opduikt. Misschien moeten we hier ook even vermelden dat de plaat ‘Nova Akropola’ uit 1986, waar het nummer oorpsronkelijk op prijkte, binnenkort een heruitgave krijgt met twee aanvullende platen met live-uitvoeringen van de nummers. Afluiten doen we met ‘Ti, ki izzivaš’ (Jij die uitdaagt), dat altijd een duister hoogtepunt is bij optredens.

Het mag duidelijk zijn dat oude rot Milan Fras de hoofdrol kreeg in het tweede deel van het optreden, dat voornamelijk uit dissonante en brutale industrial bestond. Als de groep van het podium verdwijnt, verschijnt ‘Maybe We’ll Be Back’ op het scherm, met beelden van Winnetou die naar ons zwaait.

Na een korte pauze komt de groep terug, deze keer met zowel Milan als Marina. Ze brengen het nummer ‘The Future’ van Leonard Cohen als een duo, een lied dat eigenlijk op het lijf geschreven is van Laibach: ‘Give me back the Berlin wall / Give me Stalin and St. Paul / I've seen the future, brother / It is murder’. Ook het volgende nummer was op het lijf geschreven van Laibach, maar gaat al sinds eind jaren tachtig mee: ‘Sympathy For The Devil’. Uiteraard gaat het publiek uit de bol bij deze klassieker.

De eerste bisnummers worden afgesloten met ‘The Coming Race’, dat het hoofdnummer was van de gelijknamige film die aanleiding gaf tot deze tour, en waarvan de soundtrack door Laibach net uitgekomen is. Het neigt naar soul en R&B, maar hoort zeker thuis op een optreden van ‘Love Is Still Alive’. Op het eind van het nummer doet Milan teken dat we moeten zwijgen, zodat hij met optimaal effect kan afsluiten met de leuze: ‘Let’s Make Earth Great Again’.

De groep verlaat opnieuw het podium, en deze keer verschijnt de boodschap ‘Maybe Yes, Maybe No’. Winnetou doet aanstalte om te verdwijnen. Toch komt de groep terug om hun laatste worp te zingen: ‘The Engine Of Survival’, een mooie ballade die opnieuw de vorm aanneemt van een duet tussen Milan en Marina.

Het was een indrukwekkend optreden met drie duidelijk te onderscheiden delen. In het eerste deel werd een vrij toegankelijk experiment gevoerd om een lied gebaseerd op een eenvoudig akkoordenschema op zeer diverse manieren uit te voeren, in een langgerekte en aanstekelijke compositie. In het tweede deel kregen we rauwe en ontoegankelijke industrial, en jullie hebben vast gemerkt dat ik dit het hoogtepunt vond van het optreden. In het afsluitende deel – de bisnummers – kregen we covers en meer poppy nummers.

En hoewel dat heel uiteenlopend kan lijken, was het een meesterlijk vormgegeven geheel, waarin Laibach de reikwijdte van zijn kunnen in al zijn facetten tentoonspreidde. Ik raad iedereen aan om dit mee te pikken. Binnen een paar dagen speelt Laibach nog met hetzelfde programma in Amsterdam, en ook een paar keren in Duitsland. Wij vinken alweer een succesvol optreden af, en kijken uit naar wat de toekomst brengen zal.

Bekijk de fotoreportage van Luc 'Who Cares' Luyten

Setlist:

Post-apocalypse: Love is Still Alive I (Moon, Euphoria) / Love is Still Alive II (Venus, Libidine) / Love is Still Alive III (Mercury, Dopamine) / Love is Still Alive IV (Neptune, Oxytocin) / Love is Still Alive V (Uranus, Prolactin) / Love is Still Alive VI (Saturn, Insomnia) / Love is Still Alive VII (Jupiter, Tristitia) / Love is Still Alive VIII (Mars, Dysphoria)

War: Ordnung und Disziplin (Müller versus Brecht) / Ich bin der Engel der Verzweiflung / Das Nachtlied I / Als Geist / Glück Auf! / Lepo – Krasno / Smrt za smrt / Krvava gruda - plodna zemlja / Ti, ki izzivaš

Repent: The Future (Leonard Cohen) / Sympathy for the Devil (The Rolling Stones) / The Coming Race

