woensdag, april 13, 2016

Optredens Xavier Kruth (met video's op YouTube)


Het gaat me voor de wind de laatste tijd. De optredens volgen elkaar op. Niet te snel, maar net genoeg om er telkens iets moois van te maken. De komende weken kunt u me twee keer aan het werk zien:

Op 23 april speel ik op het Benefiet ‘Let’s change Ethiopia’ in Wilsele, en dit samen met de ritueel-sjamanistische-groep Chrysopa Occulta (Bart en Els van Kinderen van Moeder Aarde, verleden jaar speelden we met drieën op dit evenement) en de Hot Wheel Band. (inkom gratis, meer info)


Op 7 mei mag ik - uitzonderlijk nog eens onder de naam ‘Alexandre’ - optreden als voorprogramma van het fantastische Hedera Helix, en wel op de presentatie van hun nieuwe cd ‘Pastiche’. (info en tickets)

 

Ik heb de afgelopen tijd ook wat optredens gegeven. Op vrijdag 13 november, tenslotte, speelde ik het voorprogramma van The Imaginary Suitcase in Café Gitan in Kessel-Lo.

 

En wat optredens samen met Gert Kleinpunk, aan wiens nieuwe cd ik trouwens ook mee zal werken:


Op vrijdag 27 november mocht ik twee liedjes spelen in de set van Gert Kleinpunk tijdens Soulfood in ’t Mooi Alternatief, Houwaart. Ik speelde ‘De klok slaat door’ en ‘Drink nog een glas’.

 

Op 18 maart speelde ik in Komdis in Dessel, als voorprogramma van Gert. Marieke - de vriendin van Gert - heeft een paar filmpjes van mijn optreden gemaakt, die ik integraal op YouTube gezet heb.

Drink nog een glas:



De Klok slaat door:



Licht op de duisternis:



Boze wolven:

dinsdag, april 12, 2016

Hedera helix: Het is pas bij een levend optreden dat alle elementen die Hedera helix uitmaken, aanwezig zijn

14 jaar bestaat Hedera helix intussen. Ze zijn momenteel de laatste hand aan het leggen aan hun nieuwe cd ‘Pastiche’, de opvolger van reeds zeer goed ontvangen ‘Dolce’ uit 2003. Er staan ook twee optredens op stapel waarop het nieuwe werk te horen zal zijn. Het eerste is een speciale set voor Coalescaremonium op 2 april, het tweede is de officiële cd-voorstelling in Zulte op 7 mei. Oscar Valerius Kandinsky van Hedera helix staat bekend als als een groot erudiet, en dus schotelden we hem enkele vragen voor.

Hedera helix is onder de mensen meer bekend als ‘klimop’, een groenblijvende, houtige liaan uit de klimopfamilie (Araliaceae). Wat is de actualiteit rond deze bijzonder populaire plant?

Het is een project dat ondertussen al meer dan veertien jaar bestaat. Het invullen van een leemte in de hedendaagse podiumkunsten? Hedera helix is muzikaal een mengeling tussen electro en industriële pop. Tekstueel met scherpe lyriek en visueel met zonderling bewegingstheater. Soms dansbaar, soms intiem en intens. We zijn met zes, een collectief. Een 'correctief’ zo u wil.

Uit onderzoek blijkt dat planten sneller groeien onder invloed van muziek. Maar is het daarom ook een goed idee om klimop met muziek te bestoken?

Wel, de machinerie is deze keer wel aan het draaien. De nieuwe cd is bijna klaar. Eric Van Wonterghem is druk aan het masteren en elders wordt de vormgeving van de verpakking van 'Pastiche' gerealiseerd. Enkel Sabam moet nog een bewijs van 'non-interventie' leveren voor het persen. Wat eigenlijk kafkaïaans is, want we beheren onze rechten zelf.

Bij een rouwhulde in Madrid voor de Hongaarse stervoetballer Puskás Ferenc, overleden in 2006, speelde Laura Benítez een stuk op cello. Wat voelden jullie?

Je moet ons vooral komen bekijken op Coalescaremonium voor de art nouveau-set. Of op 7 mei voor de cd-voorstelling. Voor wie de cd dan in zijn collectie tastbare muziekdragers wil: die kost op de voorstelling acht euro in plaats van tien. Milde doordenker: "voor hetzelfde geld kost het meer ..."

Dr. Edgar Berillon stelde dat ten tijde van Lodewijk XIV reeds werd gezegd dat een reiziger enkel en alleen aan de enorme omvang van de uitwerpselen te weten kon komen of hij de grenzen van Duitsland was overgestoken. Ook in zijn boek ‘Hoe kunnen we ooit overeenkomen met een volk dat stinkt’ uit 1915 rekende hij af met de Duisters en hun excrementen. Wat denken jullie? Kunnen we overeenkomen met de Duitsers?

God, 'succes' ... Ik heb liever 'respect'. Een schijf uitbrengen is voor ons niet echt belangrijk, zelfs de muziek op zich is niet alles. Het is pas bij een levend optreden dat alle elementen die Hedera helix uitmaken, aanwezig zijn. We hebben er dertien jaar over gedaan om dertien nummers op te nemen. Tijd was wel een probleem, dat moet ik toegeven. We zijn allemaal met veel verschillende dingen bezig. Het leven is te kort om één truukje te leren zeker?

Is het jullie al opgevallen dat ‘Asthma’ en ‘isthmi’ de enige Engelse zesletterige woorden zijn die beginnen en eindigen met een klinker met daartussen enkel medeklinkers?

De keuze voor het Nederlands heeft te maken met een zekere volwassenwording. Het Hollywood-imitatiegedrag zijn we al lang voorbij. Maar ik moet toegeven dat een vleugje exotisme me niet vreemd is. Op Pastiche is er één nummer in het Spaans en één in het Frans en dwarrelen er ook nog Italiaanse, Portugese en Russische frasen door de teksten.

De Doelisten verzetten zich in het midden van de 18e eeuw tegen de macht der burgemeesters in en rond Amsterdam. Ze verkregen het herstel van de gilden in hun oude rechten, en het verbod op straathandel. Bij de burgemeestersverkiezing in 1752 leden deze echter een grote nederlaag. Wat is er fout gelopen?

Het visuele maakt bij een concert het plaatje compleet. Een groene kool smaakt het best met spek gestoofd en het geheel is meer dan de som der delen. Voor mij hoort het er allemaal bij. We zijn nu met zes op het podium. Dat begon als drie muzikaal en drie visueel/dans, maar dat was een onzinnige scheiding, gezien voor Elixir piano en zang geen uitdaging is en voor Buttercup percussie evenmin. Het zal dus zowel muzikaal als visueel niet aan variatie ontbreken.

Recent wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat duiven gemakkelijker kankercellen herkennen op beelden van bijvoorbeeld een mammografie. Staan jullie het gebruik van duiven voor deze doeleinden voor?

Vorig jaar zat aan de ingang van Coalescaremonium een bevallige dame die ons vriendelijk vroeg om 40 euro neer te leggen. Er werd ons een kunststof bandje om de pols gemeten en toen mochten we zomaar binnenschrijden. Verbijsterend. Nee, de contacten met Coalescaremonium zijn twee jaar geleden al gelegd en dan is een deel van de organisatie naar ons komen kijken op een festivalletje in Berlare. Het feit dat zij zo hard werken om het geheel te kaderen maakte dat het snel klikte. En ook de locatie: het zaaltje heeft iets theaterachtigs en past daarom perfect bij wat we doen.

In ons heelal is een gigantische alcoholwolk ontdekt op een afstand van zo’n 6500 lichtjaar van de Aarde, in een gebied waar sterren zich vormen uit wolken gas en stof. Hoelang zal het volgens jullie duren vooraleer we deze kunnen beginnen te ontginnen?

De set op Coalescaremonium is volledig aangepast aan het thema, de locatie en het publiek, met een speciale franstalige cover. Voor de cd-voorstelling hebben we graag de focus wat meer op ons. Familie en vrienden, die misschien bang zijn van goths, kunnen we niet vragen om 35 euro neer te tellen. We ontvangen ze beter in Zulte.

Wat zijn jullie plannen voor de verdere toekomst?

Dat is een rare vraag.

Hartelijk dank voor deze inzichten.

Moge uw bonen talrijk zijn.

Foto's: Bert Blondeel & Bart Vandermeersche

Hedera helix: website / facebook




Jozef Van Wissem: When Shall This Bright Day Begin

De luit. Een eeuwenoud instrument afkomstig uit de Arabische en Perzische Oed. In de late middeleeuwen begon het instrument aan zijn opmars in Europa, en vooral in de renaissance en de barok was het instrument erg populair. Jozef Van Wissem grijpt terug naar de luiten zoals ze in de tijd geconcipieerd waren, maar steekt ze muzikaal in een fris kleedje.

Van Wissem is actief sinds 2000 en heeft vooral veel faam verworven door zijn uitgaven met punk-regisseur Jim Jarbusch (of zijn groep SQÜRL), met wie hij twee cd’s uitbracht en voor wie hij filmmuziek schreef. Hij heeft nog tal van samenwerkingen op zijn naam, onder meer met Maurizio Bianchi en Gary Lucas.

Ook hier neemt hij schoon volk mee. Of wat dacht u van Zola Jesus? Haar stem past perfect op ‘Ruins’, een hoogtepunt op de cd. Haar achtergrondzang op opener ‘To Lose Yourself Forever Is Eternal Happiness’ schept de sombere sfeer die heel de cd kenmerkt. De nummers waarop Van Wissem zelf zijn eigen grafstem laat weerklinken zijn wellicht het meest kil, terwijl de gesproken samples ons doen denken aan Godspeed You! Black Emperor, en dat vinden we ook een mooie referentie.

