maandag, april 21, 2014

Camerata Mediolanense: Het is vandaag bijna incorrect om nog te spreken over ‘meesterwerken’ in de kunst.

Vertute, Honor, Bellezza van Camerata Mediolanense was voor mij dé cd van 2013. Al snel na het verschijnen van mijn laaiend enthousiaste recensie van het werk kregen we het aanbod om een interview te doen met Elena Previdi, componiste en toetseniste van de groep. De vragen werden opgestuurd, maar er kwam geen antwoord op. Tot een paar dagen geleden, als bij wonder, het beantwoorde interview in mijn mailbox verscheen. Er zijn meer dan zes maanden verstreken tussen het opsturen van de vragen en het ontvangen van de antwoorden. Maar het werd dan ook een diepgaand interview waarin Elena zich uitlaat over kunst, haar verhouding tot Italië en de beschuldigingen van extreemrechtse sympathiën waar de groep onder te lijden had.

Om te beginnen: van harte gefeliciteerd met jullie laatste cd. Ik ben bijzonder onder de indruk van het samenspel tussen de solostemmen en het koorzang. Vinden jullie zelf dat het een stap voorwaarts is in vergelijking met jullie eerder werk?

Heel erg bedankt voor je waardering. Deze opname werd pas lang na de vorige opname uitgebracht. Meer dan tien jaar. Er is dan ook een natuurlijke evolutie in de perspectieven en vaardigheden van ouder wordende mensen. In deze lange periode heb ik mijn muzikale studies volbracht, en daarmee ben ik ook gevorderd in de kunst om met muziek om te gaan. Ik ben dan ook blij dat je opgemerkt en gesmaakt hebt dat er een grote interactie is tussen de solisten en het koor, omdat het één van de gevolgen is van mijn toegenomen kennis in contrapunt, een technisch middel dat tegenwoordig maar weinig mensen kennen en kunnen toepassen.

Maar hoe dan ook denken we niet dat het een stap voorwaarts is in vergelijking met onze vorige drie albums. Het is gewoon het resultaat van onze huidige inspiratie. Als we naar het verleden kijken, naar het geheel van onze uitgaven, dan denken we dat elk van onze vier uitgaven belangrijk is, en elk van hen past perfect bij de omstandigheden van een bepaald tijdperk. We zien geen enkele hiërarchie in ons werk.

De nieuwe cd is gebaseerd op poëzie van Francesco Petrarca. Je lijkt het leven en het werk van Petrarca diepgaand bestudeerd te hebben, afgaand op de tekst die je geschreven hebt in de kunstboekeditie van jullie cd. Wat fascineert jou zo bij deze grote dichter?

Mijn essay in het kunstboek is een onderzoek naar de tonnen muzikale vertoningen van Petrarcas werk in de laatste 700 jaar. Maar vooraleer ik deze muzikale bronnen doornam was ik al gestart met mijn eigen herontdekking van de poëzie van Petrarca. In Italië wordt Petrarca in het onderwijs besproken en gelezen. Hij gebruikt oud Italiaans, dat niet zo gemakkelijk te verstaan is bij een eerste kennismaking. Hij wordt dan ook vaak oppervlakkig gelezen, met weinig voldoening tot gevolg. Ik was ook zo toen ik studente was. Toen ik mijn Canzoniere (de voornaamste dichtbundel van Petrarca) terug ontdekte - een paar jaar geleden - was ik sprakeloos, verbouwereerd door zijn buitengewone poëtische kracht. Ik ontdekte voornamelijk drie dingen.

Het eerste is de ongelooflijke moderniteit van zijn denken, dat - ondanks zijn archaïsch taalgebruik - een belangrijke universele menselijkheid tentoonspreidt. In dit denken kunnen we onszelf vandaag diepgaand herkennen.

Het tweede is de absolute schoonheid, zijn wijze om dingen te verwoorden, de pracht van zijn poëtische stijlfiguren en linguïstische sonoriteiten die enkel opgemerkt kunnen worden als je ernaar luistert in de oorspronkelijke taal, en die dus gemakkelijker te vatten zijn als Italiaan.
Het derde is de muzikale kracht van zijn poëzie, die ik onmiddellijk ervaren heb, en die me hebben doen begrijpen waarom Petrarca de meest vertoonde dichter is in de geschiedenis.

Zoals je in het kunstboek aangeeft hadden de meeste gedichten al een muzikale bewerking gekregen. Waarom heb je gekozen om nieuwe versies te maken en wat denk je dat vernieuwend is aan jouw aanpak van zijn gedichten?

Veel van de teksten die ik gekozen heb om te vertonen zijn dezelfde teksten die - in de loop der eeuwen - al de meeste muzikale bewerkingen gekregen hebben: Vergine bella, Voi ch’ascoltate, Solo et pensoso, Vago augelletto… Ik heb mijn keuze gemaakt zonder rekening te houden met de omstandigheden, enkel door de aantrekkelijkheid van de gedichten. En het is interessant om onze versies met die van anderen te vergelijken. Ik heb dozijnen versies van Vergine bella kunnen waarderen, nadat ik mijn eigen versie gemaakt had. Vooraleer ik mijn eigen ding gedaan had, wou ik echter niets horen: ik wou in mijn oren niets anders dan de woorden van Petrarca. Je mag dus zeker zijn dat er tussen onze versies en alle vorige versies geen enkel verband is.