The Engine Of Survival: The Engine of Survival

Laibach: Alamut - Mourir pour des idées

Alamut – wat zoveel betekent als ‘adelaarsnest’ in het Perzisch – is een versterkte burcht op een rots in het noorden van Iran, waarvan vandaag enkel nog ruïnes overblijven. De burcht is vooral bekend als de voormalige vestigingsplaats van Hassan-i Sabbah, de grondlegger van de Assassijnen. Die Assassijnen zijn erg berucht, want hun naam gaf aanleiding tot het woord ‘assasin’, oftewel (huur)moordenaar, in het Frans en het Engels. De Assassijnen waren immers bekend voor hun moorden, waarbij ze onder meer gebruik maakten van dolken en gif, iets waar we nog op terugkomen.

Er is heel wat discussie over de etymologie van Assassijnen. Marco Polo had het woord immers gelinkt aan hasjiesj: ‘hashshāshīn’ of gebruikers van hasjiesj. Vooral Hassan-i Sabbah stond bekend als iemand die hasjiesj aan zijn strijders zou geven om hen een blik van het paradijs te gunnen, om hen zo aan te moedigen om beter te vechten. Deze versie is evenwel omstreden, en andere bronnen verwijzen naar het Arabische woord ‘Asas’ als bron, wat ‘principe’ betekent. In deze optie zouden de Assassijnen dus principiële mensen zijn.

Het verhaal van de Assassijnen en hun leider Hassan-i Sabbah heeft de Sloveense schrijver Vladimir Bartol alleszins geïnspireerd om zijn meest succesvolle roman te schrijven: ‘Alamut’, dat ook gewoon één van de meest succesvolle Sloveense boeken aller tijden werd. Het werd vertaald in 18 talen, maar helaas is het Nederlands daar niet bij. Daarom heb ik voor dit artikel gebruik gemaakt van een Franse vertaling uit 2012.

Oorspronkelijk verscheen het boek in 1938, en zo komen we stilaan bij de reden dat Laibach – dat natuurlijk vooral geïnteresseerd is in de politieke en ideologische dimensie van het boek – ‘Alamut’ vandaag als inspiratie gebruikt voor een grootschalig multimedia symfonisch werk. Vladimir Bartol was afkomstig uit Triëst, een stad die nu in Italië ligt, maar die tot aan de eerste wereldoorlog deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, net als Slovenië. Belangrijk is dat er een belangrijke Sloveense en Kroatische minderheid was in Triëst, waar Bartol dus deel van uitmaakte.

Toen het Oostenrijks-Hongaarse Rijk na de eerste wereldoorlog uit elkaar viel, kwam Triëst in Italië te liggen. Er volgden aanvallen tegen Slovenen en Kroaten door fascistische knokploegen. Toen Benito Mussolini in 1922 aan de macht kwam in Italië, voerde hij een strenge politiek van Italianisering, waarbij Slavische talen als het Sloveens en het Servo-Kroatisch steeds meer verdrukt werden, tot en met het verplichte Italianiseren van Slavisch klinkende namen. Dit leidde tot actief verzet van Slovenen en Kroaten in de regio. In 1924 ontstond de antifascistische organisatie TIGR, kort voor Triëst (Trst), Istrië (Istra), Gorizia (Gorica) en Rijeka, waar ook Bartol mee sympathiseerde.

TIGR staat bekend als een van de eerste antifascistische organisaties, en voerde verschillende aanslagen uit, eerst tegen symbolische doelen en personen, en later tegen militaire doelwitten. De organisatie werd in 1941 ontmanteld door de fascisten. Leden en sympathisanten van TIGR vochten nadien met de Joegoslavische partizanen mee tegen de Duitse bezetter in Joegoslavië, maar na de oorlog zou het communistische regime hen monddood maken. Sinds de jaren 80 is er evenwel weer meer aandacht voor de strijd van TIGR.

Het verhaal van ‘Alamut’ speelt zich af in Iran, maar de interpretatie wordt gekaderd in de strijd tegen het fascisme in Europa. Bartol heeft de eerste editie dan ook opgedragen aan Mussolini. Hassan-i Sabbah wordt afgeschilderd als een gewetenloze leider die zijn volgelingen op grandioze wijze manipuleert, zodanig dat ze bereid zijn voor hem te strijden en te sterven. De link naar het fascisme is snel gelegd. Later werd het boek ook genoemd in analyses over het communisme, en sinds 11 september 2001 natuurlijk ook van het islamitisch fundamentalisme.