Voor wie Van Wissem nog niet kent is het wellicht even wennen, want dit is best wel eigenzinnige muziek. Zijn muziek is bijzonder minimaal, met soms slechts een paar luitakkoorden, repetitief getokkel en ijle elektronica op de achtergrond. Tegelijkertijd sluit het aan bij hedendaagse klassieke muziek. Al bij al is dit bijzonder intrigerende en rustgevende muziek, maar wel met een erg donker kantje.


Bekijk de zeer mooie clip bij Ruins, door regissseur Michael Lee Nirenberg:

Ahráyeph: Desert Songs EP

Deze ‘Desert Songs E.P.’ wordt voorlopig het laatste wapenfeit van Ahráyeph. Raf Ahráyeph had al een tijdje aangekondigd zijn gothic rock project voor onbepaalde tijd stop te zetten, om zich de komende dagen, maanden, jaren… te concentreren op zijn metalproject Trans World Tribe. Maar hij zou uiteraard in schoonheid afscheid nemen, en dat mag wel na het uitstekende ‘AnimAElegy’ dat verleden jaar uitkwam.

De ‘Desert Songs E.P.’ bestaat slechts uit twee nummers, maar is desalniettemin goed voor 30 minuten muziek. Het eerste nummer sleept maar liefst 23 minuten aan, en is eigenlijk een samenvoegsel van nummers die in het proces van AnimAElegy geschreven zijn, maar de plaat niet gehaald hebben. Ze krijgen de naam ‘Desert Songs III IV V’, een duidelijke verwijzing naar Robin Propper-Shepard - grote held van Raf Ahráyeph - die het nummer ‘Desert Song’ opnam met zijn rockgroep The God Machine, en het nummer ‘Desert Song II’ met Sophia.

Het tweede nummer ‘Perish’ is wat korter. Het klokt af op 6 minuten en gaat terug op het eerste gothic rock project van Raf: Crucifire. Deze groep kwam niet verder dan een demo, maar Raf heeft van die demo reeds verschillende nummers verwerkt voor Ahráyeph, en dit nummer had die eer nog niet gekregen. De herwerking is - zoals je van Raf kan verwachten - heel grondig gebeurd, met verse gitaren en een nieuwe tekst. Muzikaal bouwt dit verder op het gekende geluid van Ahráyeph, al overheersen de atmosferische en progressieve invloeden, eerder dan de zuivere gothic rock (u weet wel, de Fields Of The Nephilim-referentie waar Raf stilaan een hekel aan heeft).

En zo is de cirkel rond, natuurlijk. Begin en einde vallen samen. De ‘Desert Songs E.P.’ is een uitstekende plaat om een punt te zetten achter dit deel van de carrière van Ahráyeph, al hopen we natuurlijk dat dit project nog een tweede leven beschoren zal zijn.

PS: Het is evenwel nog niet helemaal gedaan met Ahráyeph. Er zouden dit jaar nog digitale uitgaven moeten komen van ‘AnimAElegy’ en zelfs van het debuut ‘Marooned On Samsara’, dat op belangrijke punten herwerkt zal worden. Van het nieuwe project Trans World Tribe zou het debuut reeds tegen de zomer het licht moeten zien. We houden u - uiteraard - op de hoogte.

Ahráyeph: facebook / website

Exponentia: Abend

De vierde cd van Exponentia. We zaten er al even op te wachten, want we waren zeer te spreken over de voorganger ‘Ghost’. Doch Ludovic Dhenry verkoos om eerst nog twee cd’s uit te brengen met zijprojecten: het elktronische darkwave project Zauber (een hoogtepunt uit het oeuvre van Dhenry!) en het instrumentaal-industriële Résonance Magnétique.

Ludovic Dhenry blijft niet graag stilzitten en zijn oeuvre evolueert mee. Met zijn vierde cd ‘Abend’ blijft hij natuurlijk symfonische arrangementen - weliswaar elektronisch geprogrammeerd - centraal stellen, maar komen er ook meer gitaren - eveneens geprogrammeerd - bij. Ongetwijfeld is dat de invloed van Lacrimosa, één van de lievelingsgroepen van Dhenry.

Net als bij de overgang van Lacrimosa naar het gitaargerichte werk, stelt zich de vraag of de gitaren geen te prominente plaats krijgen. Ik zou meer passages ingebouwd hebben waarin zuiver neoklassieke arrangementen voorkomen (zoals Lacrimosa trouwens bewonderenswaardig deed op ‘Elodia’ en ‘Echos’, twee van hun beste werken). Dat Dhenry het echt professioneel aanpakt, kan je afleiden uit de lijst van instrumenten en klanken die hij gebruikt heeft.

Zanggewijs is het weer tot in de puntjes afgewerkt, met heel wat aandacht voor de frasering. De stem klinkt erg als Sopor Aeternus, en dat is een andere lievelingsgroep van Dhenry. Teksten zijn in het Duits, zoals op het debuut van Exponentia en op het sublieme ‘Engel’ van Zauber. Om u een idee te geven van de thema’s die aangesneden worden citeren we een paar woorden die vaak terugkeren: ‘Dunkelheit’, ‘Geister’, ‘Tod’ en ‘Angst’. Duidelijk?

‘Abend’ is alweer een uitstekende cd van Exponentia, en zou je zin moeten geven om heel het oeuvre van Dhenry te leren kennen. Dhenry heeft zijn herkenbare eigen stijl gecreëerd die niemand hem nadoet. Maar binnen dat kader blijft hij steeds verder evolueren, en zo blijft het immer boeiend om hem te blijven volgen.

Exponentia: website / facebook

Anna Aliena herneemt Josip Hatze

Anna Aliena is al vaker vermeld geweest in Dark Entries, al was dat vaak omwille van haar synthpop met operazang, een stijl die haar de bijnaam 'de vrouwelijke Klaus Nomi' opleverde. Op haar laatste ep merkten we evenwel op dat ze meer en meer afstand neemt van de synthpop om meer naar klassieke muziek toe te werken. En ook haar voorliefde voor Kroatië viel op, met zelfs een liefdeslied in het Kroatisch. Haar volgende ep zal zelfs volledig uit Kroatische liederen bestaan. Ze herneemt immers vijf nummers van Josip Hatze, één van de belangrijkste Kroatische componisten aller tijden. Ze zou zelfs de eerste Duitse artieste kunnen zijn die muziek van Hatze herneemt. 'Suzy' is een lied dat opgedragen is aan een traan, en het kondigt de ep 'Serenada' aan, die op 15 april zou moeten uitkomen op GoDiva Records. 




David Bowie: ★ (Blackstar)

Nu we de dood van David Bowie al enigszins hebben verteerd, kunnen we misschien met wat meer objectiviteit terugkijken op ★ oftewel Blackstar, de laatste cd uit Bowies oeuvre. Uiteraard is dit werk nauw gelinkt aan zijn aftakelende gezondheid en aan zijn dood. Want hij wist dat het er onvermijdelijk zat aan te komen, ook al bleef hij tijdens de opnames praten over een volgende plaat. Pas twee maanden voor het uitkomen van ★ wist Bowie dat zijn ziekte terminaal was.

Dat hij twee dagen na de uitgave - tevens de dag van zijn 69ste verjaardag - stierf, is mogelijk geen volledig toeval, want uit studies bleek eerder al dat stervende mensen zich soms mentaal instellen om nog een laatste belangrijke gebeurtenis mee te maken en dan te sterven. Al is dat natuurlijk slechts een hypothese. Alle getuigenissen zijn evenwel formeel: zijn laatste maanden waren erg creatief en intensief, en hoewel hij duidelijk leed onder zijn ziekte, was hij nog steeds scherp van geest.

In de lente van 2014 ging Bowie incognito kijken naar een experimentele jazzgroep onder leiding van Donny McCaslin. Hij zette zich zwijgend aan een tafeltje bij het podium en verliet wat later de zaal. Tien dagen later kreeg McCaslin een mailtje dat hij en zijn drummer Mark Guiliana uitgenodigd waren om met Bowie samen te werken. Ze namen samen een jazzy versie op van ‘Sue (Or in a Season of Crime)’, een nummer dat al eerder verscheen op een Bowie verzamelaar (en ook op deze ★ staat).

In het midden van 2014 werd de hele groep rond McCaslin geconvoceerd om mee te werken aan ★, samen met de legendarische Tony Visconty, de producer van Bowies beste werken. En dan verdween Bowie van de radar. Voor vijf maanden. Zonder enige uitleg. Dan werd het pas menens. Vanaf januari trekt de hele bende de studio in. Bowie vocht op dat moment reeds 6 maanden tegen kanker.

Omwille van Bowies gezondheid moest alles in de nabijheid van zijn appartement in Manhattan gebeuren. Het theater waar hij aan ‘Lazarus’ werkte bevond zich op vijf minuten. De Magic Shop-studio waar ★ opgenomen werd, bevond zich nog dichter. De sessies duurden van 11 tot 16 uur, het maximum dat Bowie aankon, en soms kon Bowie helemaal niet komen opdagen.

Het uitgesproken doel was om klassieke rock-n-roll te vermijden. Alhoewel er prominente jazzmuzikanten aanwezig waren, werd het ook geen jazz-cd, maar een mengeling van krautrock, trip-hop, pop en jazz, dat bij momenten herrinert aan het spectaculaire ‘Low’ uit de jaren 70, maar ook aan het prachtige ‘Heathen’ van een tiental jaar geleden. De toetsen van Jason Lindner - iemand die met een vintage toetsenbord en handmatig samengestelde effecten speelde - kregen een prominente rol om dat indrukwekkend geluid te bereiken.

Het meest indrukwekkend is wellicht opener en titelnummer ★, dat bijna 10 minuten duurt. De oorspronkelijke versie duurde zelfs meer dan 11 minuten, maar werd ingekort omdat iTunes zo’n lange nummers niet als single wil verkopen. ‘Lazarus’ is een nummer dat duidelijk verwijst naar de naderende dood van Bowie. Het werd ook geschreven nadat hij in november 2014 gediagnosticeerd was met kanker. Een soort testament, als het ware.