Dit gebeurt omdat onze nummers volledig ingebed zijn in de muzikale levensstijl van de 21ste eeuw. Maar ik heb eigenlijk geen antwoord op je vraag. Waarom heb ik zo vaak gekozen voor gedichten die al zo vaak in de geschiedenis vertoond zijn geweest, soms wel honderden keren?

Ik wil in deze context even mijn mening geven over meesterwerken. Het is vandaag bijna incorrect om nog te spreken over ‘meesterwerken’ in de kunst. Mensen vermijden om nog te oordelen over artistieke creaties, alsof ze beschaamd zijn om een mening te geven over de kwaliteit van een werk. Vandaag onderzoekt men de minder succesvolle opera’s van een componist, zijn minder bekend (en dus ‘minderwaardig’) werk. Het lijkt interessanter om iets verscholen te ontdekken, dan om de belangrijkste werken onder ogen te zien. Maar er bestaan werken die - ongeacht de geschiedenis - bestaan. Werken met een sterke innerlijke uitstraling, die overeind blijven, die zich niets aantrekken van trends, mode, stromingen en golven.

Petrarca heeft veel van dit soort meesterwerken voortgebracht. En ze werden erkend door het nageslacht, kregen hopen bewerkingen doorheen de eeuwen. De speciale aantrekkingskracht van de beroemde gedichten uit Canzoniere hebben hetzelfde effect gehad op mij. Het is gewoon een feit, ik heb geen rationele verklaring. Ik deed het boek gewoon open, en als ik iets vond dat me raakte, begon ik muziek te maken. En vaak kwam de muziek op deze teksten erg gemakkelijk: de woorden leken erop geboren.

Petrarca wou ook de glorie van het antieke Rome doen herleven. Daarom wordt hij soms de vader van het humanisme genoemd. Zijn wil om het Italiaanse grondgebied te verenigen en terug groots maken glimt door de tekst van 'Canzone all'Italia'. Mogen we zeggen dat hij een Italiaans nationalist was?

Deze beschouwing doet ons eigenlijk lachen. Wij hebben Petrarca nooit vanuit een politiek standpunt bekeken, als een soort nationalist. En voor Italië is het bijna onmogelijk om over een soort nationalisme te spreken. Italië was, en is, vooral een geografische benaming. Een heel aangename plek, vol vreugde en creativiteit, maar waar ieder voor zichzelf denkt en de andere wantrouwt, en met regeringsleden die niet om hun eigen volk geven. Petrarca zingt eigenlijk over deze gehavende prachtige eigenheid van Italië, niet over de Italianen. Door zijn Canzone all’Italia te gebruiken schreeuwen we het op dezelfde wijze als hij in zijn tijd (een wederkerend thema: wij vandaag; Goethe in 1790; Petrarca in 1350…).

Petrarcas belangstelling was vooral cultureel. Zijn verlangen naar Rome was het cultureel verheffen van de Romeinse kracht… Met zijn studies en ontdekkingen van oude klassieke teksten begon het moderne Humanisme: en het werd een Europees wonder, niet een die beperkt bleef tot ‘Italië’, ook al werd het gestart door een Italiaan.

Het grootste deel van het werk van Camerata Mediolanense is in het Italiaans, en gaat terug op Italiaanse bronnen. Naast Petrarca hebben jullie ook inspiratie geput uit Dante en het verhaal van Donna Lombarda. Zien jullie jezelf als een typisch Italiaanse groep of als ambassadeurs van de Italiaanse cultuur?

Niets van dit alles! Zoals ik al zei is onze relatie met Italië helemaal niet relaxed. Wij zijn gewoon hier geboren, leven hier, en lijden, lijden, lijden. Ik kan niet meer zeggen, want het zou te drastisch klinken. Camerata Mediolanense is een culturele entiteit die als een soort mirakel geboren is uit de ruïnes van de Italiaanse cultuur, en in het bijzonder uit de ruïnes van de Italiaanse muziekcultuur. Ik hou van de definitie van één van onze collega’s, een Italiaans journalist, die onlangs zei dat hij ons zag als ‘nieuwe humanisten’. We houden van dit standpunt en kunnen er ons volledig in vinden.

Het nieuws dat vandaag uit Italië komt is niet zo goed. De economische crisis lijkt hard toe te slaan, en de politiek lijkt bijna een circus voor een buitenstaander. Hoe zien jullie de huidige situatie in Italië?

Zoals ik al zei maakt het niets uit dat we hier en nu zijn. Wij geven geen moer om de huidige Italiaanse situatie. We geven niet om politiek en zijn volledig gefocust op kunst, wetenschap en geschiedenis vanuit verschillende perspectieven.

Samen met Vertute, Honor, Bellezza hebben jullie al jullie eerder werk heruitgegeven. Bij elke cd hebben jullie een bonus-cd toegevoegd. Hoe hebben jullie de nummers op deze extra cd’s uitgekozen? En waarom staan niet al jullie eerdere singles en ep’s - in het bijzonder het werk rond Dante - op deze cd’s?