Er is nog een tweede politieke gebeurtenis die van belang is in de interpretatie van het boek: de moord op koning Alexander I van Joegoslavië. Alexander werd op 9 oktober 1934 doodgeschoten tijdens een bezoek aan Frankrijk. Franrijk probeerde een coalitie tegen nazi-Duitsland te bewerkstelligen, en probeerde daarbij ook Italië te betrekken. De Joegoslavische koning, een goede bondgenoot van Frankrijk, had hier moeite mee, omdat Mussolini ook aanspraak maakte op Joegoslavisch gebied. U begrijpt dat men in Joegoslavië al snel dacht dat Mussolini bij de moord betrokken was, al werd die in werkelijkheid gepleegd door een Macedonisch nationalist. Maar de Macedonische nationalisten hadden dan weer banden met de Kroatische nationalisten van de Ustaše, en die werden dan weer volop gesteund door Mussolini ...

Ik hoop dat u door de bomen het bos nog ziet, maar wees gerust: ik zal de geschiedenisles hierbij laten. Wat ons interesseert is dat iemand zo fanatiek een ideologie kan aanhangen dat hij iemand vermoordt en zelf het leven laat in dat proces. Dat brengt ons terug bij het boek van Bartol. In het boek ontwikkelt Hassan-i Sabbah een gewiekst plan om zijn volgelingen tot totale onderwerping te dwingen. Hij doet zich voor als een profeet die de sleutel naar het paradijs bezit. Na een succesvolle veldslag opent hij de deur van het paradijs voor drie krijgers die zich hebben onderscheiden in de strijd. Ze krijgen hasjiesj toegediend, vallen in slaap, en worden dan naar de geheime tuinen geleid die zich achter de burcht bevinden. In die tuinen worden ze verwend door tal van knappe meisjes die Hassan-i Sabbah speciaal heeft opgeleid om het genot van de mannen te dienen. Na een nacht in de tuinen te hebben verbleven, krijgen de strijders weer hasjiesj en worden ze slapend terug naar de versterkte burcht gebracht.

Bij hun terugkeer verkondigen de krijgers dat ze daadwerkelijk in het paradijs zijn geweest, en versterken ze zo de mythe van Hassan-i Sabbah als een machtige profeet. De nawerking van de hasjiesj en de herinnering aan de meisjes maken dat de krijgers hunkeren naar hun terugkeer naar het paradijs. Zo kan Hassan-i Sabbah krijgers overtuigen om zijn tegenstanders te vermoorden met een in gif gedrenkt mes, wat weer verwijst naar de reputatie van de Assassijnen. Als Alamut belegerd wordt, maakt hij indruk op onderhandelaars door een strijder op te dragen een dolk in zijn hart te steken, en een andere om van een toren te laten springen, bevelen die ze met een glimlach op hun gezicht opvolgen. Zo ontstaat de indruk dat Hassan-i Sabbah onoverwinnelijk is, omdat zijn soldaten bereid zijn voor hem te sterven, en wordt de belegering uiteindelijk opgeheven.

In werkelijkheid gelooft Hassan-i Sabbah helemaal niet in de leer van de Ismaëlieten, de sekte die hij leidt en waar de Assassijnen deel van uitmaken. Enkel de hoogste ingewijden weten dat de leer nep is, en dat het werkelijke credo van de religie is: ‘Niets is waar, alles is geoorloofd’. Als een pientere krijger – die de opdracht had voltooid om de vizier van de sultan, en aartsvijand van Hassan-i Sabbah, te vermoorden – erachter komt dat het paradijs nep is, en wraak wil nemen op Hassan-i Sabbah, weet deze laatste hem te overhalen met de werkelijke nihilistische leer van het Ismaëlisme. Uiteindelijk vertrekt de krijger met het plan om het Ismaëlisme verder te verspreiden door zich ook als profeet voor te doen.