Van de twee genoemde nummers werden ook video’s gemaakt. Bowie was snel duidelijk tegenover regisseur Johan Renck: hij was erg ziek en wist niet zeker of hij het zo lang zou trekken. Mogelijk moest Renck op zoek naar een plaatsvervanger om de video te draaien. Er werd telkens een dag vrijgemaakt - respectievelijk in september en november - waarop Bowie 5 uur lang gefilmd kon worden. Renck schiep het personage Button Eyes (knopenogen) voor de video’s, die bol van de religieuze en occulte verwijzingen staan.

Deze twee nummers zijn wellicht al gekend door iedereen, maar ik kan jullie verzekeren dat heel de cd van hetzelfde kaliber is. Alles is in een gelijkaardige sfeer opgenomen en hoewel elk nummer op zichzelf staat - en zelfs een hoogtepunt is - overstijgt de cd als geheel de som van de individuele liedjes. Weliswaar met slechts 7 nummers en iets meer dan 40 minuten muziek, maar er zijn klassieke platen die korter zijn. We mogen het dus probleemloos beschouwen als een nieuw - en laatste - meesterwerk van Bowie.

Artistiek is dit een sublieme plaat, één van de besten die hij na zijn klassiekers uit de jaren 70 gemaakt heeft. Maar uiteindelijk valt ★ moeilijk los te koppelen van de dood van Bowie. Meer zelfs: de hele context maakt het nog specialer en aangrijpender. Bowie heeft van zijn dood een stuk kunst gemaakt, en ★ is daar het meest tastbare bewijs van. Een prachtige afsluiter van een prachtige carrière…



The Rope: Waters Rising

Amerikaanse gothic rock ? Yep, het vaderland van Christian Death, Mephisto Watz, Faith and the Muse heeft uiteraard ook zijn gothic rock scene, maar van al die groepen is er - op The Wake na, waarschijnlijk - geen die zo klassiek klinkt als The Rope. Want hier zijn de referenties duidelijk Rosetta Stone, Nosferatu, Children On Stun en andere namen uit de tweede generatie Britse gothic rock bands, de bakermat van het genre.

In 2011 verblijdde The Rope ons al met hun eerste titeloze ep. Kurt Ingels, onze redacteur van dienst en notoir aanhanger van het genre, was zo enthousiast over dit schijfje dat hij er zelfs een tweede maal een lovende recensie aan wijdde bij de heruitgave in 2013.

En dat was ook terecht, want wie van knetterende gitaren, diepe baslijnen, gedreven ritmes, ijle synths en bovenal dramatische zang houdt, zou deze groep in zijn huis en zijn hart moeten opnemen. Het feit dat dat nog niet gebeurd is, ligt wellicht aan de geringe productiviteit van de groep, waarmee hij niet echt in de kijker loopt.

Maar nu - vijf jaar na het debuut - is er een opvolger voor het debuut: Waters Rising. Het is opnieuw een ep geworden, met zes nummers. Dat hadden er wat meer mogen zijn, maar er is nog niet zo veel veranderd in het geluid van de groep. En maar goed ook.

Het hoofdnummer ‘Suffer’ is zonder meer magistraal en zou een klassieker in het genre moeten worden. Maar ook de rest van deze cd is gothic rock van de hoogste plank, die liefhebbers - en we vermoeden dat onze gewaardeerde collega Kurt nog lang niet de laatste fan is van het genre - in hun armen zouden moeten sluiten. Neem wel deze waarschuwing ter harte: The Rope is uiterst verslavend!

The Rope

Fantastique.Night XLVIII: Viva Italia! (Schonwald, Winter Severity Index, Starcontrol, Phantom Love)

Een uitsluitend Italiaanse affiche, dat is wat Fantastique.Night ons zaterdag voorstelde. Enigszins verwonderlijk, want ze maken er gewoonlijk een punt van om minstens één Belgische groep te programmeren. Vandaag niet dus, maar dat nemen we hen niet kwalijk. Deze affiche is immers top en de exclusief Italiaanse sfeer - er lijkt geen eind te komen aan de stroom uitmuntende groepen uit dat land - maakt de aantrekkingskracht ervan enkel groter.

Starcontrol is de enige groep die het vanavond met een zanger doet. Maar niet helemaal, want de charmante bassiste neemt ook wat zangpartijen op zich, net als de even charmante gitarist. Ze spelen post-punk, maar verrassen door te beginnen met hun traagste en meest melancholische nummers, en zo langzaam op te bouwen naar de stevigere nummers toe. Alle truukjes worden bovengehaald: een bas die eens de diepe tonen produceert, en dan melodisch de hoogste noten bespeelt; een gitaar die heen en weer tussen hectisch en melodisch reist; en een zanger die houterig maar gepassioneerd zingt, en wiens postuur bij momenten aan wijlen Ian Curtis doet denken. De avond is goed begonnen.

Winter Severity Index is de groep waar we het meest naar uitgekeken hadden. De twee dames - vandaag ook vergezeld van een bassist - hebben hun naam niet gestolen, want vanaf de eerste noten daalt de temperatuur aanzienlijk. De winter breekt dan toch uit, maar dan enkel in dit zaaltje in de kelder van de Botanique. De gitaren kletteren als ijskoude hagel tegen de gevels terwijl de synths een dichte nevel doen opkomen. De stem van Simona Ferrucci bijt door merg en been, en het is zwaar om door de hoog opgehoopte sneeuw te ploeteren op het ritme van de drumcomputer. Klinkt ellendig? Wel, ik heb er intens van genoten en ik ben er zeker van dat het talrijk opgekomen publiek daar net hetzelfde over dacht.

Schonwald doet de temperatuur niet echt stijgen, maar hun muziek is heel aanstekelijk en meeslepend. Het koppel Luca en Alessandra - ze stappen binnenkort in het huwelijksbootje - presenteert kille doch poppy wave waarin de ijzige stem van Alessandra en de met effecten overladen gitaar van Luca centraal staan. Ze hebben reeds drie cd’s uitgebracht, en met hun laatste worp - Between Parallel Lights - werden ze ten huize Dark Entries net niet heilig verklaard. En het werkt ook live! De muziek wisselt af tussen melodisch en monotoon. Bij momenten klinkt het als melodische batcave, , soms is het dromerige shoegaze - ik moet meer dan eens denken aan My Bloody Valentine - maar steeds is het erg geslaagd.

Het officiële programma mag dan wel voorbij zijn, maar er is nog een after-party. En daarop werd uitzonderlijk nog een optreden gepland. Valentina Fanigliulo stond een paar jaar geleden al op het podium van de Fantastique.Night met haar project Mushy. Dat moet een memorabel optreden zijn geweest, want de echo’s die ik ervan ontving zetten me aan om haar cd te kopen. ik had meteen spijt dat ik het optreden gemist had.

Trouwens, Valentina, die destijds ook in Winter Severity Index speelde, gaf toen een demo van de groep aan de organisatoren. En zo werd die groep voor deze editie uitgenodigd. Het leek gewoon logisch dat Valentina ook mocht optreden met haar nieuw project Phantom Love. Mushy speelt melancholische wave ten top waarin langzaam voorbijtrekkende klankvelden gepaard gaan met Engelachtige klaagzang. Phantom Love doet het meer dansbaar en zonder zang. Valentina lijkt wel in extase als ze haar ritmische brouwsels in het publiek zendt, dat door trouwens even gehypnotiseerd wordt door de prachtige klanken die het aangeboden krijgt.

Dit Italiaanse thema-avond was een voltreffer, zelfs naar Fantastique.Night normen. De volgende afspraak volgt snel, op 16 april. Dan zullen de wegens de hoge terreurdreiging in november afgelaste concerten plaatsvinden. Op het programma: Molly Nilsson, Mary Ocher en Rodolphe Coster. Bestel uw kaarten snel indien u erbij wil zijn, want het was in december bijna uitverkocht.








Skeptical Minds: Omega-Thanatos

Heyhey, eens iets anders dan een gewone cd. Een cd met een stripverhaal, die beiden hetzelfde verhaal vertellen… Een ongebruikelijke demarche, maar één waar we volledig achter kunnen staan, en al zeker als het op de uitmuntende manier gebeurt waarop Skeptical Minds en Alain Poncelet het hier doen.

Een meisje heeft een rare droom, en stelt zich vragen over de betekenis ervan. Het meisje is eenzaam en wanhopig. Gelukkig is er haar grote liefde, maar die heeft ze al een tijdje niet meer gezien. Gelukkig is er de natuur, waar ze zich kan ontspannen. Al ontspint zich daar tijdens een wandeling de nachtmerrie. Allerhande monsters omringen haar en confronteren haar met haar diepste angsten…

 

Het hele verhaal gaan we u niet vertellen. Wel dat er een echte wisselwerking was tussen de groep en de tekenaar. De nummers en het script waren eigenlijk al afgewerkt toen Alain Poncelet begon te tekenen. Er werd evenwel zwaar gediscussieerd over de betekenis van de nummers en hoe ze in het geheel zouden passen, zozeer dat sommige nummers aangepast en opnieuw opgenomen werden.

Skeptical Minds had al eerder met Alain Poncelet samengewerkt. Poncelet had het nummer ‘Broken Dolls’ al in een strip verwerkt voor de live-dvd ‘Watch Your Live’. En het concept achter de cd? Dat komt ongetwijfeld uit het brein van Karolina Pacan. Zij had eerder al een dichtbundel uitgegeven met tekeningen van Helcanen Val, die eveneens in een melancholische fantasiesfeer baadde.