Ons nieuw label (Prophecy) vroeg ons om alle nummers uit onze geschiedenis uit te geven, om hen een patent te geven voor ons volledige werk voor de grote opgave van de heruitgave van onze catalogus, allemaal verzameld in een houten doos. Een ware opera omnia van Camerata Mediolanense. Het project omhelsde de drie oude cd’s, de kunstboekversie van Vertute, al onze eigen uitgaven als 7” en 12”, en - uiteindelijk - alle nummers voor verschillende compilaties (vinyl, cassette, cd’s). Een aantal van die oude nummers zijn gênant omwille van hun geluidskwaliteit, maar het doel van deze operatie was zuiver filologisch, en moet dus ook vanuit dit perspectief beschouwd worden.

Eigenlijk hebben we ons nooit volledig kunnen vinden in dit project, want het werk rond Dante (drie 7” vinyls) zijn geen deel van deze tijdspanne. Ze maken deel uit van een project dat nog onvoltooid is. Dus veranderde de titel van de box van Opera Omnia (volledige werken) naar Gesammelte Werke (verzameld werk).

In de bijna 15 jaar tussen Madrigali en Vertute, Honor, Bellezza, heb je je doctoraat behaald. Waar ging je thesis over? Heeft het invloed gehad op je werk met Camerata Mediolanense?

De thesis heeft het werk van Camerata Mediolanense vooral beïnvloedt omdat… het me zoveel tijd gekost heeft, die niet naar de groep kon gaan. In mijn doctoraat heb ik een aantal werken bestudeerd die in Rome geschreven of verschenen zijn in de tweede helft van de 17e eeuw rond de geschiedenis van muziekinstrumenten. Sommigen zijn beroemd, zoals de Musurgia Universalis van Athanasius Kircher, maar anderen zijn totaal onbekend, zoals de De Tibiis Veterum van Bartholinus of de De tribus generibus instrumentorum van Francesco Bianchini. Mijn interesse ging uit naar de studie van de inhoud van deze boeken: om nieuwe informatie te ontdekken over oude muziekinstrumenten, maar ook om te begrijpen waarom er zoveel werken rond dit particulier onderwerp verschenen zijn in die periode, en dan nog allemaal in de stad Rome. Ik zal hier binnenkort een boek over uitgeven.

Mijn positie is echt ongebruikelijk. Ik ben niet alleen musicologe, maar ik heb ook verschillende muzikale kwalificaties (op niveau van de academie). Dit is uitzonderlijk voor een musicoloog, die meestal enkel een academische (‘boekkundige’) opleiding heeft. En tenslotte heb ik ook nog een passie voor darkwave muziek. Dit is een passie die door geen enkele van de academici die ik ken gedeeld wordt. Al deze dingen zullen uiteraard, op één of andere wijze, een invloed hebben op Camerata Mediolanense. Maar ik probeer als ik mijn eigen muziek maak mijn culturele achtergrond achter te laten en mijn instincten vrij te laten om creatief te zijn.

Voelen jullie jullie verwant met andere Italiaanse groepen als Ianva, Corde Oblique, Ataraxia... Is er zoiets als een Italiaanse neofolk/neoclassieke scene?

We hebben het gevoel dat er tegenwoordig een gebrek aan creativiteit is bij nieuwe groepen die bij de scene betrokken zijn. Ik hoop dat dit slechts van korte duur zal zijn. Maar je kan niet ontkennen dat er veel uitstekende creaties het licht gezien hebben in Italië in de laatste 20 jaar, en ik wil in je lijstje ook nog Argine en Ordo Equitum Solis toevoegen, die maar half ‘Italiaans’ zijn, maar al lang vanuit Italië opereren. We voelen ons met hen allen verbonden en voelen ons een deel van een gemeenschappelijke scene. Voor sommige van hen hebben we trouwens meer dan enkel artistieke bewondering: met Ataraxia, Argine en Ordo Equitum Solis heb ik nog live toetsen gespeeld. (Met Ataraxia speelde ik in Mexico, met OES over heel Europa, met Argine in Italië.) Onze menselijke en muzikale banden zijn diepgaand.

In Zwitserland hebben linkse radicalen een club aangevallen waar jullie gingen optreden omdat ze dachten dat jullie rechtse extremisten waren, hoewel dergelijke referenties niet in jullie werk voorkomen. Hoe denken jullie dat zoiets mogelijk was? Nemen jullie voorzorgsmaatregelen voor het geval dat dit opnieuw zou kunnen gebeuren?

Dat was zeker en vast het ergste hoofdstuk uit onze biografie, maar niet het enige. Ik mag beweren dat Camerata Mediolanense het slachtoffer is van persecussie, aangezien ook nog andere van onze concerten verhinderd werden. De redenen zijn waardeloos. Ik denk dat onze naam een slechte fascinatie uitoefent op radicale mensen: ‘camerata’ is een oud woord voor muziekensembles, maar voor onwetende mensen kan het klinken als ‘kamerade’.

Op radicaal-linkse websites gaat er nieuws rond dat juiste en valse berichten door elkaar halen, bijvoorbeeld nieuws over het feit dat we radicaal-rechtse bijeenkomsten bijgewoond zouden hebben, of bijgedragen hebben aan rechtse compilaties. Het is natuurlijk een aberratie dat sommigen denken dat een groep niet mag spelen omwille van zijn politieke overtuigingen. Maar hoe dan ook, in ons specifiek geval: hoewel het juist is dat we uitgenodigd zijn voor deze bijeenkomsten en compilaties, klopt het ook dat we toen geweigerd hebben. Omdat wij van aanvang aan hebben gekozen om elke politieke context te vermijden. Niet links, noch rechts. Camerata Mediolanense is een zuiver cultureel project.