Goed materiaal voor Laibach, denkt u vast. Maar hoe kwam de Sloveense avantgardegroep net tot dit project? U herinnert zich misschien dat Laibach in 2015 twee keer in Noord-Korea gespeeld heeft. De optredens in één van de meest totalitaire regimes ter wereld waren natuurlijk opmerkelijk, zeker voor een groep die al heel zijn carrière gewijd heeft aan het onderzoeken van de kracht van ideologie en totalitarisme. Bij hun terugkeer grapten de groepsleden dat ze volgende keer in Iran wilden optreden. Dat was maar om te lachen, maar toen de Amerikaanse uitgever van ‘Alamut’ aan Laibach suggereerde om iets met het boek te doen, werd het idee terug opgenomen. Bovendien had een agent van Laibach de groep verteld over de experimentele muziek die in Iran gemaakt werd tot aan de Islamitische Revolutie in 1979.

Laibach reisde tot nu toe al drie keer naar Iran, in de hoop in de hoofdstad Teheran te kunnen optreden met ‘Alamut’. Ze ontmoetten er componisten, muzikanten en zangers, maar ook vertegenwoordigers van het regime. De voormalige minister van Cultuur van Iran – overigens een fan van de Sloveense postmarxistische filosoof Slavoj Žižek, die heel dicht bij Laibach staat – was zelfs heel enthousiast over het project. Maar met de nieuwe, erg conservatieve regering die in 2021 aan de macht kwam, zijn de relaties minder goed. Ivan Novak – de hoofdideoloog van Laibach – zei dat er ‘iets gebeurd is’, zonder verder te specifiëren wat. Toch blijven de gesprekken open, en hoopt Laibach in 2024 in Iran te spelen. De première van ‘Alamut’, die oorspronkelijk in Teheran had moeten plaatsvinden, voltrok zich in september 2022 in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië.

Nu zijn vier nieuwe uitvoeringen aan de gang. Er was een uitvoering in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië waar Laibach vanzelfsprekend zeer populair is. (Wist u trouwens dat Laibach gewoon de Duitse naam is van Ljubljana, en dat het gebruik van de naam in de jaren 80 voor heel wat controverse zorgde?) Maar er was ook een opvoering in Triëst, de Italiaanse stad waar auteur Vladimir Bartol vandaan kwam. Er volgt nog een optreden in de Kroatische hoofdstad Zagreb, waar Laibach een aantal historisch controversiële optredens gedaan heeft. Maar het hoofdoptreden gebeurt vandaan in Frankfurt, want Laibach is te gast op de boekenbeurs aldaar, in het kader van de speciale aandacht die eregast Slovenië er dit jaar geniet. En daarom is ook de Sloveens president Nataša Pirc Musar aanwezig bij deze plechtige vertoning.

Bij het bestellen van een drankje voor het optreden, vertelt de barman dat hij de repetitie gehoord heeft, en dat het erg ‘speciaal’ is. Hij zegt dit op een niet al te positieve toon, hoewel hij eruit ziet alsof hij best wat alternatieve muziek beluisterd heeft. Mij stemt het niet bang. Ik heb al een paar geluidsfragmenten uit de opvoering in Ljubljana gehoord, en weet dat het heel experimenteel zal zijn. Dat blijkt ook meteen in het openingsnummer ‘Overture (Doing The Great Human Experiment)’. Het RTV Slovenia Symphony Orchestra neemt bijna heel het podium in, en trakteert ons op een geluidsbrei van dissonante klanken die best karakteristiek zijn voor de hele avond. De blazers komen van de zijkanten van de zaal binnen, en bewegen al spelend door het publiek richting podium. 

In het tweede nummer ‘Secret Garden’ – ik hoop dat jullie begrijpen dat de titels verwijzen naar het verhaal van ‘Alamut’, in dit geval naar de tuinen van de burcht waar Hassan-i Sabbah zijn nepparadijs heeft opgezet – staan ook meteen de Iraanse invloeden in de kijker. Er hebben namelijk twee Iraanse componisten meegewerkt aan het werk: Idin Samimi Mofakham en Nima A. Roshwan. Het orkest wordt geleid door de Iraanse dirigent Navid Gohari. De derde componist is Luka Jamnik, een Sloveen die al vaak muziek geschreven heeft voor Laibach. Ik hoor erg Iraanse klanken, waarvan ik echter niet kan uitmaken of ze van een harp, dulcimer of xylofoon komen.