Muzikaal is het hier verscheidenheid troef. Uiteraard is de hoofdstijl van de groep gothic metal, en dat liefst aangevuld met een flinke scheut elektronica. Maar om het verhaal goed tot zijn recht te laten komen wordt er van heel wat stijlen gebruik gemaakt. Heel wat stukken zijn eerder atmosferisch, met heel wat piano en strijkers, en soms komen er zelfs absoluut geen gitaren in voor. Maar wees gerust, soms rocken de dame en heren duchtig door.

‘Omega-Thanatos’ was een gewaagd concept, en is naar mijn bescheiden mening één die op een totaal succes uitgedraaid is. Muziek en beeld passen perfect bij elkaar. En daar moeten we eigenlijk nog de prachtige clip voor het nummer ‘Emptiness’ aan toevoegen, dat eveneens in samenwerking met Alain Poncelet werd gemaakt en volledig in het concept van ‘Omega-Thanatos’ past. Een schot in de roos!

Skeptical Minds: facebook / website

Komende concerten:
  • 17 april: Haunted Sky Festival II, W2 Poppodium, Den Bosch
  • 23 april: Centrum Reanimacji Kultury, Wrocław, Polen
  • 29 april: met Anwynn, l’Os à Moelle, Brussel
  • 1 mei: voorprogramma van Leave’s Eyes, De verlichte geest, Roeselare
  • 7 mei: Electro-Metal avond, met Bak XIII en Obszön Geschöpf, Taverne du Theatre, la Louvière
  • 17 september, Rock Classic, Brussel (gratis)

Lion Sheperd: Hiraeth

Progressieve rock vermengen met oosterse etnische invloeden. Velen hebben het al geprobeerd, maar bij mijn weten klonk het nooit echt als Lion Sheperd. Lion Sheperd is een verbond tussen Kamil Haidar, die in Polen en ver daarbuiten al bekendheid geniet als zanger van Maqama Band, en Mateusz Owczarek, een jonge gitaarheld die uitblinkt op zowel elektrische gitaar als op tal van akoestische snaarinstrumenten. Het duo laat zich ondersteunen door een krachtige ritmesectie op bas en drums.

‘Hiraeth’ is hun debuut-cd. ‘Fly On’ is een heerlijke opener met een echt oosters tintje. Santoor en oud bepalen het geluid, dat uiteraard ondersteund wordt door een rockige ritmesectie. De oosterse zang van gastzangeres Rasm Al Maishan - bekend van Soomood - kruidt het nummer nog wat meer. ‘Lights Out’ start met akoestisch getokkel dat wat doet denken aan Porcupine Tree. Toch een mooie referentie die we ook terugvinden op ‘Brave New World’, al klinkt het refrein eerder als het meer rockende deel van Led Zeppelin.

‘Music Box Ballerina’ opent bijvoorbeeld met een prachtige intro met harmonium en santoor, maar in het refrein klinkt het bijna als stonerrock. Dat is even wennen voor mij, want het waren aanvankelijk vooral de zachtere, oosters getinte stukken die me aanspraken. Al vind ik de combinatie - die op bijna alle nummers voorkomt - na een paar luisterbeurten best geslaagd. Het is trouwens een teken van het meesterschap van Owczarek dat hij beide stijlen in één enkel nummer kan combineren.

Ook de teksten behandelen oosterse thema’s. ‘Infidel Act Of Love’ - opnieuw versierd met de prachtige santoor van Jahiah Azim Irani - gaat bijvoorbeeld over een vrouw die ter dood wordt veroordeeld omwille van een verboden liefde. ‘Smell of War’ - het tweede nummer met een gastbijdrage van Rasm Al Mashan - is opgedragen aan de slachtoffers van de oorlog in Syrië. Kamil Haidars familie is afkomstig uit Syrië, en de brave man zet zich ook werkelijk in voor projecten die de oorlogsslachtoffers ten goede moeten komen.

Liefhebbers van Porcupine Tree en de hele neo-prog scene doen er goed aan hier hun oor aan te lenen. Het is geen kopie, neen, het is erg origineel! De oosterse elementen en de folkinvloeden zijn een reële meerwaarde en maken de muziek van Lion Sheperd uniek. Een uitstekend debuut.

Lion Sheperd: website / facebook



Thomas Köner: The Futurist Manifesto

In 1909 publiceerde Filippo Tommaso Marinetti zijn Futuristisch Manifesto. Het moest het startsein zijn van een nieuwe kunstbeweging die de toekomst zou scheppen, radicaal brekend met het verleden. In een flamboyant geschreven tekst rekende Marinetti af met alles wat hem voorafgegaan was. Het Futuristisch Manifesto - overigens het eerste van vele futuristische manifesten - stelde een aantal richtijnen op voor de literatuur, in de eerste plaats voor poëzie. Diezelfde richtlijnen zouden later ook toegepast worden in de schilderkunst, de architectuur, muziek, toneel en film, waardoor het futurisme een stroming werd die in alle kunstvormen toepassingen vond.

Het manifest stak zijn verheerlijking van geweld, oorlog, nationalisme en destructie niet weg, ideeën die later zouden leiden tot een intensief engagement van de Italiaanse futuristen - Marinetti in het bijzonder - in het Italiaanse fascisme. De beweging was nochtans verbonden met andere stromingen uit het modernisme als de avant-garde of het dadaïsme, die er eerder pacifistische idealen op nahielden, en vaak ook als reactie op het eindeloos bloedvergieten in de Eerste Wereldoorlog ontstonden. Vele futuristen lieten zich daarentegen inlijven bij het begin van de oorlog, hopende dat ze hun land zo grootsheid en moderniteit zouden brengen.

 

Na de oorlog richtte Marinetti - intussen op een leeftijd waarop hij volgens zijn eigen manifest verdiende om in de mand gegooid te worden als een nutteloos manuscript - de Futuristische Politieke Partij op, die een jaar later - in 1919 - prompt werd ingelijfd bij de Fasci di Combattimento. Zodoende was hij één van de eerste leden van de Fascistische Partij, en schreef hij ook mee aan het Fascistisch Manifest. Marinetti zou in 1920 tijdelijk breken met het fascisme, dat volgens hem teveel het Romeinse Rijk verheerlijkte, oftewel het door hem o zo verfoeide verleden. Later zou hij weer een belangrijke rol opnemen in de beweging, en hij bleef het fascisme trouw tot aan zijn dood in1944.

En zo komen we tot deze dvd van Thomas Köner. De film wil duidelijk geen verheerlijking zijn van het manifest, maar eerder een kritische terugblik. Snelheid - één van de speerpunten van het Futuristisch Manifest - valt hier niet terug te vinden. De muziek volgt het tergend trage tempo van 4BPM, oftewel 4 tellen per minuut. Yep, de futuristen hebben verkregen wat ze wilden: snelheid, geweld, oorlog, industrialisering, wreedheid en onrecht. Vandaag keren we terug van het militante ultramodernisme naar de realiteit: de verwoestingen van oorlog, industrialisering en onmenselijkheid. Tijd om te bezinnen.

Het werk werd gemaakt om de honderdjarige verjaardag van het Futuristisch Manifest te vieren, op 20 februari 2009. De muziek werd besteld en uitgezonden door de Duitse radio WDR3, maar wordt hier vergezeld van een film waarop we filmprojecties op een mannelijk lichaam zien. Niet meer dan dat. Een stem citeert onverstaanbaar en slepend uit het manifest. Op de achtergrond hoor je aanhoudende elektronische geluiden en klanken uit een geprepareerde piano.

Veel wijzer zult u uit deze dvd niet worden. U moet de achtergronden van het futurisme en de bedoelingen van de kunstenaar begrijpen vooraleer u dit kunt vatten. Gelukkig heeft Dark Entries hiertoe al een eerste aanzet gegeven met deze bespreking. U kan er natuurlijk ook gewoon van genieten als een rustgevend werk. Want uiteindelijk gaat dit over de nood aan rust en meditatie na een eeuw van overdreven snelheid en geweld.



Thomas Köner_Futurist Manifesto_VON022 from Von Archives on Vimeo.

Hekate: Ik heb de vaste overtuiging dat we uit mythen en legenden dingen kunnen leren voor ons eigen leven en voor onze ontwikkeling.

Hekate speelt binnenkort op op Black Easter. Aangezien ik deze groep en hun uiterst interessant werk al langer volg, leek het me een goede gelegenheid om de groep eens te interviewen. Om er iets speciaals van te maken, heb ik zanger en percussionist Axel Menz voorgesteld om een overzicht van de carrière van de groep te geven aan de hand van hun discografie.

Hekate zag het licht in 1993. In de eerste jaren werkten jullie veel samen met Chorea Minor. De muziek bestond vooral uit elektronica en percussie. Jullie hebben samen twee uitgaves gemaakt: ‘Sanctuary’ in 1993 en ‘The Seventh Sign’ in 1995. Daarna viel de groep uit elkaar. Wat is er in die aanvangsjaren gebeurd?

Onze eerste jaren waren erg spannend. Wij waren allemaal kinderen uit de jaren 80, die van de darkwave uit de jaren 80 naar de opkomende gothic scene trokken. Er was een kleine club in onze geboortestad Koblenz. De dj speelde er naast de hits van gebruikelijke groepen als The Cure, Joy Division of ook Depeche Mode ook heel obscure dingen. Hier leerden we de muziek van Current 93, Death In June, Coil, Delerium en Dead Can Dance kennen. Dat was voor ons een openbaring. Wij waren helemaal geen muzikanten, maar het idee was geboren om ook iets in die stijl te maken. Ik kocht op een antiekmarkt oude militaire ketelpauken en onze toetsenist kocht de legendarische K2000 synthesizer, die bijvoorbeeld door Douglas P. op zijn ‘But what ends when the symbol shatters’-lp gebruikt werd.