Spijtig genoeg werd onze naam verspreid hoewel we niet deelgenomen hebben aan de vermelde evenementen. En het nieuws bleef aanwezig op extreem-linkse websites. Geen enkele van deze webmasters voelde, of voelt, de eerlijkheid om het valse nieuws recht te zetten of te vernietigen. De aanval in Zwitserland was slechts de laatste stap. Het was heel agressief. In ons bijzijn werden al onze instrumenten en de club vernield, en gelukkig kwamen we er zelf op miraculeuze wijze ongeschonden uit. De bezwaren van de aanvallers - een flyer - rechtvaardigde de actie op basis van de eerder vermeldde berichten. Op dit ogenblik eindigt in Zwitserland het proces tegen hen. In eerste aanleg leidde het tot 19 veroordelingen van de aanvallers en met een bevestiging van de volledige afwezigheid van politieke elementen in Camerata Mediolanense. We wachten nu op de tweede aanleg voor de laatste drie beschuldigden.

Momenteel is ons probleem dat een aantal Duitse schrijvers en onderzoekers de laatste tijd de valse beschuldigingen als waar hebben aangenomen en erover schrijven in boeken, op televisie komen… Zonder hun bronnen na te gaan! Zonder ons iets te vragen! Het nieuws staat op internet, dus het is ‘waar’. Dit is verbijsterend, vooral voor mij, omdat ik ook onderzoekster ben… Ik kijk mijn bronnen steeds na.

Je hebt in verschillende gothic en darkwave groepen gespeeld, en jullie spelen vaak op gothic concerten. Wat betekent de zwarte scene voor jullie?

Het is onze ‘stam’, en ik noem het zo als een antropologisch concept. Elk van ons (ik, Manuel, 3Vor en Marco) zijn muzikaal geboren met darkwave en postpunk, ondertussen al meer dan twintig jaar geleden. Uitgezonderd Manuel, die enkel in Camerata Mediolanense gespeeld heeft, zijn de anderen – 3Vor, Marco en ik – lid geweest of nog steeds actief bij verschillende ensembles, als stichter (3vor: NG, Marco: Sturm Und Drang) of als muzikant of medewerker. We genieten er nog steeds van om concerten en festivals in Italië en in het buitenland bij te wonen, als gewone bezoekers. Een verschil met het verleden is echter dat we - nu we wat ouder zijn - ook meer andere muziekgenres exploreren en concerten in andere scenes bijwonen. Veel mensen vallen bij het ouder worden terug op hun gewoonten, maar bij ons lijkt het omgekeerde te gebeuren. Ik denk dat je dat ook kunt horen in onze muziek.

Dank voor dit diepgaand interview!

Camerata Mediolanense

Facebook

The Imaginary Suitcase: We worden dagelijks gevoed met stront, maar toch zijn we geschokt als je openlijk zegt dat je het niet lekker vindt.

The Imaginary Suitcase is in feite geen groep. Het is het soloproject van Laurent Leemans, die daarnaast ook zanger-gitarist is van de flamboyante folkgroep Ceili Moss. Met zijn soloproject laat hij al zijn demonen los in een soort apocalyptische folk. We horen er referenties in gaande van Woven Hand, Nick Cave, The Jesus and Mary Chain tot Echo & The Bunnymen, The Smiths, & Also The Trees en David Bowie. Maar bovenal zijn we onder de indruk van de diepgang en de teksten die The Imaginary Suitcase ten toon spreidt. En dus vroegen we Laurent om een woordje uitleg bij zijn inspiratie en zijn teksten voor zijn laatste cd ‘Driftwood’. We kregen prompt antwoord,..


1. Driftwood

Het nomadische leven, door keuze of verplichting, is een vaak terugkerende thema in folk en aanverwante stijlen, van "Wandering star" tot "the wild rover", Johnny Cash's "the folksinger" (waarvan de cover mijn allereerste ontmoeting met de klank van Nick Cave was), Ewan MacColl's "the Manchester rambler" of "the moving on song", en noem maar tientallen anderen op. Soms gaat het over de terugkeer van de verloren zoon, soms om het verheerlijken van het nomadische leven, soms om een portret van het lot van de nomaden die altijd met wantrouwen worden verwelkomd en met opluchting worden weggewuifd wanneer ze vertrekken. "Driftwood" is mijn bijdrage aan die eindeloze reeks. Ik ben een beetje een huismus, maar ik probeerde me in de schoenen van een kerel te plaatsen die als een wolk leefde en het geweldig vond om elke dag een ander leven te testen, om ergens te verankeren. De intro riff vond ik toen ik een oude nummer van de Noorse groep Bel Canto probeerde te spelen. Ik liep vast, maar vond het resultaat wel interessant. Zo zijn wel een degelijk aantal van mijn nummers geboren...