Maar het meest indrukwekkend is het Iraanse koor, bestaande uit drie vrouwen en één man: het Human-Voice Ensemble uit Teheran. Zij zingen door elkaar heen, deels geïmproviseerd en ook deels gebaseerd op Perzische poëzie van Omar Khayyam en Mahsati Ganjavi. Gezien de grootschalige protesten tegen de religieuze regels in Iran – als gevolg van de moord op Mahsa Amini in 2022, vervolgd omdat ze haar hoofddoek niet correct droeg – vind ik het belangrijk om op te merken dat de dames uit het koor zonder hoofddoek zingen. Ik hoop dat dit geen problemen zal geven bij hun terugkeer, want een Iraanse muurklimster die zonder hoofddoek deelnam aan een sportcompetitie in 2022, verdween bij haar terugkeer een tijdje van de radar.

Hoewel we tot nu toe eerder atmosferische muziek hebben gehad, gaat het er harder aan toe in ‘Fedayeen (The Axe Is Sharpened)’. De harde percussie in combinatie met schallende blazers doet wat terugdenken aan het vroege industriële werk van Laibach in de tweede helft van de jaren 80, toen ze militaristische drums mengden met bombastische symfonische arrangementen. In ‘Transition (Die Sterne über uns sind stumm)’ horen we alweer het Iraans koor. Ik merk hierbij terloops op dat er ook een zeskoppig Sloveens koor deelneemt: het Gallina Women’s Choir.

Laibach hoofdideoloog Ivan Novak vertelde ons in de aanloop naar de vertoning dat de twee meditaties van Hassan-i Sabbah de meest interessante stukken zijn, omdat ze het meest ideologisch getint zijn. Hierin verklaart Hassan-i Sabbah zijn kijk op de wereld. Uiteraard wordt de man vertolkt door oude rot Milan Fras, die achter het orkest op een verhoogje plaatsneemt. ’Meditation I’ handelt over de zoektocht naar waarheid, waarbij de vaststelling is dat we de waarheid enkel door onze zintuigen kunnen waarnemen, maar dat deze zintuigen ons ook vaak misleiden. Conclusie: ‘Niets is waar, alles is geoorloofd’.

In ’War (Every Death Brings A New Victory)’ – de titel verwijst alweer naar hoe Hassan-i Sabbah profijt weet te halen uit de menselijke offers die hij vraagt van zijn fedayeen – komt nog een nieuwe troep naar voren. Een vijftiental accordeonisten van de AccordiOna Disharmocic Cohort komen langzaam langs de trappen van de zaal naar het podium afgedaald, terwijl ze een hoop herrie maken op hun instrumenten. Ik heb nog weinig aandacht besteed aan de prachtige achtergrondprojecties. In dit nummer grijpt Laibach terug naar zijn ‘Sloveense Guernica’, een kunstwerk dat ze lieten maken bij hun plaat ‘We Forge The Future’, het relaas van een concert in het Reina Sofia Museum in Madrid. Het belangrijkste werk uit het museum, de Guernica, werd nagedaan op basis van tekeningen van de Sloveense partizaan Nikolaj Pirnat over zijn strijd in de tweede wereldoorlog, wat tot een erg mooi resultaat leidde dat destijds de cover van de plaat versierde.

In ’The Doors Of Perception’ – de titel is een mooie knipoog naar het gelijknamige boek van Aldous Huxley over zijn ervaringen met drugs – gaat het om de ervaringen van de fedayeen die hasjiesj aangeboden krijgen. U kunt zich zo inbeelden dat de muziek erg psychedelisch klinkt. ‘The Metaverse’ brengt ons de bekende atonale symfonische muziek, maar probeert ook een link te maken naar het heden, want Laibach kondigde al in het begin van het optreden aan dat de geschiedenis zich vandaag herhaalt.