Mario noemde zichzelf voortaan Chorea Minor en zei me dat hij nooit een deel van Hekate kon zijn, daar hij zich in de toekomst meer aan ambient muziek wou wijden. We begonnen met de ‘Sacnctuary’-cassette en speelden op verschillende kunsttentoonstellingen, onder meer voor A.R. Penck, die ons zo opmerkte. Uit de experimentele fase zijn helaas enkel cassetteopnames overgebleven. Chorea Minor kwam dan met het idee om het christelijk geloof te behandelen. Zo ontstond ‘The Seventh Sign’, de eerste Hekate en Chorea Minor split-cd. Die thematiek leidde bij mij tot een afwijzing van het dogmatische christelijke geloof en uiteindelijk ook tot het einde van de samenwerking. Ik had toen al Achim en Susi leren kennen. Susi was al op ‘The Seventh Sign’ onze zangeres. Achim kwam er na de productie van de cd bij, en het werd een tot op heden voortdurende band van vriendschap en vertrouwen. Met Chorea Minor zijn we tot op heden vriendschappelijk verbonden. We hebben op het WGT 2012 in Leipzig samen het nummer ‘Endless Life’ gespeeld, wat ons veel plezier heeft gedaan.

In 1998 kwam jullie eerste lp uit: ‘Hambach 1848’, speciaal voor de herdenking 150 jaar na de mislukte Duitse revolutie van 1848. Wat was jullie motivatie om rond dit thema te werken?

‘Hambach 1848’ was voor ons werkelijk een uiteenzetting rond de demokratiebeweging in Duitsland. Ik ben met die nummers in de jeugdbeweging opgegroeid en heb ze vaak in het ouderlijke huis gehoord. De lp was absoluut een diepe beschouwing rond het thema, en had voor mij met identiteit en cultuur te maken.

Helaas hebben sommigen - zelfs uit akademische kringen - jullie destijds beschuldigd van extreemrechtse ideeën. Dat is vreemd, aangezien de nummers op ‘Hambach 1848’ liederen uit een democratische beweging waren. Hoe voelden jullie zich bij deze beschuldiging?

Het was een verschrikkelijke tijd. Er was aan de hogeschool van Koblenz een lezing van een professor over de nieuwrechtse beweging in Duitsland. Hij zag in ons jonge academici die trachtten nationalistische en nieuwrechtse ideeën onder het volk te verspreiden. Bovendien zei hij dat we in de toekomst zeker hoge akademische ambten zouden bezetten om onze ideeën beter in Duitsland te verspreiden. Ik werk momenteel met minderjarige niet-begeleide vluchtelingen in een school en leer die kinderen de Duitse taal aan. Die beschuldiging was absurd en bedrieglijk. De kritiek kwam van een mens die uit de 68ers beweging stamde en dus de leeftijd van onze ouders had. Zij hoorden in hun jeugd deze liederen, en plots is er een groep met een hoop trommels en zwarte kleren die ze speelden. Dat werkte provocerend en afstotend op die mensen die in hun jeugd alternatieve hippies waren. In hun ogen kon dat enkel rechts zijn. Het heeft jarenlange inspanningen gevergd om te tonen dat we vooral muzikanten, individuen en kunstenaars zijn die in de eerste plaats mensen willen onderhouden. Kunst mag provoceren, en dat is ook goed zo.

‘Sonnentanz’ was jullie eerste volledige cd met eigen composities. Het is opnieuw een conceptalbum over de ‘Bündische Jugend’, de Duitse jeugdbewegingen in het interbellum. De cd bezingt de romantische kant van deze bewegingen, hun bond met de natuur en hun drang naar vrijheid. Sommige van deze bewegingen waren haarden van verzet tegen de nazi’s. Axel, je grootvader was lid van één van die bewegingen. Was hij de inspiratie voor deze cd?

In deze tijd waren veel groepen kopieën van de toenmalige grote helden van de neofolk. Ongelooflijk veel groepen oriënteerden zich naar de Engelse voorbeelden, meer of minder goed. Ikzelf vond deze muzikale ideeën goed, maar ik wou er toch een meer eigen persoonlijke inhoud aan geven. Ik stam zelf uit de Bundische Jügend. Mijn vader en ik behoorden tot de Nerother Wandervogel. Mijn grootvader en zijn broer stamden uit een groep jongeren van de ‘1.11’. Mijn familie komt uit Keulen Ehrenfeld. Mijn grootvader en zijn broer sympatiseerden met de ‘Edelweispiraten’, destijds een verbond van jongeren die geen zin hadden om zich bij de Hitlerjugend en de ermee verbonden Gleichschaltung (gelijkschakeling) aan te sluiten. In het geheim gingen ze verder en hebben hun eigen liederen en traditie gekoesterd. Ja, ik geloof dat het voor mij belangrijk was om deze beweging - die altijd een deel van mijn familie was en is - voor te stellen.

‘Tempeltänze’ (2002) was gevarieerd en ging verder in de richting van middeleeuwse muziek en wereldmuziek. Jullie ontdekten nieuwe instrumenten en waren geïnteresseerd om nieuwe muziekstijlen te ontdekken. Wat herinner je je uit die tijd?

‘Tempeltänze’ was vooral geïnspireerd door onze interesse in het heidendom en de daaraan verbonden energie. Tegelijkertijd werd ook een breuk duidelijk. Ik had me destijds verder ontwikkeld en wou muzikaal nieuwe dingen uitproberen, mar het muzikale kunnen ontbrak ons nog. Achim en Susi ontwikkelden zich eveneens verder. Achim en ik trokken de stad uit, naar het platteland. Ik zocht vele krachtoorden in de natuur op en zo vond ik bijvoorbeeld de ‘Mithras Garden’, een Romeinse tempeltuin, aan een bron gelegen in het diepste van het Soonwoud. Daar kwam ik ik op het idee voor ‘Mithras Garden’. Een visioen die ik daar had toonde me een toekomst die met veel lijden en verlies verbonden was, maar ook met de hoop dat uit dit lijden een nieuwe kracht zou ontstaan die een oneindige vloed voorstelde. ‘In Mithras Garden I saw my Father I saw my mother I pray for our time and Age’. In deze tijd leerden we Andrea van Hagalaz’ Runendance kennen en werkten we met haar samen.

‘Goddess’ uit 2004 is gebaseerd op legenden en mythologieën. Het bevat liederen over de legenden van Morgane, Barbarossa of de stierenkultus op het eiland Kreta. Montségur vertelt over de geschiedenis van de katharen, een religieuze beweging die in het middeleeuwse Frankrijk vervolgd werd. Ik weet dat jullie zich als een heidense groep beschouwen. De naam Hekate verwijst naar de Griekse godin van de maan, de aarde en de onderwereld. Waarom zijn jullie zo in deze thema’s geïnteresseerd?

Deze thema’s boeien me al zolang ik denken kan. Ik heb de vaste overtuiging dat we uit mythen en legenden dingen kunnen leren voor ons eigen leven en voor onze ontwikkeling. Het zijn verhalen over onze gelijken en hun afkomst. Uiteindelijk ontstaan we uit de goddelijkheid van de natuur waaruit alles ontspringt en alles ook naar terugkeert. De natuur is de bron van onze inspiratie. De zon in de geest. De schijn van de maan. De aarde, mijn moeder. (Die Sonne im Geiste. Der Mond im Glanze. Die Erde meine Mutter.’ een verwijzing naar een nummer op ‘Sonnentanz’, xk.) Met de productie van ‘Goddess’ was ik niet echt tevreden. Thematisch had ik ook graag teksten uit de Noordelijke en Russische mythen en sagenwereld vertoond, maar op een moment werden de productiekosten te hoog en werd het tijd om de studio-opnames te beëindigen. Titels als ‘Montségur’ zijn erg belangrijk. Ik kon het laatste jaar Montségur bezoeken en dit krachtoord heeft me oneindig gesterkt.

Na ‘Goddess’ en de viering van tien jaar Hekate hebben jullie een lange tijd niets meer uitgegeven. Pas in 2011 kwamen jullie terug met ‘Die Welt der dunklen Gärten’, een uitstekende cd die jullie verder in de neoklassieke richting zag bewegen, terwijl de muzikale veelvoud die zo goed werkte op ‘Goddess’ behouden bleef. Hadden jullie zoveel tijd nodig om de cd te maken zoals jullie die wilden hebben?

Ja, het was een lange tijd. Ik was veel met mezelf bezig en moest verschillende lotgevallen verwerken. Een jarenlange relatie brak uiteen en mijn ouders stierven. Ik speelde in dit tijdperk veel met bevriende muzikanten, begeleidde Ordo Rosario Equilibrio en speelde een paar concerten met mijn soloproject Cascadeur. Susi verliet Hekate na ‘Goddess’ om na een paar jaar voor ‘Die Welt der dunklen Gärten’ - zowaar bij de aanvang ervan - terug te keren. Voor mij voelde Hekate zonder Susi onvolledig aan. Toen de cd ontstond had ik werkelijk de tot op heden beste groepssamenstelling met Jörg Schwickerath, Dirk Diederich, Achim Weiler en Susi Grosche.

Op ‘Die Welt der dunklen Gärten’, zoals ook op de meeste van jullie cd’s, worden verschillende talen gebruikt. Ondertussen hebben liederen in het Duits, Engels, Frans, Italiaans, Jiddisch en Latijn uitgegeven. Hoe belangrijk is dat meertalige aspect voor jullie?

Het idee om in verscheidene talen te zingen ligt me nauw aan het hart. Met de gebruikte talen kunnen we beter gevoelens en waarnemingen vertolken. Als het bijvoorbeeld om een joodse legende of een Frans sprookje gaat, waarom zouden we het dan niet in de originele taal proberen?

Jullie spelen op het Belgische Black Easter festival op zaterdag 26 maart. Wat mogen we verwachten? Een best-of show? Zullen jullie ook nieuwe nummers spelen?