2. Bring on the dancing horses 

Dit nummer van Echo & the Bunnymen heeft mijn leven veranderd. Echt waar. Veel muzikanten hebben zo'n tienerverhaal van leven zonder prikkeling tot op de dag dat ze The Beatles, The Velvet, The Doors, The Sex Pistols of wie dan ook hoorden en plots beseften dat er een wereld vol geluid bestond. Woede en geluiden die je op weg kunnen brengen over het hele spectrum van denkbare emoties en zelfs over degene waarvan je niet wist dat ze bestonden. Mijn weg naar Damascus gebeurde dankzij "Bring on the dancing horses". Ik zal dat moment nooit vergeten, het gevoel dat de zwaartekracht afgeschaft was, het KO staande. Dit nummer en een paar anderen uit mijn inwijdingsjaren geven me na al die jaren nog kippenvel. Zolang het zo blijft, denk ik graag dat ik nog niet oud ben.

3. Second to none 

Kwaad is een thema dat me fascineert. Niet zozeer de tirannen, de grote geesten zoals Heidegger die in gruwel schommelen, de seriemoordenaars of de criminele meesterbreinen. Ik ben geïnteresseerd in wat gebeurd in de geest van de kleine mens die vrijwillig kiest om actief medeplichtig aan gruwel te worden. Bijvoorbeeld: tijdens de Tweede Wereldoorlog was het bijna onmogelijk voor een jonge Duitse man om aan het leger te ontsnappen. Zelfs de Neurenberg processen hebben dat erkend, en bijna geen enkele leider van de Wehrmacht werd veroordeeld. Van de Weerstand deel uitmaken was zo een ongelooflijk gevaarlijke job dat heel weinig de moed konden opbrengen, en dat is begrijpelijk. Maar niemand was verplicht om tot de SS toe te treden, niemand was verplicht om brieven te schrijven om weerstanders of joden aan te geven, niemand was verplicht om exterminatiekampbewaker te worden. Toch zijn er duizenden mensen in Duitsland - maar ook in alle bezette landen - die deze keuze hebben gemaakt, zonder zelfs de hoop op een financiële winst. Het is schrijnend, maar er zijn heel wat mensen die graag pijn toebrengen. Kwaad is plezierig, en het is toch opmerkelijk dat het eender welke hond met een hoed die ruzie wil opstarten zo ongelooflijk makkelijk discipelen vindt.

4. Half of myself 

Mijn beste poging om een "silly love song" te schrijven. Er is me verschillende keer gezegd - of in blogs en artikels geschreven - dat bijna al mijn nummers over romantische relaties gingen die zuur draaien en dat men daar niet per se daarmee een hele album lang mee geconfronteerd wilde worden. Ik ontving dit een beetje als een klap, want wat ik probeer is precies om teksten te schrijven die op verschillende niveaus geïnterpreteerd kunnen worden en het blijkt dat ik er niet in geslaagd ben. Dus wilde ik een positief liefdeslied schrijven. Toen ik de akkoorden vond deden ze me aan "Just like honey" van The Jesus & Mary Chain denken, en in plaats van het te proberen te verbergen, heb ik beslist om de gelijkenis totaal aan te nemen. JAMC is een van mijn favoriete groepen. Toen ik voor het eerst de video van "April skies" zag, dacht ik dat het technisch niet mogelijk was om ZO cool te zijn.

5. Like rain 

Dit nummer heb ik kort na de dood van Nelson Mandela geschreven. Het is geen loflied. (Wie ben ik om over Mandela te praten? Ik besta zelfs niet…). Maar ik wilde het gevoel uiten dat als iemand die je echt bewondert en die je inspiratie gaf sterft, de mensheid berooft wordt van de laatste Man, dat de wereld nu een koude en vuile riool wordt waarin kakkerlakken kronkelen die doen alsof ze leeuwen zijn. Ik durf er niet aan te denken wat ik zal voelen als Morrissey of Patti Smith sterft.

6. Ashes to ashes 

Ik had het over de schok die de Bunnymen me gaven en hoe het mijn leven van kop op staart zette, maar ietwat vroeger had David Bowie de muren van mijn zekerheden al goed gebarsten. Ik ben in een familie van muziekliefhebbers geboren, maar waar ze harde rock en pop verachtten. Voornamelijk mijn vader, die alleen maar klassieke muziek en Franse chanson aanvaardbaar vond. Voor hem was de Italiaanse 19e eeuw opera de hoogste vorm van kunst ooit, terwijl Bowie of Mick Jagger dumptrucks beledigingen veroorzaakten. Enkel The Beatles kregen van hem een beetje genade. Je hoeft geen twee keer te raden hoe stormachtig vader-zoon gesprekken konden zijn...

7. Holy water 

Op dit nummer gebruik ik mijn autoharp, een Amerikaans instrument dat Centraal-Europese oorsprongen heeft, vrij populair in Appalachian folk muziek. Het is echt makkelijk bespeelbaar en geeft een prachtige klank die geen reverb nodig heeft. De tekst gaat over een shemale minnaar die langs een rivier wandelt en aan zijn verloren geliefde denkt. Maar er is iets verkeerd. Wat is er precies gebeurd? Wordt vervolgd...

8. Before I knocked 

Een gedicht van Dylan Thomas. Heeeeel lang geleden las ik dat Bob Zimmerman zijn naam naar Dylan veranderde ter ere van die Welshe dichter. Ik moest er natuurlijk meer over weten en dus heb ik een volume "collected poems" gekocht. Ik zal geen literatuuranalyse beginnen, maar je kan kortweg zeggen dat Dylan Thomas een zak pijn en kwelling was, al vermeed hij de val van sentimenteel zelfvoldaanheid. Dit gedicht gaat over de twijfels en angsten die Christus moet hebben gevoeld. Tenminste, zo heb ik het geïnterpreteerd.