‘Meditation II & Epilog’ sluit het optreden af. Milan Fras neemt nu aan de voorkant van het podium plaats en declameert: ‘Iraniërs, zijn jullie beschaamd over jullie afkomst? (…) Verkiezen jullie buitenlandse heersers?’ Ik dacht eerst dat het hier om een verwijzing ging naar een politieke redevoering, omdat Laibach in het verleden verschillende keren speechen van Tito of Jaruzelski op muziek zette. Maar nadat ik ‘Alamut’ nog eens doorbladerde, wist ik dat het wel degelijk weer op uitspraken van Hassan-i Sabbah uit het boek gebaseerd was.

Het nummer eindigt met de zin ‘we zien elkaar in de hel’. Ook deze zin is uit het boek afkomstig. Als Hassan-i Sabbah een huurmoordenaar naar de vizier van de sultan stuurt, heeft die een brief mee, waarin een in gif gedrenkte dolk zit. Met de dolk zal de krijger de vizier verwonden, en eens deze laatste de brief opent, begrijpt hij alles. De boodschap van de brief: ‘We zien elkaar in de hel’, getekend: Hassan-i Sabbah. De vizier weet dat hij zal sterven door het gif, maar vertelt de krijger de volledige waarheid over Hassan-i Sabbah, en in plaats van de moordenaar ter dood te veroordelen, stuurt hij de krijger weer naar Alamut om wraak te nemen. Niet dat dit lukt, want zoals ik al eerder vermeldde, overtuigt Hassan-i Sabbah de krijger om zelf deel te nemen aan het bedrog dat hij opgezet heeft.

Zo eindigt het stuk, en na afloop neemt Laibach-hoofdideoloog Ivan Novak nog even het woord om alle medewerkers en de aanwezige Sloveense president te bedanken. Ik moet eerlijk zijn: het was een indrukwekkend schouwspel. Maar ik zal u ook niet verbergen dat de enorme Jahrhunderthalle in Frankfurt maar voor een derde gevuld was, goed voor een duizendtal mensen. Laibach had het ongetwijfeld groter gezien. Ik begrijp dat de intussen wat oudere Laibachfans zich niet zomaar op een donderdagavond kunnen vrijmaken voor een internationaal concert. Ze hebben werk en kinderen, en zijn niet meer exclusief toegewijd aan hun favoriete groep.

Dit schouwspel gaat over absolute toewijding. Meer nog: absolute toewijding, tot in de dood, aan ideologieën die ons het paradijs in het vooruitzicht stellen. Een hiernamaals, zoals religieuze ideologieën, of een paradijs op aarde, zoals het fascisme of het communisme ons voorwendden. Daarom is ‘Alamut’ van Vladimir Bartol vandaag nog steeds relevant, en is het goed dat Laibach – dat zijn levenswerk gemaakt heeft van het analyseren van ideologieën en totalitarisme – dit werk tot een prachtige multimedia symfonische performance verwerkt heeft. Het was de bedoeling dat er nu reeds een cd-versie van ‘Alamut’ beschikbaar zou zijn, maar zoals vaker heeft alles wat vertraging opgelopen. Laibach belooft de plaat in de komende maanden uit te brengen. En ik kondig u nu al aan dat u absoluut een exemplaar moet weten te bemachtigen, want wat ik vanavond zag, was uitzonderlijk sterk.

------------------------------------------------------------------------------

Ik wil deze tekst opdragen aan Bas Mercx, ook bekend als Dein Offizier, die op 18 augustus 2023 overleed aan leukemie. Bas was een groot Laibachfan, en schreef ooit een recensie van een Laibachconcert voor Dark Entries. Ik heb veel online gesprekken gehad met Bas, veelal over Laibach, maar ook over de Amerikaanse industrialband Zwaremachine, waarin hij percussie speelde. Kort voor zijn dood vroeg hij me nog om naar het optreden van Zwaremachine te komen in Heerlen in september, in het voorprogramma van Front 242. Bas was erg trots op deze prestatie, en hoewel hij wist dat hij terminaal ziek was, hoopte hij dit optreden nog te kunnen meemaken. Het lot en zijn zware ziekte hebben er anders over beslist. Bas zal een speciale plaats blijven houden in het hart van vrienden en familie, en bij menig Laibach- en Zwaremachinefan.

Ik wil ook Alexander Nym bedanken, die me heel wat informatie over Laibach en 'Alamut' heeft toegestuurd.

Foto: Valter Leban