We werken inderdaad aan een nieuwe cd. We spelen 50 minuten en zullen proberen om drie nieuwe nummers uit de toekomstige plaat te spelen. De plaat zal over symbolisme handelen. Parallel werken we ook aan een ‘Sonnentanz’-ep die een dwarsdoorsnede van ons werk moet voorstellen. Maar we zullen uiteraard ook nummers als ‘Seelenreise’ en ‘Morituri te salutant’ spelen, en ook een nummer uit de ‘Sanctuary’-cassette. We kijken enorm uit naar ns optreden in België en hopen dit jaar ook weer in Nederland te spelen. Beide landen zijn zeer belangrijk voor ons. We houden van de gastvrijheid en van het publiek bij jullie.

Hartelijk dank voor dit interview!

Ik moet jullie namens onze groep bedanken. Het was me een genoegen. Liefde en licht vanwege Hekate!



Luminance: Sans Visage

Na een aantal zeer geslaagde ep’s, singles en samenwerkingen was het uitkijken naar het officiële debuut van Luminance. Dat het goed zou zijn stond vast, we hadden al genoeg gehoord om ons een beeld te vormen van het project, maar zo goed… dat hadden we niet verwacht.

Luminance ontstond in 2012 in Brussel, als het soloproject van de uitgeweken Fransman David-Alexandre Parquier (in een ander leven ook gitarist bij de Franse gothrockers van Soror Dolorosa). Voor Luminance speelt Parquier minimal wave, dat op momenten stevig ritmisch in elkaar zit, maar evengoed van een melancholische schoonheid kunnen zijn.

Een Pink Floyd-achtige intro opent de plaat, dat overgaat in een perfect opgebouwd paranoïde ‘The Bleeding Eye’. Met ‘No Second Act’ start het meer ritmische gedeelte van de plaat, dat doet denken naar poppy EBM. Het titelnummer bouwt daarop verder, maar klinkt meer cold wave. ‘The Grey’ neigt naar melige synthpop, maar is tegelijkertijd een hoogtepunt.

Na een new age-achtige intrelude groeit ‘The Perfect Blend’ uit tot een onheilspellend nummer dat erg jaren 80 aandoet. ‘Conjure The Spell’ laat beukende drums samengaan met melancholische gitaren en een ver echoënde stem. ‘Left Out’ is een samenwerking met Darrin C. Huss van Psyche en verscheen eerder al op een gezamenlijke single, en ‘Hymne au Sang’ is een martiaal klinkend nummer dat duidelijk verwijst naar Dernière Volonté.

We kennen Luminance als een bijzonder productief project. Deze cd is een voorlopig hoogtepunt, maar we twijfelen er niet aan dat David-Alexandre Parquier ons binnenkort nog met meer werk zal verrassen, en wie weet is er nog marge om dit uitstekende debuut te overtreffen.

Luminace: bandcamp / facebook

‘Sans Visage’ is op cd (Manic Depression Records), vinyl (Die Blinden Records) en digitaal beschikbaar.

Wat met de Belgische goth scene ?

We hebben op twee weken tijd twee uitstekende festivals gehad in België: BIMfest en Dark Xmas. Het bewijs dat de gothic scene in België nog leeft en dat er nog volk naar optredens komt. Toch zijn er redenen om ongerust te zijn, want het publiek is toch schaarser en vooral ouder geworden.
Het Eurorock festival van eerder dit jaar had de hoop op hoogstaande festivals in ons land hoog doen oplaaien, en dan weer de grond in geboord. Van alle kanten horen we dat optredens organiseren niet meer winstgevend is. Organisatoren rekenen op een break-even of zelfs op verlies als ze iets organiseren. Dat kan niet de bedoeling zijn.

En toch blijven mensen hun nek uitsteken, risico’s nemen en evenementen opzetten. We kunnen hen niet voldoende steunen en bedanken. Klagen dat er niets meer gebeurt is volstrekt onzinnig. We hebben net BIM en Dark Xmas gehad, en in de nabije toekomst staat het uitstekende en eigenzinnige Black Easter op het programma.

Lacrimosa en Front Line Assembly staan geprogrammeerd. De Fantastique.Nights gaan met grote regelmaat en hoge kwaliteit door in Brussel, en ook Waveteef, Coalescaremonium, Dubhfest, Porta Nigra, Black Planet en Dark Balloon hebben mooie festivals georganiseerd en zullen dat in de toekomst blijven doen (en we vergeten er vast nog een paar). Over het fuifaanbod gaan we het zelfs niet hebben, tenzij om te zeggen dat het er meer dan genoeg zijn.

Het was Peter Spilles van Project Pitchfork die ons erop wees op BIMfest. ‘Hoe komt het dat jullie met zoveel minder zijn in België?’ Hij had het ook gemerkt. De Belgische scene in de jaren 90 was springlevend en groepen speelden hier regelmatig voor volle zalen. Die mensen zijn uiteraard niet verdwenen, ze zijn gewoon ouder geworden.

Spilles gaf meteen wat tips mee. ‘Volgende keer als je naar de winkel gaat, kleed je op zodat de mensen je herkennen als goth. En neem je kinderen of vrienden mee naar concerten, zodat ze de scene leren kennen.’ Yep die dingen kunnen helpen, maar steeds weer komen we tot hetzelfde besluit: de verjonging van de scene is in België mislukt.

Niet dat er iets mis is met de oudere liefhebbers, ze bewijzen dat ze ook op oudere leeftijd trouw blijven aan hun scene. Maar we hebben te weinig jonge mensen. Op optredens en fuiven is het aantal mensen onder de dertig vaak op je vingers te tellen. De zwarte scene is aan het vergrijzen. En al die dertigers en veertigers hebben intussen een vaste baan, een partner, kinderen… Ze gaan minder gemakkelijk uit. Ze hebben andere prioriteiten, en je kunt het hen moeilijk kwalijk nemen.

Een argument dat steeds terugkomt in de discussies over de vergrijzing van de scene, is dat we te weinig aandacht hebben voor de muziekstijlen die een jonger publiek aanspreken. Gothic metal en cyber worden het vaakst genoemd. En er is iets van aan. Kijk naar de scene in Nederland en Duitsland: daar zijn die stijlen populair en trekken ze een jong publiek. Vooral de cybers hebben een potentieel om bij te dragen aan de ‘vergroening’ van de scene, al zal het ongetwijfeld af en toe pijn doen aan onze ogen.

En we mogen nog een heel stuk verder kijken? Geen gebrek aan minimal synth en postpunk optredens, niet? En die trekken een divers publiek aan. Middeleeuwse festivals als Trolls & Légendes en Castlefest zijn een megasucces en trekken jonge en oude mensen aan. En waar is het neofolkaanbod gebleven? Wijlen het Gothic Festival programmeerde diverse dergelijke groepen tussen gitaargoth, electro en diverse meer experimentele dingen. Ook het Nederlandse Summer Darkness wist dat evenwicht te bereiken. Charmant, toch?

De diversiteit van de scene respecteren is een belangrijk element om nieuwe mensen aan te trekken. Ik wil niemand verbieden om fuiven of concerten te organiseren die enkel gothic rock, minimal of electro spelen. Dat kan heel plezierig zijn, en is ieders vrijheid. Maar het zou goed zijn dat er meer evenementen zijn die de grenzen tussen de subgenres proberen te overschrijden. De diverse programmatie van Coalescaremonium - van minimal synth tot gothic metal op één evenement - strekt daarbij tot voorbeeld.

Wellicht speelt ook de prijs van evenementen een rol. Met kaarten van 40 tot 60 euro loop je een aantal mensen mis die wel gekomen waren indien het goedkoper was. En dat zijn vooral de jongere mensen. We gaan het hier niet hebben over de algemene crisis van de muziekindustrie, de dalende cd-verkoop of de noodzaak voor artiesten om meer geld te halen uit optredens. De evolutie is begrijpelijk, maar het blijft toch opmerkelijk hoeveel meer een concert kost ten aanzien van twintig jaar geleden.

We moeten ook de verwachtingen wat bijstellen. Eurorock hoopte op 6000 toeschouwers, en er kwamen er slechts een duizendtal opdraven. De affiche was nochtans voortreffelijk. Misschien moeten we er ons in de huidige situatie bij neerleggen dat 600 tot 700 aanwezigen al een optimistische schatting is voor festivals. Van daaruit moeten we de scene terug opbouwen, en misschien kunnen we dan op termijn terug grotere dingen organiseren.

Sommige organisatoren mikken op buitenlandse aanwezigen op hun festivals. Het klopt dat er de afgelopen weken een behoorlijk aantal Fransen en Duitsers naar Antwerpen en Waregem zijn afgezakt. Wie iets groots wil opzetten, houdt daar best rekening mee. Vooral bij Fransen stonden we lange tijd te boek als de plek waar ze naartoe gingen om van gothic te kunnen genieten. En Duitsers komen altijd af als je iets aantrekkelijks kunt voorschotelen.

Maar dat mag de aandacht niet afleiden van de nood om terug een nieuwe generatie Belgische goths te overtuigen. En nu kom ik tot mijn belangrijkste punt: nog te veel optredens en festivals programmeren bijna uitsluitend buitenlandse acts, terwijl onze groepen moeite hebben om te kunnen optreden. Dit is absurd en is volgens mij één van de sleutels om de scene te vernieuwen.

België heeft heel veel talent, en dat talent heeft hier zijn wortels. Je eigen scene steunen betekent ook je eigen artiesten steunen, en reken maar dat die hun vrienden zullen meenemen naar hun optredens, dat zij ook promotie gaan maken… Ze zijn ook goedkoper dan buitenlandse acts, want hoeven geen dure vliegtuigen of hotels. Zo bereiken we nieuwe mensen en bouwen we opnieuw iets op.