9. A plausible lie 

Een lichtvoetig sputum in het gezicht van onze consumptiemaatschappij. We worden dagelijks gevoed met stront, iedereen weet het, maar toch zijn we geschokt als je openlijk zegt dat je het niet lekker vindt. Ja, er is bijna niks in de wereld van 2014 dat ik waardevol vind. Tenminste niks van wat ons als kostbaar en benijdenswaardig door de propaganda-Abteilung van de 1% voorgesteld wordt. Ik heb mijn twijfels over altermondialisme, ecologie en progressivisme. Behalve van Amnesty International ben ik geen lid van een NGO en ik zie mezelf niet als een activist, want vaak is het maar een pretentieuze kudde tegen een andere. Maar ik probeer simpelweg om slimme keuzes te maken in mijn dagelijks leven. En ik ben er zeker van dat als iedereen alleen maar hetgeen makkelijk haalbaar is zou doen om de wereld te verbeteren, het al een ongelooflijk groot verschil zou maken. Maar luiheid, ijdelheid en mediocriteit zijn altijd sterker...

10. Three sisters 

Een beetje hetzelfde thema, maar in een meer apocalyptische kleding. Ik ben er bijna zeker van dat het goede op het einde triomfeert, maar niet vooraleer het kwaad bijna alles heeft vernield. Ik verwacht bijvoorbeeld dat de mensheid olie tot het allerlaatste druppel zal pompen en verbruiken, ook al weet iedereen dat de Aarde in een snelkookpan verandert. Maar de combinatie van de hebzucht van enkelen en de lafheid van bijna alle andere zal ervoor zorgen dat het niet anders gaat. Ik herinner me niet meer wie het heeft gezegd, maar ik heb ooit gelezen dat "goede ideeën aan de macht komen nadat men alle slechte ideeën grondig heeft geprobeerd".

11. Full moon lullaby 

Er is een moment van de dag dat ik bijzonder zalig vind: het moment wanneer je naar bed gaat en voor een minuutje of zo ben je noch wakker, noch in slaap. Na een album dat (hopelijk) een rollercoaster van diepgaande emoties is, wilde ik op een zachtere noot afscheid nemen.

Officiële website

The Imaginary Suitcase: Driftwood

De opvolger van 'Full Moon Fever' uit september 2013 moest oorspronkelijk een ep worden, maar Laurent Leemans bleek een overschot van inspiratie te hebben. En dus is het resultaat een volwaardige cd die niet moet onderdoen voor zijn voorganger. En dat terwijl er amper zes maanden zijn verstreken tussen de twee uitgaven.

Opener en titelnummer ‘Driftwood’ doet ons meteen denken aan de term ‘apocalyptische folk’, maar dan niet zozeer in de zin van Current 93 en Death In June - alhoewel - maar eerder in de strekking van 16 Horsepower en Woven Hand. ‘Second to none’ is een dreigend klaaglied dat door merg en been snijdt.

Leemans weet folk in al zijn vervoegingen te spelen en blijkt een zeer sterke tekstschrijver te zijn, wiens narratieve stijl de kracht van zijn nummers nog opdrijft. Zijn vertellingen zijn donker en onheilspellend, zoals Nick Cave ook placht te zijn in zijn hoogdagen. ‘I won't set out to save the world, I'm not even sure that it deserves to be saved in the first place’, zingt hij in ‘Like rain’… En zo kan ik uit deze plaat nog wel een paar prachtcitaten halen.

‘Half of myself’ doet me denken aan The Jesus And Mary Chain, met zijn minimale percussie en poppy melodie. Ook opvallend zijn de twee covers die de plaat sieren: ‘Bring On The Dancing Horses’ van Echo & The Bunnymen en ‘Ashes To Ashes’ van David Bowie. Er bestaan slechtere referenties en The Imaginary Suitcase doet ze alle eer aan.

‘Before I Knocked’ is een op toon gezet gedicht van de Welshe dichter Dylan Thomas dat Leemans a capella brengt. Met ‘Full Moon Lullaby’ laat Leemans de plaat zachtjes landen met zacht gitaargetokkel, xylofoon en de zang van Cécile Gonay. Laurent Leemans toont weerom aan dat hij met minimale middelen een gevoelige snaar weet te raken, eentje die nog even blijft nazinderen.



Autopsia: Palladium

Het is moeilijk om pessimistischer te zijn dan Autopsia. Hun hoofdthema is de dood. Ze doen uitspraken als: ‘Autopsia is een grafsteen op het graf van de tijd. Autopsia is archeologie. Het discours van en over het begin. Aan het begin staat de dood.’ Hun cd’s dragen namen als ‘Death is the mother of beauty’ (een citaat van Wallace Stevens) en ‘Humanity Is The Devil 1604 - 1994’. Andere thema’s die ze aansnijden zijn religie, metafysica en technologie.

Autopsia is een mysterieuze groep die in de muziekmythologie wellicht bekend zal blijven als een aan Laibach aanverwante groep. Aanverwant omdat ze ook uit ex-Joegoslavië stammen, meer bepaald uit Servië, al opereren ze sinds 1991 uit Praag. Aanverwant ook omdat ze zich met een multitude van kunstvormen bezig houden. Industriële en martiale muziek natuurlijk, maar ook beeldende kunst, fotografie, film en literatuur. Aanverwant tenslotte omwille van de apocalyptische sfeer die in hun kunst heerst.

