zaterdag, december 16, 2006

Indochine speelt Vorst-Nationaal plat

Het is een fenomeen dat aan deze kant van de taalgrens maar weinig aandacht gekregen heeft, maar de Franse New-wave-groep Indochine heeft de afgelopen jaren al zijn optredens in België in een minimum van tijd uitverkocht. Gisteren speelden ze voor de zoveelste keer in Vorst Nationaal, en de groep wist iedereen te overdonderen.

In Vlaanderen is Indochine blijven kleven aan het imago van het synthpop-groepje uit de jaren tachtig, vaandeldrager van de Franse New-Wave. In 1982 brachten ze hun eerste plaat ‘l’aventurier’ uit. Het titelnummer werd meteen een internationale hit, en bezorgde de groep een imago van intelligente nerds die hun inspiratie halen uit stripverhalen en computerspelletjes. Ze weten daarmee een enorm publiek aan te spreken. Gedurende de jaren tachtig scoren ze hit na hit, en gaan hun platen ontelbare keren over de toonbank.

Maar aan het einde van de jaren tachtig lijkt het tij te keren. De critici beschouwen de groep als een cliché, en bovendien één van bedenkelijk niveau. De naam Indochine kan niet meer uitgesproken worden zonder er een spottend lachje aan toe te voegen. De verkoopcijfers blijven fenomenaal, maar de groep lijdt duidelijk onder de kritiek. De groep zal zich steeds meer centreren rond de gebroeders Nicola en Stéphane Sirkis, die na het vertrek van andere groepsleden als enigen de groep levend houden.

Revival
Na het overlijden van Stéphane in 1999 besluit Nicola als laatste oorspronkelijk groepslid alsnog Indochine verder te zetten. Hij gaat het geluid vernieuwen, naar een meer industrieel geluid waarin onder meer de invloed van Nine Inch Nails doorschemert. Nicola zal zich ook omringen met nieuwe mensen. Oli de Sat zal als nieuw groepslid creatief meewerken, en er wordt ook beroep gedaan op externe krachten als Mickey 3D en Jean-Louis Murat.

De plaat die hieruit resulteert, 'Paradise', projecteert Indochine weer naar de voorgrond van de Franse muziekscene. Indochine is plots weer helemaal hip. De nummers volgen een concept dat duidelijk succes kent: een mix van elektronica en gitaar, eenvoudig van opzet maar met catchy melodieën en uitgekiende geluiden, alternatief genoeg voor de alternativo’s, en poppy genoeg voor het grote publiek. Iedereen is vol lof over de nieuwe plaat.

‘J’ai demandé à la lune’ wordt een grote hit, gevolgd door verschillende andere nummers. De groep weet ook een nieuw publiek van tieners aan te spreken, en groeit zelfs uit tot een ware hype. De Paradise-tour verkoopt geweldig en zal uiteindelijk 3 jaren aanslepen. In 2006 zal de dubbelaar ‘Alice et June’ verder inspelen op het nieuwe geluid, met wederom een enorm succes.

Nog niet vermoeid
Men kan zich natuurlijk afvragen hoe lang zo een succes kan duren zonder een weerslag te kennen. Het optreden van gisteren was het zoveelste dat maanden op voorhand uitverkocht was. Er staat opnieuw een optreden geboekt voor maart. Maar wie gehoopt had zijn kaarten aan de inkom met een flinke winst te verkopen, kwam bedrogen uit. De kaarten gingen daar voor minder dan 10 euro van de hand, terwijl ze in voorverkoop 34 kostten.

In de zaal vertoonde de revival van Indochine echter nog geen sporen van vermoeidheid. Vanaf het eerste nummer zingt het publiek zowat elke noot mee. Ook de groep is duidelijk in topvorm. Wat vooral opvalt is de enorme aandacht voor het visuele. Het optreden begint met een minutenlange ritmische intro met tekenfilmanimatie op een gordijn. Als het gordijn valt, zet de groep ‘dunkerque’ in achter een tweede, doorzichtig gordijn. Daarop worden eveneens beelden geprojecteerd, in harmonie met de opstelling van de groep. Indrukwekkend.

Rock en nostalgie
De groep speelt anderhalf uur lang de nummers van de twee laatste platen. Dat blijken vooral harde rockers te zijn. Dat is wellicht het materiaal dat het meest bekend is bij het huidig publiek. Pas later op de avond wordt ook aan de nostalgisci iets gegund, met ‘trois nuits par semaine’, een nummer dat het nog altijd goed doet op fuiven in Frankrijk.

Er wordt een rustiger intermezzo ingelast als Nicola op zijn eentje ‘un singe en hiver’ speelt op zijn akoestische gitaar. Daarna komt de groep terug om een akoestische versie te geven van ‘salombo’. De sobere begeleiding van piano en folkgitaar maakt deze versie tot een melodisch hoogtepunt.

Later neemt Indochine het rockrepertoire terug op, met ‘punishment park’ als één van de hoogtepunten van het concert. Als na twee en een half uur zelfs de meest veeleisende ziel begint te denken dat het tijd wordt om af te sluiten, speelt de groep nog een ellenlange versie van ‘l’aventurier’. Het publiek brult zodanig mee dat het nog weinig uitmaakt of de groep juist speelt of niet.

Na een laatste toegift zal Indochine onder luid applaus en toejuichingen het podium verlaten. Wat blijft is het beeld van een groep die de kneepjes van het vak kent, uitstekend kan rocken, op de juiste momenten de spanning op- en afbouwt, sterk esthetisch denkt en een beroep kan doen op een eindeloze reeks hits. Kortom: verbluffend en nog lang niet uitgeblust.