Ik vind het echt niet overdreven om één derde van een affiche te vullen met groepen van eigen bodem. En niet enkel de oude groepen uit de jaren 80. Ook de nieuwere projecten! Open je oren en je ogen, en je zal merken dat er heel wat goede dingen gemaakt worden. Met Dark Entries zullen we blijven proberen om hen in de schijnwerpers te zetten. Ze verdienen het.

Boris Grebenshikov en het Russisch-Iers kwartet: Tranen, knuffels en begripvolle blikken

Ik had het eerlijk gezegd niet meteen voor mogelijk gehouden dat de Russische rocklegende Boris Grebenshikov ooit in België zou optreden, maar verleden vrijdag was het toch het geval. Al jaren ben ik volledig weg van zijn muziek, en tot op heden ben ik al drie keer naar het buitenland gereisd om hem aan het werk te zien. Deze keer kon ik hem lekker dicht bij huis bewonderen, in de Amuz in Antwerpen, een prachtige barokke kerk waar thans concerten en sociaal-culturele evenementen plaatsvinden.

Aangezien de kans klein is dat jullie Boris Grebenshikov kennen, een kleine introductie. Grebenshikov richtte de Russische rockgroep Aquarium op in 1972. Gedurende de jaren 70 leefde hij samen met zijn kompanen het leven van de ondergronds hippies in Leningrad, thans Sint-Petersburg. Ze speelden op straat en in appartementen en brachten nu en dan een cassette uit met hun eigen muziek.

In 1980 mochten ze optreden op het ‘lente-ritme’-festival in Tbilisi - nu de hoofdstad van Georgië - dat als de officiële legalisering van de rockmuziek in de Sovjetunie gold. Het optreden van Aquarium veroorzaakte een heuse rel en bij zijn terugkomst in Leningrad werd Grebenshikov ontslagen uit zijn job en uit de communistische jongerenliga Komsomol. Normaal gezien de doodsteek voor wie in de Sovjetunie carrière wou maken, maar voor Grebenshikov de gelegenheid om zich volledig op de muziek te werpen.

De omstandigheden zitten mee. In 1980 ontmoet hij Andrei Tropillo, die hem aanbiedt om opnames te maken in zijn studio in Leningrad. De studio was eigenlijk bedoeld voor pionieren - de communistische jongerenbeweging - maar na zijn uren liet Tropillo alle alternatieve groepen uit Leningrad binnen om hun cassettes op te nemen en uit te brengen. Aquarium gaat met plezier op het aanbod in, en in de eerste helft van de jaren 80 komen een resem cassettes uit die de groep steeds groter doen worden.

In 1981 wordt in Leningrad de Leningrad Rock Club opgericht, dat al snel uitgroeit tot het epicentrum van de Russische rock. Aquarium neemt een belangrijke rol op in de club, waarbij verschillende leden in het bestuur zitten. Op het jaarlijkse festival van de club - opgevat als een wedstrijd - komt Aquarium bijna steeds als winnaar uit de bus. In de tweede helft van de jaren 80 - tijdens de Perestroika - kan de groep zelfs op het officiële Sovjetplatenlabel Melodija uitgeven, en vullen ze ganse stadions met hun hymnes.

Doch Grebenshikov laat zich gaan, en gelooft dat hij een Amerikaanse rockster kan worden. Het wordt een flop en de groep Aquarium moet eraan geloven. Grebenshikov keert terug naar Rusland en brengt in 1992 het prachtige ‘Russische album’ uit onder de naam BG Band. Het succes van deze plaat overtuigt hem om Aquarium terug op te richten met nieuwe muzikanten, en de jaren 90 zijn voor Aquarium jaren van onevenaarbaar succes, met een hele reeks schitterende platen.

Maar voor Grebenshikov wordt het succes te vanzelfsprekend. Hij wil andere paden bewandelen, meer experimenteren, zichzelf vernieuwen. Hij ontbindt Aquarium en maakt een solo-cd met The Band, de voormalige begeleidingsgroep van Bob Dylan. Later richt hij de groep opnieuw op en experimenteert hij met ambient, trip-hop, wereldmuziek et cetera. Hoe eclectischer en experimenteler, hoe beter.

En blijkbaar zit Grebenshikov vandaag weer in zo’n fase. Hij heeft opnieuw Aquarium ontbonden en een uitstekende solo-cd uitgebracht. Begin dit jaar toerde hij solo met een formatie van 9 man, waarvan veel leden van Aquarium, en nu pakt hij het nog specialer aan: hij tourt met het ‘Russisch-Iers Kwartet’, waarin hij omringd wordt door drie Ierse muzikanten.

Het initiatief komt van Brian Finnegan, een Ierse fluitist die al jaren met Grebenshikov en Aquarium samenwerkt. Finnegan kwam met Aquarium in aanraking in 2007. Grebenshikov had dan Aquarium International opgericht, een aanvulling van zijn groep met muzikanten uit Ierland (waaronder Finnegan), Indië, Oostenrijk en nog andere landen tot een bende van 19, met sitar, strijkers, doedelzak, fluit, Indische percussie… Ze spelen verschillende keren met deze formatie, en ik heb het geluk gehad ze aan het werk te zien in Dublin, een concert dat bij de allerbeste hoort die ik ooit heb meegemaakt. Grebenshikov zei toen dat de nieuwe cd heel experimenteel ging worden, en dat werd hij ook.

Op ‘Wit paard’ - de cd in kwestie - vinden we alweer een hele schare internationale gasten, waaronder Finnegan. De cd klinkt als folkrock, maar is vooral experimenteel op het valk van de composities en de songstructuren, die zoveel mogelijk afdwalen van de klassieke structuren. Na de plaat wordt Finnegan - op basis van zijn uitzonderlijke talenten als fluitist - in Aquarium opgenomen.
Finnegan kwam met het voorstel op de proppen om Grebenshikov nu met nog twee andere Ierse muzikanten te begeleiden op tournee. Alan Kelly wordt als een accordeonvirtuoos beschouwd en voert zijn eigen Alan Kelly Gang aan. John Joe Kelly is een meester in de Ierse bodhran en speelde reeds met Finnegan samen in de folkgroep Flook. Bovendien viel hij ook te horen op ‘Wit paard’. Grebenshikov leidt het ‘Russisch-Iers Kwartet’ met zijn nummers, gitaar en zang.

De eerste set draait grotendeels rond ‘Wit paard’, een plaat waar Grebenshikov - terecht - zeer trots op is. Er wordt wel aangevangen met ‘Zittend op een mooie berg’, een nummer uit ‘De dag van zilver’, dat volgens Grebenshikov de beste Aquarium-uitgave uit de jaren 80 is, maar daarna start een set waarin de helft van ‘Wit paard’ aan bod zal komen.

Er zijn een handvol uitzonderingen. ‘Ik kwam om water te drinken’ komt van Grebenshikovs recente solo-cd ‘Zout’. En als u dacht dat een folkgroep geen reggae kon spelen, dan bewijst ‘De woorden van de rastaman’ het tegendeel. Aquarium was trouwens de eerste groep om reggae in het Russisch te spelen, in de vroege jaren 80. De eerste set wordt afgesloten met drie nieuwe, onbekende nummers. Dan beweert Grebenshikov dat hij dringend nood heeft aan een pintje, en verlaat de groep even het podium.

Het treft dat ook wij net aan het hunkeren waren naar een pintje. Als we even rondkijken merken we dat we bijna de enige Belgen zijn. Niet verwonderlijk, want als Grebenshikov in West-Europa speelt is dat bijna exclusief voor de Russische diaspora. De naam van de organisatie - Russian Top Society - geeft weer welk volk je mag verwachten, want de prijs van de tickets was niet min.

Het tweede deel vangt aan met een fluitsolo van Finnegan, dat dan overloopt in ‘De woorden van de duif’, eveneens afkomstig uit het recente ‘Zout’. En dan gaan we terug in de tijd. ‘Mijn ster’ is ongetwijfeld het oudste nummer van de avond, want het dateert nog uit de jaren 70 en wordt nog steevast gespeeld op elk concert. ‘Plataan’ is een oude hit uit de jaren 80.

Op ‘Kleine ster’ - een nummer uit de ‘Russische periode’ in de jaren 90 - zien we iemand die zo ontroerd is door de buitengewone schoonheid van het nummer dat ze begint te huilen. En zo zien we wel vaker knuffels die uitgewisseld worden en mensen die vriendelijke en begripvolle blikken uitwisselen. Het regent dan ook prachtnummers die niemand onberoerd laten: ‘Als de pijn overgaat’, ‘Het zilver van de heer’…

Ook een drinklied als ‘Glazen’ komt aan bod. ‘Leg de glazen maar klaar. Ze zeggen dat ik niet drinken kan, maar ik doe het toch!’ En de rustige afsluiter ‘Op eigen benen’ verwijst eveneens naar de Russische drinkcultuur, want is een proost op de vaardigheid om na een avondje uit op eigen houtje terug naar huis te kunnen keren.

Er volgen gelukkig nog bisnummers. ‘Thee’ is afkomstig van het allereerste officiële ‘Blauwe album’ uit 1981. Het bijzonder ontroerende ‘Bloemen van Yoshiwara’ preikte op Psi, een uiterst experimentele plaat uit 1999, na de tweede split van de groep. Afsluiten doet de groep uiteraard met ‘Een dag van vreugde’, een nummer uit de periode van de BG Band, maar dat een paar jaren geleden opnieuw werd opgenomen met de toverfluit van Brian Finnegan. Niet enkel wij krijgen er kippenvel van, want ook Grebenshikov zit in extase op zijn gitaar te tokkelen als Finnegan zuivere schoonheid uit zijn fluit haalt.