Het mysterie rond Autopsia is compleet. We weten dat ze in 1980 ontstaan zijn. De leden (of het lid, al naargelang) zijn volledig anoniem. Op het enige optreden dat ik ooit van hen zag - op het WGT in Leizig, één van de zeer zeldzame optredens van de groep - zaten de muzikanten verscholen achter een zwart gordijn, terwijl hun muziek in de grote hal van het Völkerschlachtdenkmal weergalmde.
 
‘Palladium’ wordt vaak één van de beste cd’s van Autopsia genoemd, en het was dan ook al even wachten op een heruitgave. Die komt er nu eindelijk via Old Europa Cafe. De weerklank die de cd gehad heeft, wordt vaak verbonden aan het moment waarop het uitkwam: 1991, net voor het uitbreken van een reeks verschrikkelijke oorlogen in ex-Joegoslavië. De muziek leek toen goed aan te sluiten bij de politieke gebeurtenissen.

Maar hier schuilt toch ook een groot verschil met Laibach: Autopsia is in feite nauwelijks politiek geladen. Bij hen geen verwijzingen naar totalitarisme of dubbelzinnige ideologische uitspraken. Enkel doemdenkerij en hopeloosheid. ‘Palladium’ straalt uiteraard een apocalyptische sfeer uit, maar dat kan ook van hun ander werk gezegd worden en is dus niet noodzakelijk aan de historische gebeurtenissen gelinkt. De opnames dateren trouwens uit 1989. 

Hun muziek wordt vaak als ‘industrial’ omschreven, maar dat behoeft toch enige nuance. Wat we horen zijn bombastische symfonische stukken die repetitief geloopt worden en onderstut worden door duistere soundscapes en martiale percussie. Alles is volledig instrumenteel.

Omdat de oorspronkelijke cd slechts ongeveer 40 minuten duurde, heeft Old Europa Café ervoor gekozen om deze heruitgave aan te vullen met een selectie nummers uit ‘Factory Rituals’ dat ongeveer rond dezelfde periode opgenomen werd voor een Autopsia-tentoonstelling in Belgrado, en die in sfeer en instrumentatie heel goed aansluit bij het hoofdwerk. Als uitleg bij de nummers liet de groep zich weer uiterst pessimistisch uit: ‘in een maatschappij waarin alles geprivatiseerd is, houden enkel rituelen alles bijeen’.


The Names: In Time

The Names is één van Belgiës best bewaarde geheimen. Natuurlijk is menigeen zich nog bewust van hits als ‘Calcutta’ en ‘Nightshift’. Maar ondanks het feit dat ze uitgegeven werden door het befaamde Factory label en geproduced werden door Martin Hannett - de legendarische producer van Joy Division - zijn ze nooit echt doorgebroken.

De groep ontstond in 1977 onder de naam The Passengers, maar herdoopte zich in 1979 naar The Names. In 1981 namen ze de single ‘Calcutta’ op, dat op een zeker succes kon rekenen. Maar met hun lp ‘Swimming’ kwamen ze blijkbaar wat te laat om nog te genieten van de Britse cold wave hype. Toch genoten ze een bescheiden succes in België, Frankrijk en Nederland. Na een finale single - ‘The Astronaut’ uit 1982 - hield de groep het voor bekeken.

Doch hier eindigt het verhaal niet. In 1995 komen drie van de oorspronkelijke leden terug samen onder de naam Jazz, en nemen ze de plaat ‘Night Vision’ op, dat nu blijkbaar tot de discografie van The Names gerekend wordt. In 2007 organiseerden Le Fantastique een ‘Factory Night (once again)’ in de legendarische zaal Plan K, overigens de zaal waar The Names in 1980 een paar van hun opnames doorgaven aan Joy Division-manager Rob Gretton, wat tot hun contract met Factory zou leiden.

Ik was zelf aanwezig op dat concert - ik bedoel het optreden van 2007, natuurlijk - dat verschillende groepen die vroeger op Factory Records zaten verzamelde, en ik vond The Names toen het hoogtepunt van de avond. Het werd een nieuwe start voor The Names. Een jaar later - in 2008 - kwam de cd ‘Monsters Next Door’ uit op Str8line Records.

Wat u op deze ‘In Time’ vindt, is eigenlijk een verzameling nummers uit de laatste twee uitgaven - 'Night Vision' en 'Monsters Next Door' - die bij hun uitgave misschien niet de aandacht gekregen hebben die ze verdienden. De cd wordt aangevuld met een nummer dat ze opgenomen hebben voor de compilatie ‘After Twilight’ (Halloween in June). Er staan ook twee onuitgegeven composities op van toetsenist Christophe Den Tandt. De overige nummers zijn allemaal van de hand van zanger Michel Sordinia.

Het lijkt erop dat The Names weer onnoemelijk veel te laat zijn met deze cd. Het is eigenlijk een anachronisme, zelfs volledig achterhaald. Klassieke new wave, eigenlijk. Nummers als ‘Flesh Wounds’, ‘I Am The Rain’, ‘The Fall’… zijn stuk voor stuk pareltjes in het genre. ‘Zeroes’ wordt opgedragen aan Martin Hannet (‘Zeroes choose to climb the wall of sound’). Op het slotnummer ‘In Time’ worden zelfs de strijkers boven gehaald, met een heel fraai resultaat.