Wat een prachtige afsluiter voor dit buitengewoon optreden. Uiteraard lag de nadruk eerder op het nieuwe werk van Grebenshikov, maar deze man bewijst dat je ook op leeftijd - hij is intussen 62 - wonderbaarlijke muziek kunt schrijven. Dat hij niet enkel op adrenaline en opwinding drijvende nummers heeft gedreven, maar nooit beschaamd was om gevoelige nummers te schrijven, zal er voor veel tussen zitten. Veel nummers waren relatief nieuw, maar er kwamen - vooral in het tweede deel - ook oudere nummers aan bod. Wat mij betreft was het eerste deel fantastisch en het tweede subliem. Hopelijk kunnen we Boris Borisovitsj nog vaker aan het werk zien in ons belgenlandje.


Setlist

Nederlands

Set 1: Zittend op een mooie berg - De Heer is zichtbaar - Duw - Ik kwam om water te drinken - De woorden van de rastaman - Wit paard - Viooltjes en lieveheersbeestjes - Arigato - Onbeschrijfelijk - Tempora Mutandur (nieuw nummer) - Hondenwals (nieuw nummer) - Kijk in mijn ogen en zeg me dat het jouw wil is (nieuw nummer)

Set 2: De woorden van de duif - Mijn ster - Plataan - Kleine ster - Instrumentaal nummer - ?? - Als de pijn overgaat - Mars van de heilige koeien - Het zilver van de heer - Glazen - Op eigen benen

Bis: Thee - Bloemen van Yoshiwara - De dag van vreugde

Russisch:

Cet 1: Сидя на красивом холме - Господу Видней - Дуй - Пришел Пить Воду - Слова растамана - Лошадь Белая - Анютины Глазки и Божьи Коровки - Аригато - Неизъяснимо - Tempora Mutantur (новая песня) - Собачий вальс (новая песня) - Посмотри мне в глаза и скажи что это воля Твоя (новая песня)

Cet 2: Голубиное Слово - Моей звезде - Платан - Звездочка - инструменталь - ?? - Когда пройдет боль - Марш Священных Коров - Серебро господа моего - Стаканы - На ход ноги
Бис: Чай - Цветы Йошивары - День Радости

Kleine ster (live in Lviv):



Als de pijn overgaat (live in Parijs):



Bloemen van Yoshiwara (live in Antwerpen):



De dag van vreugde (live in Parijs):

In Memoriam David Bowie

Bowie is niet meer. Een legende is dood. En nog wel twee dagen na de uitgave van zijn nieuwe album ‘Blackstar’. We wisten al langer dat Bowie niet meer in goede gezondheid vertoefde, dat hij met hartproblemen kampte, dat hij niet meer wou touren… Doch met de nieuwe cd zond hij het signaal uit dat het allemaal wel meeviel. Niet dus. Kanker heeft gelijk van hem gehad. 18 maanden lang vocht de man tegen de verschrikkelijke ziekte. Dat hij desondanks in die periode een cd wist te maken, is een klein wonder.

De kameleon van de popmuziek, werd hij vaak genoemd (zelf zei Bowie dat een kameleon zijn uiterste best doet om niet op te vallen, terwijl hij net het omgekeerde deed). De man verranderde permanent, uiterlijk en muzikaal. Hij zong en speelde saxofoon in vele groepjes vooraleer hij aan zijn solocarrière begon. Daarvoor nam hij de artiestennaam David Bowie aan, omdat hij niet meer onder zijn eigen naam David Jones wou optreden, en er bovendien verwarring kon ontstaan met Davy Jones van The Monkees.

Met zijn eerste plaat had Bowie niet veel succes. Toch was het artistiek erg geslaagd, met sterk georkestreerde absurde nummers. Om door te breken koos Bowie ervoor om het nummer ‘Space Oddity’ nogmaals op te nemen bij de lancering van de Appolo 11 naar de maan. Producer Tony Visconti walgde van het goedkope en commerciële idee, en weigerde aan het nummer mee te werken. Het nummer werd desalniettemin een hit, en achteraf gaf Visconti toe dat het een foute keuze was.

Visconti was ook de man die achter de knoppen zat bij ‘The Man Who Sold The World’, een monumentale plaat waarvan Peter Murphy (Bauhaus) ooit zei dat het de eerste gothic plaat aller tijden was. En Visconti deed meer dan opnemen. Terwijl Bowie zat te vrijen met zijn nieuwe vriendin, schreven hij en gitaarlegende Mick Ronson alle arrangementen. Zij gaven de plaat dit enorm donker en paranoïde gevoel mee. Geërgerd door de onprofessionele houding van Bowie, weigerde Visconti nadien om nog langer met hem samen te werken (een ruzie die ze pas jaren later bij de opnames van 'Diamond Dogs' zouden uitpraten).

Visconti was verbaasd dat Bowie daarna met een kleurrijke en gevarieerde plaat als ‘Hunky Dory’ afkwam. De kwaliteit van de composities was verbluffend, en met nummers als ‘Life On mars’, ‘Changes’ en ‘Oh You Pretty Things’ wist Bowie een groter publiek te bereiken. Maar het is met ‘Ziggy Stardust and the Spiders from Mars’ dat Bowie echt doorbrak. Het extreme imago van Bowie, die goed aansloot bij de in vogue zijnde glamrock, en zijn opwindende en melodische nummers maken van hem een ware superster.

‘Aladdin Sane’ moet op het succes inspelen, maar is een wisselvallige plaat, die evenwel prachtnummers als ‘Drive-In Saturday’ en ‘Time’ bevat. Met ‘Diamond Dogs’ weet hij echter een sterke conceptplaat te maken, over een wereld die terug opgebouwd moest worden na een kernongeval. De plaat bevat ook een aantal nummers die hadden moeten verschijnen op een muzikale bewerking van ‘1984’, maar waarvoor Bowie geen toestemming kreeg van de weduwe van George Orwell.

Bowie wou zichzelf steeds opnieuw uitvinden, en met ‘Young Americans’ neemt hij het imago aan van een blanke soulzanger. De plaat is succesvol, maar door hetgeen erna komt wordt hij soms wat vergeten. Want ‘Station To Station’ is een kil meesterwerk, dat duidelijk beïnvloed is door de extreme coke-verslaving van de zanger (de man woog op een bepaald moment minder dan 40 kilo). The Thin White Duke, inderdaad. Doch, ook ‘Station To Station’ is maar een aanloopje, want na die plaat verhuist Bowie naar Berlijn...

Bowie neemt een ongewoon initiatief. Hij belt een paar vrienden en muzikanten op - onder hen Tony Visconti en Brian Eno - en vraagt hen of ze zich met hem een tijdje willen afzonderen in een kasteel in Frankrijk. De bedoeling: zo experimenteel mogelijke muziek maken. De afspraak is duidelijk: enkel als de resultaten goed genoeg zijn, wordt er iets mee gedaan. Zo niet, dan heeft iedereen zijn tijd verloren. Gelukkig waren de resultaten goed, buitengewoon goed zelfs. ‘Low’ is waarschijnlijk de meest vernieuwende plaat van Bowie geworden.

De plaat bestaat uit twee delen. Op het eerste deel hoor je nog relatief conventionele rockliedjes, doch vol vreemde klanken die hen buitengewoon doen klinken. Maar de tweede zijde staat vol met experimentele klanktapijten, die zowat het midden houden tussen ambient en neoklassiek. ‘Heroes’ bouwt op dit concept verder, en wordt een fenomenaal succes, onder meer door het titelnummer dat een wereldwijde hit wordt.

Twee jaar later sluit Bowie de Berlijns periode af met ‘Lodger’, dat weer richting conventionele rock gaat. De jaren 80 vangt hij aan met ‘Scary Monsters, Super Creeps’, een heerlijke popplaat met hits als ‘Ashes To Ashes’ en ‘Fashion’. Dan gaat Bowie helemaal richting pop met ‘Let’s Dance’, waarvan het titelnummer alweer de hitparades van de hele wereld bestijgt. Over de rest van de jaren 80 zijn fans doorgaans minder enthousiast, en Bowie gaf ze achteraf ook gelijk.

Maar Bowie toont in de jaren 90 dat hij zich nog steeds wil en kan vernieuwen. Op ‘1. Outside’ experimenteert hij met Drum-‘n-bass, op ‘Earthling’ met industrial. Met Tin Machine maakt hij stevige rock in een groep waar niet alles rond hem draait, en met ‘Hours’ grijpt hij terug naar de sfeer van ‘Hunky Dory’. Het nieuwe millenium zet Bowie in met het prachtige ‘Heathen’, dat snel opgevolgd wordt door ‘Reality’. Bowie doet een wereldwijde tournee, waarvan hij achteraf zegt dat het zijn laatste zal zijn.

Want ja, er komt minder goed nieuws. Bowie lijdt aan hartproblemen, en ziet optredens niet meer zo zitten. Het was dan ook verrassend dat hij in 2013 met een nieuwe plaat afkwam - ‘The Next Day’ - dat in wezen doorborduurde op zijn carrière. Met ‘Blackstar’ zou dat anders zijn. Dat ging echt een vernieuwende plaat worden. Intussen weten we dat de plaat als een testament bedoeld was. Luister nog eens naar de tekst van 'Lazarus', dan weet je het zeker.

18 maanden lang streed Bowie tegen kanker. Die strijd heeft hij verloren, maar hij zal nog lang blijven leven door zijn muziek en de muziek van allen die door hem beïnvloed zijn. Want invloedrijk kan je Bowie zeker noemen. The Cure, Joy Division, Smashing Pumpkins, Nine Inch Nails, Gary Numan, Bauhaus en vele anderen hebben zijn invloed erkend. Hij is wel eens de peter van de gothic genoemd, zowel omwille zijn flamboyante kledingstijl en make-up, als om zijn kille en deprimerende muziek. Hij heeft de muziekgeschiedenis sterk beïnvloed, en zal nog lang een inspirerende figuur blijven.