Een beetje rebels, maar ook ingetogen, melodisch en melancholisch, is dit bedoeld voor liefhebbers van goede oude new wave. Maar, tenzij ik me vergis, is dit ook het profiel van menig Dark Entries lezer. En wat dat betreft is het een voltreffer.

The Names op Factory Benelux

The Names: Swimming

Blijkbaar in de wolken door onze lovende recensie van ‘In Time’, dat materiaal verzamelt dat The Names opgenomen hebben tussen 1995 en 2014, heeft Factory Benelux ons gevraagd om ook de oorspronkelijke plaat ‘Swimming’ uit 1982 te bespreken. Assertief als we zijn hebben we sowieso moeite om neen te zeggen, maar op zo’n voorstel gaan we zelfs met vreugde in. Want ‘Swimming’ is in feite een klassieker uit de Belgische new wave. En het kan geen kwaad om dit stukje vaderlandse muziekgeschiedenis even te recapituleren.

Ze ontstaan in het magische jaar 1977 onder de naam The Passengers, oorspronkelijk met Isabelle Hanrez aan de zang, en speelden covers van The Velvet Underground en Richard Hell. Ze beginnen ook al vrij snel eigen nummers te schijven en winnen zelfs een talentenjacht. Na het vertrek van Hanrez neemt bassist Michel Sordinia de zang over. Na een succesvol optreden voor de BRT-radio krijgen ze een aanbod om een eerste single op te nemen.

In de tussentijd veranderen ze hun naam in The Names, nadat ze een bericht hadden gelezen dat er in het Verenigd Koninkrijk al een groep met de naam Passengers aan het werk was. (Een maat voor niets, zou snel blijken, want de Britse Passengers zou geen lang leven beschoren zijn.)
De eerste single werd kritisch goed ontvangen, maar verkocht niet erg. Wellicht was het geluid iets te melancholisch voor de typische post-punk scene, en dan weer te alternatief voor het grote publiek. Hoe dan ook brengt de single het breekpunt als Sordinia tijdens een concert van Joy Division in Brussel een exemplaar doorspeelt aan Joy Division-manager Bob Gretton. Een paar weken later krijgen ze het aanbod om een single op te nemen voor Factory, waar de groep prompt op inging (tegelijkertijd een gelijkaardig aanbod van Fiction weigerend waarvan Sordinia later zou toegeven dat het commercieel voordeliger zou zijn geweest).

Hoe dan ook, het is de link met Factory Records en met Joy Division-producer Martin Hannett die de groep legendarisch zou maken en zou zorgen dat er tot op de dag van vandaag over hen gesproken wordt. Al snel komt de eerste single uit: ‘Nightshift’, dat de groep in positieve zin doet opvallen. Sordinia zou later een boekje open doen over de soms moeilijke samenwerking met Hannett, zonder daarom zijn uitzonderlijke waarde teniet te doen. Zo had Hannett acht maanden nodig om de volgende single - het legendarische ‘Calcutta’, nog steeds één van de beste nummers van de groep - te mixen.

Toen de groep in 1982 naar Manchester kwam om er hun debuutalbum op te nemen, weigerde Hannett de demo’s op voorhand te beluisteren. De opnames verliepen soms moeizaam, en de groep was niet over de hele lijn gelukkig over de aanpak van Hannett. Als de plaat uitkwam - niet op Factory, maar op Les Disques Du Crépuscule dat aan Factory verwant was - was de Britse scene al nieuwe wegen op aan het zoeken. Joy Division werd New Order, The Cure was met Pornography de kant van de pikzwarte gothic opgegaan…

Het succes was dan ook minder dan verwacht, en bleef vooral beperkt tot de Benelux en Frankrijk. Spijtig, want de Names hadden beter verdiend. Nummers als ‘Discovery’, ‘The Fire’, ‘Life By The Sea’ en ‘Light’ zijn uitstekend, al verraden nummers als ‘Shanghaï Gesture’ nog een beetje een gebrek aan maturiteit.

Deze cd-versie houdt behalve de originele plaat ook nog de singles ‘Calcutta/Postcards’ en ‘Nightshift’ in, absolute klassiekers en zelfs de beste nummers op de cd. Maar je krijgt niet - zoals op eerdere edities - de volledige verzameling singles uit dit tijdperk mee. In de plaats daarvan krijg je de opnames van een John Peel Session met nummers uit ‘Swimming’.

Na een laatste single ‘The Astronaut’ hield de groep het voor bekeken. Ook hier zou Sordinia later van zeggen dat ze met iets meer doorzettingsvermogen wellicht verder geraakt waren. Al zou hier nog een mouw aan gepast worden, met een reünie van een aantal bandleden onder de naam ‘Jazz’ in 1995, hun optreden op ‘A Factory Night (once again)’ in 2007 en de cd ‘Monsters Next Door’ in 2009. Opnames uit de laatste twee cd’s vinden jullie op de recent verschenen verzamelaar ‘In Time’, waarvan u de bespreking elders op deze site vindt.

The Names op Factory Benelux